Berliner Philharmoniker o.l.v. Pierre Boulez
Webern schreef zijn opus 6 rond dezelfde tijd dat Schoenberg Fünf Orchesterstücke voltooide. Het heeft een duidelijk contrast met het werk van zijn leermeester in een stijl die gefragmenteerder en geconcentreerder van structuur is.
Ongetwijfeld bevatten Weberns Zes Stukken de weerslag van het overlijden van zijn moeder in 1906, een van de moeilijkste episodes van zijn leven. Dit verband wordt expliciet in het vierde, uitgebreidste deel, een trage 'Begrafenismars' die een angstaanjagende climax bereikt met een aanhoudende processie van klokken en gongs die aan het slot de rest van het orkest overvleugelt. De andere delen zijn epigrammatisch en suggestiever van aard. Het eerste bevat een ongemakkelijk voorgevoel van de onvermijdelijke dood, de tweede een hysterische, angstige uitbarsting aan het slot, de derde een delicate tederheid en zware nostalgie en het vijfde en zesde stuk ademen de kalme aanvaarding van het onvermijdelijke uit.
Weinig vertolkers begrijpen Weberns complexe vertelling beter dan Pierre Boulez. Deze grote, Franse musicus geeft de soms onsamenhangende melodielijnen een texturele helderheid en logica, zonder de expressieve intensiteit van de muziek op te offeren. Het Berliner Philharmoniker reageert briljant op elke subtiele nuance. Vooral de'Begrafenismars'ontketent een storm van woede en agressie die een verontrustende schaduw over de rest van het werk werpt.
nr = 6067
nr1 = 6
Boulez Conducts Webern II (1995)
Ongetwijfeld bevatten Weberns Zes Stukken de weerslag van het overlijden van zijn moeder in 1906.
1001 Klassieke uitvoeringen
Overige in AppleMusic
