Berliner Philharmoniker o.l.v. Claudio Abbado
De humor was dun gezaaid in de Duitse muziek, tot Richard Strauss in 1895 zijn vierde orkestrale toongedicht Till Eulenspiegels lustige Streiche componeerde. Er waren een paar precedenten, waaronder Beethovens Achtste Symfonie en Strauss' eigen Burleske voor piano en orkest maar niemand verwachtte zoiets sprankelends van de componist van duistere en stormachtige programmamuziek zoals Tod und Verklörung. Strauss zag waarschijnlijk een overeenkomst tussen zijn eigen verzet tegen zijn conservatieve opvoeding te München en het conflict van de middeleeuwse snaakTijl met een groep Duitse stedelingen, dat eind 1894 als plot voor een opera diende. Strauss koos voor de vorm van een korte rondo, waarin hij herhalingen van het hoofdthema afwisselt met contrasterende episoden. Na een dromerige, sprookjesachtige expositie wordt het personage van de eeuwige deugniet vakkundig neergezet in een van de spectaculairste hoornsolo's in het orkestrepertoire, met een plagerige transformatie van het openingsidee op een snerpende D-klarinet. Tussen de reprises door zaait Tijl verwarring, wordt hij verliefd en hoont hij een groep dikdoeners tot hij gepakt en opgehangen wordt. Maar zijn onstuitbare geest leeft voort. De opmerking van de gevreesde criticus Eduard Hanslick dat 'het werk veel aardige, geestige ideeën bevat maar geen een overeind blijft door het tempo waarmee het volgende idee eroverheen struikelt' was niet bedoeld als compliment. Toch is dit de bedoeling van het stuk en Abbado's uitvoering, die in 1992 in Berlijn werd opgenomen tijdens een memorabel, aan Strauss gewijd Nieuwjaarsconcert, waarin hij feilloos en razendsnel tussen de escapades door laveert. Till Eulenspiegels lustige Streiche (1895) Richard Strauss 1001_5177.html nr = 5177 nr1 = 5 ./1001werk.php?nr=5176 ./1001werk.php?nr=5178 1001 Klassieke uitvoeringen | 1851-1900
|

New Year's Eve Concert - Berlin 1992 (1993) Analyse is onmogelijk voor mij. Alle esprit ligt in noten. Richard Strauss in een telegram aan Franz Wüliner, de dirigent van de eerste uitvoering Gramophone Monthly Choices 
R. Strauss: Also sprach Zarathustra, Op. 30, TrV 176 (Tone Poems) (2014) City of Birmingham Symphony Orchestra o.l.v. Andris Nelsons Een schitterende aanvulling op de Strauss-jubileumuitgaven en een belangrijk verslag van de vruchtbare relatie van het orkest met hun Letse dirigent. ⪢ Naar Gramaphone-pagina July 2014 
Richard Strauss: Don Juan. Don Quixote. Till Eulenspiegel (2020) Oslo Philharmonic Orchestra o.l.v. Vasily Petrenko Uitstekende verhalen van Vasily Petrenko, waarbij Oslo’s eerste celliste Louisa Tuck dezelfde eer verdient als de Ridder. ⪢ Naar Gramaphone-pagina Jan. 2020 
R. Strauss: Don Juan, Op. 20, Death and Transfiguration, Op. 24 & Till Eulenspiegel's Merry Pranks, Op. 28 (2014) Pittsburgh Symphony Orchestra o.l.v. Manfred Honeck Wat deze uitvoeringen zo bijzonder maakt, zijn de interpretaties van Manfred Honeck, die de emotionele en picturale details van de muziek levendig naar voren brengen. ⪢ Naar Gramaphone-pagina March 2014 Aanbevolen 1001 Uitvoeringen 
Orchestral Works [2011 - Remaster] (2012) Wilhelm Furtwängler Verrassend lichte en komische toets van de doorgaans serieuze Furtwangler 
Also sprach Zarathustra (2001) Staatskapelle Dresden o.l.v. Rudolf Kempe Een charmante deugniet in een warme portrettering door Rudolf Kempe 
Til Eulenspiegel's Merry Pranks, Don Juan, Death and Transfiguration (1957) Cleveland Orchestra o.l.v. George Szell Een halsbrekende toer langs Tijls vrolijke strapatsen door Szell en de Clevelanders Overige in AppleMusic 
Strauss: Till Eulenspiegel – Zemlinsky: Die Seejungfrau (2016) Orchestre Philharmonique du Luxembourg o.l.v. Emmanuel Krivine 
Der Rosenkavalier Suite - Till Eulenspiegels lustige Streiche - Vier letzte Lieder (2010) Bayerischen Rundfunks o.l.v. Mariss Jansons
|