titel

Elisabeth Schwarzkopf, Nicolai Gedda
& Philharmonia Orchestra
o.l.v. Otto Ackermann

Strauss' Der Zigeunerbaron werd voor het eerst opgevoerd in Wenen, op 24 oktober 1885, en sindsdien heeft geen enkele operette (met uitzondering van DieFledermaus) meer reprises gekend. Hoewel Der Zigeunerbaron net zoals Die Fledermaus parodie afwisselt met de voor de stijl kenmerkende Weense sprankeling, is het werk toch wat ongebruikelijk. Allereerst stamt de operette uit een tijd waarin Strauss een echte, grootschalige opera wilde schrijven. In de tweede plaats handelt het over politiek en vooroordelen. En ten derde zou Der Zigeunerbaron, aangezien het in Boedapest net zo goed werd ontvangen als in Wenen, geholpen hebben met het verminderen van de spanningen tussen de twee koninkrijken waaruit Oostenrijk-Hongarije bestond.

Der Zigeunerbaron speelt zich in het Hongarije van halverwege de 18e eeuw. Barinkay keert terug van zijn verbanning. De lokale varkensboerTsupan wil dat Barinkay met zijn dochter Arsena trouwt, maar zij is verliefd op een ander en geeft sowieso te kennen alleen maar met een 'baron'te willen trouwen. De lokale zigeuners stellen Barinkay aan als hun leider en voorspellen dat hij rijkdom en een vrouw zal vinden. Hij presenteert zichzelf vervolgens als 'zigeunerkoning' en na een reeks van plotwendingen komt de voorspelling uit - de vrouw zijnde Saffi, dochter van de ziener Czipra en in werkelijkheid een Turkse prinses. De oorlog levert Barinkay bovendien een echte barontitel op, en iedereen trouwt met'de ware!

De operette bevat een mix van Weense walsen en Hongaarse zigeunermuziek. De rollen van Barkinay en Saffi zijn groots, en die van Tsupan, Arsena en Czipra lenen zich uitstekend voor luchtige karakterisering - mogelijkheden die in deze mono-opname met beide handen worden aangegrepen door Nicolai Gedda, Elisabeth Schwarzkopf, Erich Kunz, Erika Köth en Gertrud Burgsthaler-Schuster.

nr = 5120

nr1 = 5