Wiener Philharmoniker o.l.v. Karl Böhm
Als we zouden afgaan op opname- en opvoeringsstatistieken, is Bruckners Zevende nu zijn populairste symfonie. De opening, met die nobele, lange melodie die in twee grote golven op ons af komt, is een van de mooiste in het orkestrepertoire. Bruckner stelde dat het idee voor de opening in een droom tot hem kwam, met de boodschap dat ze hem succes zou opleveren - en, zoals ze vroeger zeiden, als het niet waar is, dan zou het waar moeten zijn. Het adagio, een klaagzang voor Bruckners geliefde 'meester' Richard Wagner, is misschien wel de meest geslaagde van al zijn langzame 'bewegingen, terwijl het daaropvolgende dansscherzo een perfect contrast vormt. De Zevende is de meest melodische van zijn symfonieën. Ondanks het kenmerkend brutale fortissimo als afsluiting blijft de luisteraar achter met een gevoel van warme sereniteit - soms iets in de verdrukking gebracht, maar altijd aanwezig. De neiging van hedendaagse dirigenten om de structuren van Bruckner te benadrukken, wat soms ten koste gaat van de meer menselijke elementen, is nergens minder op zijn plaats dan in de Zevende. Karl Böhms balans tussen helder, formeel begrip en een soepele benadering op de frasering is dan ook bijna ideaal. In tegenstelling tot veel andere dirigenten begrijpt Böhm dat de eerste beweging fier moet worden gespeeld, maar niet te snel; het adagio kan zich dan rustig ontwikkelen zonder dat we het idee hebben dat de ene grote langzame beweging de andere opvolgt. Met name effectief is de manier waarop de triomfantelijke, met cimbalen beklede climax van het adagio wegsterft richting de treurnis van de coda - verdiende de mens Wagner een dergelijke elegie? Het Wiener Philharmoniker klinkt weldadig; de Wenen hebben Bruckner tijdens zijn leven weliswaar aardig dwars gezeten, maar maken hier alles weer goed. Symfonie nr. 7 (1883) Anton Bruckner 1001_5112.html nr = 5112 nr1 = 5 ./1001werk.php?nr=5111 ./1001werk.php?nr=5113 1001 Klassieke uitvoeringen | 1851-1900
|

Symphony No. 7 (1988) Eén enkele cimbaalslag van Bruckner is alle vier de symfonieën van Brahms waard. Hugo Wolf Gramophone Monthly Choices 
Bruckner: Symphony No 7 (2023) Rotterdam Philharmonic Orchestra o.l.v. Lahav Shani Van zijn visie op deze magistrale symfonie tot de orkestrale klankwereld die hij put uit het Rotterdams Philharmonisch Orkest, is Bruckner 7 van Lahav Shani inderdaad een indrukwekkende release. ⪢ Naar Gramaphone-pagina August 2023 
Bruckner: Symphony No. 7 (2024) Berlin Radio Symphony Orchestra o.l.v. Vladimir Jurowski Een ‘diep doordachte en ongewoon overtuigende’ uitvoering van Bruckners 7e, schrijft Christian Hoskins – en Vladimir Jurowski’s eerste Bruckner in de catalogus. ⪢ Naar Gramaphone-pagina Nov. 2024 Aanbevolen 1001 Uitvoeringen 
Symphony No. 7 (1993) NDR Symphony Orchestra o.l.v. Günter Wand Alleen een slechte montage in het adagio heeft voorkomen dat deze schitterende uitvoering op de eerste plaats kwam te staan 
Symphony No. 7 (1999) Royal Scottish National Orchestra o.l.v. Georg Tintner Een goed gestructureerde uitvoering, met name overtuigend in het adagio Overige in AppleMusic 
Symphony Nos. 6 & 7 (2015) Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons 
Symphony No. 7 (2009) South West German Radio Symphony Orchestra o.l.v. Sir Roger Norrington 
Symphony No. 7 (1979) Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink
|