titel

Vienna Boys' Choir & Chorus Viennensis o.l.v. Peter Marschik

Mozarts prachtige motet 'Ave verum corpus' voor koor en orkest, geliefd onder koren over de hele wereld, werd gecomponeerd in juni 1791 - zijn laatste levensjaar. Hij schreef het voor zijn vriend Anton Stoll, koorleider in het kuuroord Baden, waar zijn vrouw een kuur onderging wegensaanzwangerschapgerelateerdeziekte. Waarschijnlijk was het motet bedoeld -voor uitvoering op Sacramentsdag: de tekst gaat over de kruisiging van Christus en inspireerde Mozart tot een aangrijpend werk waarin het persoonlijke en het universele samenkomen - een thema dat hij nader verkende in zijn opera Die Zouberflöte. Gezien Mozarts achtergrond van kerkmuziek in Salzburg is het verrassend dat hij tijdens zijn volwassen leven zo weinig gewijde muziek heeft geschreven; de Mis in C klein dateert van bijna tien jaar eerder. Het 'Ave verum' telt slechts 46 maten maar het is een van de schatten van het koorrepertoire. De misleidende eenvoud van de lichte melodie (nauw verwant aan die van een onvoltooid Adagio voor althobo en strijkers, K580a) verhult de enorme moeilijkheid voor uitvoerenden; Mozarts enige aanwijzing voor expressie is de aanduiding sotto voce.

De vele eersteklas opnamen van het werk vangen elk op hun eigen manier de hemelse essentie, maar de succesvolste is vaak de eenvoudigste: die van het Wiener Sangerknaben en Chorus Viennensis, geleid door Peter Marschik, met het Volksoper Orchester. De uniek zoete, engelachtige klank van de jongens heeft een onschuld die perfect aansluit bij het 'Ave verum'; Mozart heeft ongetwijfeld aan jongensstemmen gedacht toen hij het schreef (een feit dat 'authentici' vreemd genoeg vaak negeren). Marschik dirigeert een ongecompliceerde, directe en fraaie vertolking.

nr = 3046

nr1 = 3