september 2025
Schubert + Beethoven
Can Çakmur
Het vijfde deel van Can Çakmurs ondernemende en vakkundig uitgevoerde Schubert-serie combineert twee sonates van de componist, D664 en D958, met Beethovens c-kleinvariaties.

Can Çakmurs ‘Schubert+’-serie, begonnen in 2023 en een combinatie van werken van Schubert en componisten die hem beïnvloedden of beïnvloedden, is nu aan zijn vijfde aflevering toe. Hier presenteert hij de voortreffelijke Sonate in A-groot uit 1819, terwijl Beethovens Variaties in c-klein dienen als een soort ouverture tot de eerste van de drie bekronende sonatemeesterwerken uit Schuberts laatste jaar.
Hoewel de 32 Variaties in c-klein niet Beethovens meest diepgaande zijn, verkennen ze desalniettemin effectief schijnbaar grenzeloze instrumentale texturen. Çakmur grijpt onze interesse vanaf het begin en houdt deze vast gedurende de vroege leggiero-variaties door een nauwgezette uitvoering van aanslag en articulatie. Vanaf de vierde variatie ontstaat een licht sinistere verwachting. Dit bouwt zich op tot de twaalfde variatie, waar de aankomst in C-groot een zekere mate van ontspanning inluidt zonder de onderliggende spanning volledig te verlichten. Maar terwijl de 16e variatie een kalmte bereikt die voelbaar bijna zonneschijn lijkt, stort de terugkeer van de mineurtoonsoort ons plotseling terug in een gespannen voorgevoel. Van de 17e variatie tot het einde is er een sprint door caleidoscopische kleuren en affecten, eindigend in triomfantelijke trots, getemperd door twee slotakkoorden van gefluisterde terugtocht. Dit is een zorgvuldig bedachte uitvoering, briljant uitgevoerd.
Schuberts 'kleine' A-majeur Sonate is slechts klein in vergelijking met de enorme A-majeur Sonate (D959). Hier krijgt hij een retorisch passende, ongerepte uitvoering van buitengewone schoonheid en nuance. In de context van deze opname worden de talloze interpretatieve hoogtepunten, waaronder een Andante vol ontroerende lyriek en een zorgeloos Rondo, echter waarschijnlijk overschaduwd door de late c-mineur Sonate.
Ik ken geen andere uitvoering van D958 die Schuberts soms onhandige pianistische eisen zo succesvol ondergeschikt maakt aan de grootse muzikale omvang van dit monumentale werk. De machtige orkestrale sfeer van het eerste deel doet ons betreuren dat Schubert ons na de Onvoltooide geen symfonieën in mineur heeft nagelaten. De ingetogen sublimiteit van de opening van het Adagio wordt nog levendiger in contrast met de dreigende triolen van de terugkerende nachtmerrie van het deel. Ondanks alle affectieve ambiguïteit van het Menuet behoudt het een inherente lichtheid en gratie, en vormt het een oase in het algehele schema van de sonate. Stormachtige luchten keren terug om het soepele afsluitende Allegro te bedreigen. Toch is er geen enkel gevaar dat Çakmur de controle over zijn paard verliest, zelfs niet als hij het constant voortstuwt over de golven en dalen van dit gevarieerde terrein. Hij schetst behendig de magnifieke architectuur van dit enorme Rondo, gevoelig voor Schuberts energiegolven en -ontladingen, terwijl hij talloze details benadrukt zonder zich erin te verliezen. Ten slotte bewondert men vooral Çakmurs onfeilbare kinesthesie, levendig, adembenemend, maar toch altijd getemperd door liefde voor de schoonheid die in zijn kunst tot uiting komt. Van harte aanbevolen.

Can Çakmur’s ‘Schubert+’ series, begun in 2023 and combining works by Schubert with composers influencing or influenced by him, has now reached its fifth instalment. Here he presents the exquisite A major Sonata of 1819, while Beethoven’s C minor Variations serve as a sort of overture to the first of the three crowning sonata masterpieces of Schubert’s final year.
If the 32 C minor Variations are not Beethoven’s most profound, they nevertheless effectively explore seemingly limitless instrumental textures. Çakmur seizes our interest from the outset and holds it fast through the early leggiero variations by a meticulous display of touch and articulation. By the fourth variation, a slightly sinister sense of anticipation emerges. This builds until the 12th variation, where the arrival in C major heralds a degree of relaxation without entirely relieving the underlying tension. But as the 16th variation achieves a calm that seems palpably near sunshine, the return of the minor key suddenly plunges us back into tense foreboding. From the 17th variation to the end is a sprint through kaleidoscopic colours and affects, concluding in triumphant defiance, tempered by two final chords of whispered retreat. This is a carefully conceived performance, brilliantly executed.
Schubert’s ‘little’ A major Sonata is only small in comparison to the huge A major Sonata, D959. Here it is given a rhetorically apt, pristine performance of extraordinary beauty and nuance. In the context of this recording, however, its myriad interpretative felicities, including an Andante replete with touching lyricism and a carefree Rondo, are likely to be overshadowed by the late C minor Sonata.
I don’t know of another performance of D958 that so successfully subordinates Schubert’s occasionally awkward pianistic demands to the grand musical sweep of this monumental work. The mighty orchestral climes of the first movement make us regret that Schubert left us no minor-key symphonies after the Unfinished. The hushed sublimity of the Adagio’s opening is rendered even more vivid when contrasted with the menacing triplets of the movement’s recurring nightmare. For all the Minuet’s affective ambiguity, it maintains an inherent lightness and grace, providing an oasis in the sonata’s overall scheme. Stormy skies return to threaten the supple concluding Allegro. Yet one never fears Çakmur will lose control of his steed, even as he constantly urges it forwards over the swells and dips of this varied terrain. He deftly delineates the magnificent architecture of this huge Rondo, sensitive to Schubert’s surges and releases of energy, while highlighting myriad details without losing himself in them. Finally, one admires most Çakmur’s inerrant kinaesthesia, vibrant, breathtaking, yet somehow always tempered by love for the beauty revealed in his art. Wholeheartedly recommended.