september 2025


J.S. Bach: The English Suites, BWV 806–811

Alexandra Papastefanou

Deze stijlvolle en verkennende uitvoeringen van Bachs Engelse Suites door pianiste Alexandra Papastefanou voelen natuurlijk en overtuigend aan en onthullen haar diepe verbondenheid met de geest van deze muziek.

Luisteraars die bekend zijn met Alexandra Papastefanou's Bach zullen niet verbaasd zijn dat ze ook de Engelse Suites van de componist perfect tot hun recht laat komen op de concertvleugel, terwijl ze tegelijkertijd een scherpzinnig stijlbewustzijn overbrengt.

Haar tonale vindingrijkheid en contrasten in articulatie roepen vaak de kleine kamerachtige composities op die Bach in bepaalde delen van zijn passies en cantates gebruikt. Een voorbeeld hiervan is de gebogen rechterhandmelodie van de pianiste in de Allemande in A majeur, ondersteund door haar fantasierijk gevarieerde gearpeggieerde linkerhandakkoorden, samen met tegenlijnen die doen denken aan een cellistenstrijkstok in actie. Dit geldt ook voor het ambidextere, converserende contrapunt van de Allemande in g mineur. Papastefanou speelt de Prelude in a mineur iets sneller dan Murray Perahia (Sony, 4/99, 11/08), met onverwachte basaccenten die zorgen voor een extra kick en een tikkeltje meer souplesse.

Bepaalde principes van de klavecimbeltechniek beïnvloeden Papastefanou's Bachpianisme, zoals blijkt uit de discrete agogische caesura's in de Courante-delen, of uit de manier waarop de klankkleurcontrasten tussen de eerste en tweede Bourrées in g-klein de veranderende registraties van een klavecinist weerspiegelen. Maar als Bach de mogelijkheden van een moderne piano had gekend, zou hij de minieme gradaties in dynamiek en de ingenieuze timing van akkoorden die Papastefanou in de Sarabande in f-groot brengt, of de onberispelijk uitgebalanceerde lijnen en galopperende melodie van de Gigues in f-groot en e-klein hebben gewaardeerd. De intiem geschaalde introductie van de pianiste in de Prelude in d-klein geeft weinig weer van de deinende vitaliteit verderop in het Allegro. Haar boeiende Allemande in d-klein kenmerkt zich door subtiele interactie tussen handen, plus vocaal georiënteerde intonaties die de maatstrepen omzeilen op weg naar pure muziek. De Bach van Alexandra Papastefanou is volkomen pretentieloos in zijn natuurlijkheid, communicatieve warmte, gecultiveerde energie en onzelfzuchtige muzikaliteit. Als u me niet gelooft, koop dan deze prachtig vormgegeven release en beluister het zelf.

Listeners familiar with Alexandra Papastefanou’s Bach will not be surprised how she also makes the composer’s English Suites feel right at home on the concert grand, while conveying astute stylistic awareness.

Her tonal resourcefulness and contrasts in articulation often evoke the small chamber aggregations that Bach employs in certain movements of his Passions and cantatas. A case in point is the pianist’s curving right-hand melody in the A major Allemande, supported by her imaginatively varied arpeggiated left-hand chords, along with counterlines that suggest a cellist’s bow in action. This applies as well to the G minor Allemande’s ambidextrously conversing counterpoint. Papastefanou plays the A minor Prelude a shade faster than Murray Perahia (Sony, 4/99, 11/08), with unexpected bass-note accents that provide an extra kick and a tad more suppleness all around.

Certain precepts of harpsichord technique inform Papastefanou’s Bach pianism, as revealed in the Courante movements’ discreet agogic caesuras, or in the way the timbral contrasts between the first and second G minor Bourrées mirror a harpsichordist changing registrations. Yet had Bach known the capabilities of a modern piano, he would have appreciated the minute gradations in dynamics and canny timing of chords that Papastefanou brings to the F major Sarabande, or the impeccably balanced lines and galloping lilt of the F major and E minor Gigues. The pianist’s intimately scaled introduction in the D minor Prelude gives little hint of the swaying vitality up ahead in the Allegro. Her captivating D minor Allemande features subtle interaction between hands, plus vocally orientated inflections that bypass the bar lines en route to pure music. Alexandra Papastefanou’s Bach is utterly unpretentious in its naturalness, communicative warmth, cultivated energy and unselfregarding musicality. If you don’t believe me, acquire this beautifully engineered release and hear for yourself.