april 2012
Gubaidulina: Kadenza
Iñaki Alberdi, Asier Polo & Basque National Orchestra o.l.v. José Ramón Encinar
Muziek met een sterke en zelfs pijnlijke intensiteit, die de aandacht grijpt en vasthoudt...een meeslepend werk.

Sofia Goebaidoelina's religieuze aard, met name de Russisch-orthodoxe, komt in elk van deze stukken tot uiting. Elk stuk maakt ook gebruik van haar geliefde bayan, de Russische knopaccordeon die hier met grote virtuositeit wordt bespeeld door Iñaki Alberdi. Kadenza is een solo tour de force; Et exspecto, gebaseerd op de slotwoorden van de Geloofsbelijdenis (‘Ik zie uit naar de opstanding van de doden en het leven van de toekomstige wereld’), is een indrukwekkende sonate in vijf delen waarin, zoals de tekst in het boekje ons vertelt, de interpretatie van de uitvoerder, met haar aanmoediging, de notatie van de componist ver overstijgt.
In de andere werken wordt veel aandacht besteed aan de combinatie van de accordeonklanken en de cello van Asier Polo. Met In croce komen een aantal kruisachtige ideeën voort uit de titel – het kruisen van registers, het kruisen van lijnen en texturen, enzovoort – die in wezen persoonlijke creatieve stimuli voor de componist zijn. Maar in het belangrijkste werk op de plaat, het halfuur durende Seven Words, worden de zinnen die Jezus aan het kruis uitspreekt, grafisch, zelfs vurig geïmpliceerd. Goebaidoelina's liefde voor korte motieven, hier vaak met zeer korte intervallen, produceert in haar handen muziek van sterke en zelfs pijnlijke intensiteit, die de aandacht grijpt en vasthoudt, soms met fel geperforeerde akkoorden op de accordeon of met zwevende harmonischen op de cello die na het laatste woord in stilte verdwijnen. Het langste deel is het centrale nummer 4, Jezus' kreet: 'Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?', een krachtige en diep ontroerende vondst. Dit is een opmerkelijk, meeslepend werk.

Sofia Gubaidulina’s religious nature, specifically Russian Orthodox, finds expression in each of these pieces. Each also makes use of her much-loved bayan, the Russian button accordion played here with great virtuosity by Iñaki Alberdi. Kadenza is a solo tour de force; Et exspecto, based on the closing words of the Creed (‘I look for the resurrection of the dead and the life of the world to come’) is an impressive five-movement sonata in which, the booklet-note tells us, the performer’s interpretation goes, with her encouragement, well beyond the composer’s notation.
In the other works, much is made of the combination of the accordion sounds and Asier Polo’s cello. With In croce, a number of cross-like ideas derive from the title – crossing of registers, crossing of lines and textures and so on – which are essentially private creative stimuli for the composer. But in the major work on the record, the half-hour Seven Words, the sentences spoken by Jesus on the cross are graphically, even fervently implied. Gubaidulina’s love of short motifs, here often using very close intervals, produces in her hands music of strong and even painful intensity, seizing and gripping the attention, sometimes with fiercely punched chords on the accordion or with soaring harmonics on the cello that vanish into silence after the final Word. The longest movement is the central No 4, Jesus’s cry, ‘My God, my God, why hast thou forsaken me?’, a powerful and deeply affecting invention. This is a remarkable, compelling work.