januari 2012
Dvořák: Love Songs, Op. 83; Piano Quintet, Op. 81; Cypresses for String Quartet
Adriana Kučerová & Christoph Eschenbach
De echte ster is Eschenbach, die met zijn begeleidingen in de liederen toegevoegde commentaren levert en de ideale speelpartner is in het Kwintet.

Een geweldig programmeeridee, dit – het overwegend lyrische A majeur Pianokwintet in de context van liefdesliedjes plaatsen, zowel zoals oorspronkelijk bedacht als zoals getransformeerd in verschillende Cypressen voor strijkkwartet. De sequentie begint met acht nummers die gevoelig worden gezongen door sopraan Adriana Ku∂erová, een vocaal toonbeeld van amoureuze responsiviteit, daarna krijgen we vijf van de nummers in hun kwartetversies, niet in dezelfde volgorde (goede zet!) en teder geformuleerd, vooral het derde ervan (‘In deepest forest opene’).
Geen enkele klacht over het spel van het Thymos Quartet, die levendige vertellers blijken te zijn van deze oprechte bekentenissen, noch over het overwegend levendige ‘tweede’ Kwintet. Maar de echte ster van de show is pianist Christoph Eschenbach, wiens begeleidingen in de liederen werkelijk neerkomen op toegevoegde commentaren en die de ideale speelpartner is in het Kwintet, die zijn toets verzacht wanneer zijn collega's de leiding moeten nemen en zich vervolgens laat gelden volgens de dictaten van het muzikale moment. Zet vrijwel elke uitgebreide passage in het eerste deel op en je zult de vreugde van Eschenbachs driedimensionale benadering ervaren. Ook zijn poëtische frasering in het Trio van Scherzo: dat zou je echt aan het lachen moeten maken. Als ik gevraagd zou worden om een opname te kiezen die kamermuziekpianospel op zijn meest gevoelig en samenwerkend laat zien, zou dit zeker een sterke kanshebber zijn. Tempi voor het tweede deel zijn vaak ongewoon langzaam (zelfs vanaf de openingsmelodie van de altviool) en de slotmomenten zijn ronduit elegisch. Toch tilt het Scherzo de geesten op en de extraverte stemming zet zich voort tot in de finale. Gedurende de hele voorstelling is er geen twijfel mogelijk over de leider van de groep: je bent je er altijd van bewust dat je naar een uitstekend kwartet en een uitzonderlijke pianist luistert. Dat kan absoluut geen kwaad!

A great programming idea, this – couching the predominantly lyrical A major Piano Quintet in the context of love songs, both as originally conceived and as transformed into various Cypresses for string quartet. The sequence opens with eight songs sensitively sung by soprano Adriana Ku∂erová, a vocal epitome of amatory responsiveness, then we’re given five of the songs in their quartet versions, not in the same order (good move!) and tenderly phrased, especially the third of them (‘In deepest forest glade’).
No complaints whatever about the playing of the Thymos Quartet, who prove animated narrators of these heartfelt confessions, nor in the mostly vivacious ‘second’ Quintet. But the real star of the show is pianist Christoph Eschenbach, whose accompaniments in the songs truly amount to added commentaries and who is the ideal playing partner in the Quintet, softening his touch whenever his colleagues need to take the lead, then asserting himself according to the dictates of the musical moment. Put on virtually any extended passage in the first movement, and you’ll experience the joy of Eschenbach’s three-dimensional approach. Also, his poetic phrasing in the Scherzo’s Trio: that should really make you smile. Were I asked to choose a recording that demonstrates chamber-music piano-playing at its most sensitive and collaborative, this would definitely be a strong contender. Tempi for the second movement are often uncommonly slow (even from the opening viola melody), and the closing moments are positively elegiac. Still, the Scherzo lifts the spirits, and the extrovert mood carries through to the finale. Throughout the entire performance there’s no mistaking the leader of the pack: one is always aware of listening to an excellent quartet and an exceptional pianist. Absolutely no harm in that!