december 2013
Tomás Luis De Victoria: Tenebrae Responsories
Tenebrae o.l.v. Nigel Short
Nigel Short en Tenebrae hebben een opname gemaakt die alle overbodige muzikale inhoud weghaalt en de kille botten van deze boetvaardige meesterwerken blootlegt.

Tot nu toe was het kiezen van een opname van Victoria's Tenebrae Responsories een gemakkelijke taak. Als je glanzende, dikke textuur en eufemistische vocale warmte wilde, was er de cd van The Sixteen uit 1992. Als je de voorkeur gaf aan iets directers, krachtigers, was de interpretatie van de Tallis Scholars de juiste. Nu hebben Nigel Short en Tenebrae dat allemaal gecompliceerd met een opname die alle overtollige muzikale vlees opzij zet en de koude botten van deze boetemeesterwerken blootlegt.
De Tenebrae-diensten van de Paasweek laten het christendom op zijn meest somber zien. En net zoals het comfort van licht aan gelovigen wordt ontzegd, weigeren Victoria's muzikale bewerkingen van de Responsories voor Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag de pijn van hun teksten te verhullen. De uitdaging van muziek die één enkele stemming in stand houdt, is om textuurschakeringen te ontdekken in de schaduwen.
Short en zijn 13 zangers bereiken dit door zowel volledige secties af te wisselen met secties voor gereduceerde bezetting (een coupletsectie met bovenstemmen in ‘O vos omnes’ is bijzonder voortreffelijk), als door minder orthodoxe processen. Veel bewegingen zitten ongewoon hoog, waardoor er een zilveren kwaliteit in het geluid zit die ontbreekt in andere opnames, terwijl ‘Tenebrae factae sunt’ omlaag wordt getransponeerd en alleen door mannenstemmen wordt uitgevoerd, wat de plotselinge duisternis van de kruisiging oproept.
Tenebrae’s kenmerkende mix (dit jaar al getoond in hun opname van Victoria’s uitgebreidere Lamentations – Archiv, 6/13) komt hier tot zijn recht in de Responsories. Het hart van de cyclus – het smekende ‘Si est dolor’ – is bijna onmogelijk geladen, de balans tussen vocale kwetsbaarheid en treksterkte ontdekt de emotionele paradox in de kern van deze muziek.

Up until now, choosing a recording of Victoria’s Tenebrae Responsories was an easy task. If you wanted glossy thickness of texture and euphemising vocal warmth then there was The Sixteen’s 1992 disc. If you preferred something a little more forthright, more muscular, the Tallis Scholars’ interpretation was the one. Now Nigel Short and Tenebrae have complicated all that with a recording that strips all excess musical flesh aside, exposing the chilly bones of these penitential masterpieces.
The Tenebrae services of Easter Week see Christianity at its most bleak. And just as the comfort of light is denied to worshippers, so Victoria’s musical settings of the Responsories for Maundy Thursday, Good Friday and Holy Saturday refuse to veil the pain of their texts. The challenge of music that sustains a single mood is to discover textural shades within the shadows.
Short and his 13 singers achieve this both by alternating full sections with those for reduced forces (an upper-voices verse section in ‘O vos omnes’ is particularly exquisite), and by less orthodox processes. Many movements sit unusually high, finding a silvered quality to the sound lacking in other recordings, while ‘Tenebrae factae sunt’ is transposed down and performed by men’s voices alone, evoking the sudden darkness of the Crucifixion.
Tenebrae’s signature blend (already showcased this year in their recording of Victoria’s more expansive Lamentations – Archiv, 6/13) comes into its own here in the Responsories. The heart of the cycle – the imploring ‘Si est dolor’ – is almost impossibly charged, its balance of vocal fragility and tensile strength discovering the emotional paradox at the core of this music.