december 2013


Lassus: Lagrime di San Pietro

Gallicantus o.l.v. Gabriel Crouch

Er wordt veelzeggend stilgestaan ​​bij details, herhalingen worden op de juiste manier benadrukt en de belichting van een innerlijk drama door de partituur wordt op gevoelige wijze weergegeven.

Opnamen van Lassus' late meesterwerk zijn met redelijk regelmatige tussenpozen verschenen sinds de 400e verjaardag van zijn dood in 1994. Ik was erg onder de indruk van Gallicantus' vorige cd van vorig jaar (ondernemend gewijd aan Byrd en zijn minder bekende tijdgenoot Philippe de Monte - 10/12); en met het volledig mannelijke ensemble in zijn huidige vorm is de nieuwkomer een sterke kanshebber in een klein maar select veld. Het klankbeeld is op zichzelf al dwingend, met de homogeniteit die kenmerkend is voor ensembles met countertenoren op de bovenste lijnen. Maar het is niettemin een flexibele interpretatie, want Gallicantus heeft begrepen wat niet al hun voorgangers hebben begrepen: ondanks de bijbelse herkomst van het plot (dat vertelt over de wroeging van de apostel Petrus na zijn drievoudige verloochening van Christus op de avond van diens arrestatie), is de Lagrime di San Pietro in de eerste plaats een madrigaalcyclus. Met name tempo kan en moet flexibel worden behandeld, als reactie op zowel het ritme als de betekenis van de woorden, maar ook op de breaks, pauzes en contrasten van het verhaal.

Ze doen dit heel goed: wanneer het laatste deel arriveert, begrijpt de luisteraar op zijn beurt echt dat de cyclus niet met een madrigaal maar met een motet eindigt. Net als bij het Ensemble Vocal Européen onder Philippe Herreweghe 20 jaar geleden, worden details veelzeggend lang uitgediept, herhalingen op de juiste manier benadrukt en de belichting van een innerlijk drama door de partituur gevoelig weergegeven. De vreemde intonatiefout (in werkelijkheid heel zeldzaam) is een verwaarloosbare prijs om te betalen voor zo'n meeslepende ervaring.

Recordings of Lassus’s late masterpiece have appeared at reasonably regular intervals since the 400th anniversary of his death in 1994. I was very impressed by Gallicantus’s previous disc last year (enterprisingly devoted to Byrd and his lesser-known contemporary Philippe de Monte – 10/12); and, with the all-male ensemble on its current form, the new arrival is a strong contender in a small but select field. The sound image is compelling on its own terms, with the homogeneity typical of ensembles with countertenors on the top lines. But it’s a flexible interpretation nonetheless, for Gallicantus have grasped that which not all their predecessors have: despite the biblical provenance of its plot (which tells of the remorse of the Apostle Peter following his triple denial of Christ on the night of the latter’s arrest), the Lagrime di San Pietro is a madrigal cycle first and foremost. Tempo in particular can and should be treated flexibly, in response to both the rhythm and the meaning of the words, but also to the breaks, pauses and contrasts of the narrative.

They do this very well: when the final movement arrives, the listener truly grasps, in turn, that it is not with a madrigal but with a motet that the cycle ends. As with the Ensemble Vocal Européen under Philippe Herreweghe 20 years ago, details are tellingly lingered over, repetitions properly emphasised and the score’s illumination of an inner drama sensitively rendered. The odd glitch of intonation (very rare, in truth) is a negligible price to pay for such an involving experience.