december 2013


Paganini: 24 Caprices, Op. 1

Ilya Gringolts

Waar we vroeger tevreden waren met het louter bewonderen van het vuurwerk, horen we nu, dankzij Gringolts’ scherpe gevoel voor timing en nauwgezette aandacht voor dynamiek, de muziek.

Als we het erover eens zijn dat het onder de knie krijgen en vervolgens opnemen van de Paganini Caprices de violistenversie is van het beklimmen van de Everest, en erkennen dat velen vóór Ilya Gringolts (een BBC New Generation Artist, 2001-03) die duizelingwekkende hoogte hebben bereikt, kunnen we overwegen wat er echt speciaal is aan deze opname.

Gringolts is geen onbekende van de Caprices, hij won – op 16-jarige leeftijd – niet alleen de eerste prijs in de Premio Paganini van 1998, maar ook twee verdere onderscheidingen als jongste deelnemer ooit en beste vertolker, en bracht in 1999 een cd uit met andere werken van Paganini (BIS, 8/99). Hij beweert zijn aanpak in de loop der jaren te hebben herzien en presenteert hier wat misschien ‘een werk van archeologie’ is, maar het is duidelijk een frisse, moderne kijk op deze technische meesterwerken.

Wat hij heeft bereikt, is ze speels te maken. Nadat hij de dramatische kwaliteiten erin had ontdekt, heeft hij erover nagedacht. Wat in andere opnames enigszins voorspelbaar is, wordt hier een opwindende reis. Waar we vroeger tevreden waren met het bewonderen van het vuurwerk, horen we nu, dankzij Gringolts' scherpe gevoel voor timing en nauwgezette aandacht voor dynamiek, de muziek.

Gringolts is niet bang voor stilte, rubato of delicaat spel; hij geniet juist van de mogelijkheden die ze bieden. Hij kan declamatorisch zijn (nr. 7), conversationeel (nr. 4), balletachtig (nr. 6) en schilderachtig (nr. 10); hij kan lachen (nr. 13), oproepen (nr. 9, 14 en 19) en zelfs verleiden (nr. 21). Misschien wel het meest opmerkelijke van alles is dat hij in nr. 17 het muzikale equivalent van mime creëert, maar in nr. 24 zorgt hij voor een waardige finale – vol bravoure, maar toch in staat om het etherische te herbergen (Var 10). Dit zijn optredens die Paganini zeker aan het lachen zouden hebben gemaakt.

If we agree that mastering and then recording the Paganini Caprices is the violinist’s version of climbing Everest, and acknowledge that many before Ilya Gringolts (a BBC New Generation Artist, 2001 03) have achieved that dizzying height, we can consider what is truly special about this recording.

Gringolts is no stranger to the Caprices, having won – at the age of 16 – not only first prize in the 1998 Premio Paganini but also two further commendations as the youngest ever competitor and best interpreter, and released a disc of other works by Paganini in 1999 (BIS, 8/99). He claims to have revised his approach over the years and presents here what may be ‘a work of archeology’ but it is clearly a fresh, modern take on these technical masterpieces.

What he has achieved is to make them playful. Having discovered the dramatic qualities within, he has reflected on them. What in other recordings is somewhat predictable here becomes an exciting journey. Where we were once content simply to marvel at the pyrotechnics, now, because of Gringolts’s acute sense of timing and close attention to dynamics, we hear the music.

Gringolts is not afraid of silence, rubato or playing delicately; indeed, he revels in the possibilities they afford. He can be declamatory (No 7), conversational (No 4), balletic (No 6) and painterly (No 10); he can laugh (No 13), evoke (Nos 9, 14 and 19) and even seduce (No 21). Perhaps most remarkable of all, in No 17, he creates the musical equivalent of mime, but in No 24 he provides a worthy finale – full of swagger yet still able to accommodate the ethereal (Var 10). These are performances that would surely have made Paganini smile.