november 2013


Rarities of Piano Music at Schloss vor Husum from the 2012 Festival

Diverse artiesten

Gianluca Luisi geniet van de weelderige ontboezemingen van Joseph Marx: zelden klinkt een fuga minder academisch en vrijer en expressiever naarmate hij naar het stralende einde toewerkt.

Voor hun nieuwste onderneming graaft Schloss vor Husum steeds dieper in de zijwegen van de pianoliteratuur. En als niet alles even waardevol is, is alles wel boeiend, vooral als het wordt gespeeld door pianisten die nieuw zijn op het festival. Er is Fauré's Ballade in zijn vroege soloversie, de overvloed aan noten creëert een magisch trellis dat zelfs Liszt ontmoedigend vond. Dat geldt niet voor Sofja Gülbadamova, die zich een weg baant door Fauré's ingewikkeldheid met een warmte en genegenheid die het tegenovergestelde zijn van een rigiditeit die vaak wordt gezien als een authentieke Franse stijl. Sandro Russo geeft ons Granados' kijk op Scarlatti, duidelijk genietend van de romantische gloed die over muziek wordt geworpen, of die nu zachtaardig of extravert is.

Ook Gianluca Luisi zwelgt in de weelderige Scriabineske uitbarsting van Joseph Marx: zelden kan een fuga minder academisch en vrijer expressief hebben geklonken terwijl het naar zijn stralende einde toewerkt. Amir Tebenikhin biedt vier Preludes van Glière in geweldige uitvoeringen, en er zijn eerbetonen aan Chopin van Adolf Gutmann (die volgens Chopin een gat in een tafel kon slaan), Julian Fontana en Szymanowski vakkundig gespeeld door Hubert Rutkowski. Het programma eindigt met het derde deel van Chabriers Valses romantiques van het Duo Grau/Schumacher en er is nog veel meer. Dit is dus een uitstekende cd, met name voor ontdekkingsreizigers die op zoek zijn naar iets dat verder gaat dan het veilige en nauwe.

For their newest venture, Schloss vor Husum dig ever deeper into the byways of piano literature. And if not everything is of equal value, everything is of absorbing interest, particularly when played by pianists new to the festival. There is Fauré’s Ballade in its early solo version, its profusion of notes creating a magical trellis that even Liszt found daunting. Not so Sofja Gülbadamova, who weaves her way through Fauré’s intricacy with a warmth and affection the reverse of a rigidity often seen as an authentic French style. Sandro Russo gives us Granados’s take on Scarlatti, clearly delighting in the romantic glow cast across music whether gentle or extrovert.

Gianluca Luisi, too, revels in the lush Scriabinesque outpouring of Joseph Marx: rarely can a fugue have sounded less academic and more freely expressive as it builds towards its effulgent end. Amir Tebenikhin offers four Preludes by Glière in superb performances, and there are tributes to Chopin from Adolf Gutmann (who, according to Chopin, could punch a hole in a table), Julian Fontana and Szymanowski expertly played by Hubert Rutkowski. The programme ends with the third of Chabrier’s Valses romantiques from the Duo Grau/Schumacher and there is much more. This, then, is an outstanding disc, particularly for explorers on the lookout for something beyond the safe and narrow.