april 2013
From a City Window: Songs by Hubert Parry
Ailish Tynan & Susan Bickley & William Dazeley & Iain Burnside
De uitvoeringen zijn voortreffelijk, vol subtiele vocale nuances, uitstekende dictie en onderscheidende begeleiding.

Het is alweer een tijdje geleden dat er een cd geheel gewijd werd aan de rijke bron van Parry's 12 delen English Lyrics. Robert Tear en Philip Ledger waren de eersten die een dergelijk project pionierden op Argo in 1979 (Decca, 10/79R), en in 1997 produceerde Stephen Varcoe zijn eigen keuze op Hyperion, prachtig gezongen en voortreffelijk begeleid door Clifford Benson. In deze opname op het Delphian-label, een recital van 27 nummers met drie sympathieke solisten, een sopraan (Ailish Tynan), een mezzosopraan (Susan Bickley) en een bariton (William Dazeley), met Iain Burnside (een liefhebber van Engelse liedjes) aan de piano.
Het emotionele bereik van deze nummers, bijna foutloos bedacht in termen van tekstueel ritme, herinnert ons eraan hoe deskundig een songwriter en pionier van de Engelse kunst Parry was. Tot de vroege meesterwerken behoren de opstellingen van Shelley’s ‘Good-night’, Shakespeare’s ‘O mistress mine’, Keats’ sonnet ‘Bright Star’ en Scott’s ‘Where shall the lover rest’, voorbeelden van Parry’s interpretaties van de klassiekers van de Engelse poëzie. Er zijn nog andere mooie voorbeelden van Herrick, Lovelace en Meredith, maar een groot deel van de poëzie die Parry koos om op te zetten, vooral in de latere liederen, was van hedendaagse auteurs van middelmatige kwaliteit, wiens woorden desondanks een krachtige persoonlijke resonantie voor hem hadden. Julian Sturgis, hier vertegenwoordigd door ‘Sleep’ (een diep elegisch slaapliedje), ‘Grapes’ en ‘A girl to her glass’, wordt getransformeerd door Parry’s muzikale visie, net als Langdon Elwyn Mitchell’s ‘From a City Window’, ongetwijfeld een onthullende autobiografische verklaring van de componist, en Mary Coleridge’s eschatologische ‘Armida’s Garden’ en ‘There’. De uitvoeringen zijn voortreffelijk, vol subtiele vocale nuances, uitstekende dictie en onderscheidende begeleiding.

It is some time since a CD was devoted entirely to the rich wellspring of Parry’s 12 volumes of English Lyrics. Robert Tear and Philip Ledger were the first to pioneer such a project on Argo in 1979 (Decca, 10/79R), and in 1997 Stephen Varcoe produced his own choice on Hyperion, beautifully sung and exquisitely accompanied by Clifford Benson. In this recording on the Delphian label, a recital of 27 songs features three sympathetic soloists, a soprano (Ailish Tynan), a mezzo-soprano (Susan Bickley) and a baritone (William Dazeley), with Iain Burnside (an aficionado of English songs) at the piano.
The emotional range of these songs, almost faultlessly conceived in terms of textual rhythm, reminds us of just how expert a song-writer and pioneer of the English art Parry was. Among the early masterpieces are settings of Shelley’s ‘Good-night’, Shakespeare’s ‘O mistress mine’, Keats’s sonnet ‘Bright Star’ and Scott’s ‘Where shall the lover rest’, examples indeed of Parry’s interpretations of the classics of English poetry. There are other fine examples of Herrick, Lovelace and Meredith but a goodly portion of the poetry Parry chose to set, especially in the later songs, was by contemporary authors of middling quality, whose words nevertheless had a powerful personal resonance for him. Julian Sturgis, represented here by ‘Sleep’ (a deeply elegiac lullaby), ‘Grapes’ and ‘A girl to her glass’, is transformed by Parry’s musical vision, as is Langdon Elwyn Mitchell’s ‘From a City Window’, surely a revealing autobiographical statement of the composer, and Mary Coleridge’s eschatological ‘Armida’s Garden’ and ‘There’. Full of subtle vocal nuance, excellent diction and discerning accompaniment, the performances are exquisite.