februari 2025
Exile
Patricia Kopatchinskaja & Thomas Kaufmann & Camerata Bern
Een karakteristiek intrigerend en boeiend programma van Patricia Kopatchinskaja – met enkele ontdekkingen – uitgevoerd met de gebruikelijke intensiteit van de violist.

Verwacht het onverwachte van Patricia Kopatchinskaja: haar nieuwste release vermengt het (relatief) onbekende met het (relatief) bekende in een beschouwing van ballingschap die zowel breedvoerig als provocerend is.
Jonathan Kerens transcriptie van muziek voor Oekraïense/Russische panfluiten vormt een verkwikkend voorgerecht in een programma dat doorgaat met Schnittkes Eerste Cellosonate. Fantasierijk gearrangeerd door Martin Merker met strijkers en klavecimbel, blijkt het het meest effectief in een onheilspellend, zelfs dreigend centraal Presto, maar dankzij Thomas Kaufmann is de afsluitende Largo niet zonder de intens elegische spanning van het origineel. Een klagende interpretatie van een Moldavische volksmelodie is niet minder toepasselijk voorafgaand aan Panufniks Vioolconcert, Kopatchinskaja geniet van het contrast van het improvisatorische en methodische in het begin van Rubato; het Adagio komt naar voren als een van zijn beste studies in het klagend confessionele, wat het Vivace tegenspreekt door zijn ritmische aanstekelijkheid.
De stijlvolle bewerking van een menuet en trio van de tiener Schubert door de violist leidt naar het andere hoogtepunt. Een van de meest representatieve stukken van de in Rusland geboren Parijzenaar Wyschnegradsky, waarvan de kwarttoonschrift niet is gelamineerd op de harmonische textuur, maar endemisch is voor de muzikale inhoud - bruuske, threnodische en vervolgens strijdlustige bewegingen die leiden naar een beslist openhartig einde. Van hier tot de mijmerende welsprekendheid van Exil!, Ysaÿe's korte maar krachtige 'symfonisch gedicht', is het om het overheersende concept van dit album op zijn meest aangrijpende te ontmoeten.
Verrassend dat de Schnittke nog niet eerder in deze gedaante is opgenomen, terwijl er prima alternatieven zijn voor Panufnik van Piotr Plawner, Wyschnegradsky van het Asasello Quartet en Ysaÿe van Jean-Jacques Kantorow. Elk Kopatchinskaja-project moet op zijn eigen voorwaarden worden beoordeeld, van waaruit ‘Exile’, met onverbiddelijke directheid opgenomen en pertinent geannoteerd, een verdere essentiële aanwinst is van deze meest zoekende hedendaagse muzikant.

Expect the unexpected from Patricia Kopatchinskaja: her latest release elides the (relatively) unfamiliar with the (relatively) familiar in a consideration of exile that is both wide-ranging and provocative.
Jonathan Keren’s transcription of music for Ukrainian/Russian panpipes makes an invigorating entrée into a programme that continues with Schnittke’s First Cello Sonata. Imaginatively arranged by Martin Merker with strings and harpsichord, it proves most effective in an ominous, even menacing central Presto but, thanks to Thomas Kaufmann, the closing Largo is not without the original’s intensely elegiac strain. A plaintive take on a Moldavian folk tune is no less apposite prior to Panufnik’s Violin Concerto, Kopatchinskaja relishing its initial Rubato’s contrast of the improvisatory and methodical; the Adagio emerges as one of his finest studies in the plangently confessional, which the Vivace counters through its rhythmic infectiousness.
The violinist’s stylish arrangement of a minuet and trio from the teenage Schubert leads into the other highlight. One of the Russian-born Parisian Wyschnegradsky’s most representative pieces, its quarter-tone writing is not laminated on to the harmonic texture but endemic to the musical content – brusque, threnodic then combative movements leading towards a decidedly forthright close. From here to the ruminative eloquence of Exil!, Ysaÿe’s brief though potent ‘symphonic poem’, is to encounter the governing concept of this album at its most affecting.
Surprising that the Schnittke has not previously been recorded in this incarnation, while there are fine alternatives for Panufnik by Piotr Plawner, Wyschnegradsky by the Asasello Quartet and Ysaÿe by Jean-Jacques Kantorow. Any Kopatchinskaja project needs to be judged on its own terms, from which vantage ‘Exile’, recorded with unsparing immediacy and pertinently annotated, is a further essential acquisition from this most questing of present-day musicians.