Awards Issue 2014


Vivaldi: Cello Sonatas (Alpha Collection)

Marco Ceccato & Accademia Ottoboni

Ceccato vertegenwoordigt deze muziek zo zelfverzekerd dat hij in staat is om gedurende deze set wonderbaarlijk levendige, verrukkelijk boeiende en geheel persoonlijke uitvoeringen te leveren.

Net als bij een Bach Suite is het leren van een Vivaldi-sonate een overgangsrite voor elke cellist. Hoewel ze niet vaak worden gespeeld in openbare recitals, zijn Vivaldi-sonates opgenomen door recente generaties van historische spelers, waaronder Susan Sheppard (CRD, 12/87) in de jaren 80, Christophe Coin (L'Oiseau-Lyre, 4/89), David Watkin (Hyperion), Anner Bylsma (DHM/Sony, 6/90) en Pieter Wispelwey (Channel Classics, 11/94) in de jaren 90, Jaap ter Linden (Brilliant Classics) in het afgelopen decennium en meest recent door Bruno Cocset (Agogique, 2012).

Deze nieuwe opname van de in Frankrijk geboren cellist Marco Ceccato put uit een bredere dan gebruikelijke selectie van Vivaldi-bronnen - allemaal in manuscript - om een ​​nieuwe set van zes sonates te creëren, waarvan sommige bekender zijn dan andere. Volgens de auteur van het boekje, Olivier Fouré, werd de set die we het beste kennen voor het eerst gepubliceerd in Parijs in 1739-40 zonder toestemming van Vivaldi en bevat deze ondeugdelijke, ‘gecorrigeerde’ versies. De cd wordt afgerond met een nieuw gecomponeerde Prelude, geïnspireerd door een Vivaldi-incipit van twee maten, opgenomen in een Duitse uitgeverscatalogus uit 1766 van de nu verloren RV38, door Olivier Fouré, die het opdraagt ​​aan de opportunistische Franse uitgever Madame Boivin.

Ceccato is een prima speler met een echte affiniteit met Vivaldi. Zijn lezingen zijn elegant en verreweg het meest poëtisch dat ik ooit heb gehoord. De bekende sonate in a mineur (RV44) is een voorbeeld: in de openings-Largo brengt hij een beredeneerde en – in het tweede thema – zelfs verzoenende interpretatie, in het eerste Allegro een verrukkelijke mix van branie en rubato, en in het tweede Largo oordeelkundig gebruik van stilte. Hier en elders is zijn versiering in de herhalingen nooit louter formulematig en brengt vaak onverwacht genot.

Zijn gevoel voor de muziek is zo overtuigend dat hij korte momenten van portamento kan introduceren – iets wat niemand anders heeft gedurfd (trs 11 en 23) – en zelfs subtiel zijn toon kan verminderen op zwakke cadensen alla francese (trs 9 en 10). Bovendien klinkt Vivaldi er beter door. Ceccato produceert een rijke, dwingende toon bij het spelen van melodieus materiaal en vertrouwt op een off-the-string strijkstok om een ​​droger, meer percussief geluid te produceren bij het begeleiden van zichzelf, waarbij hij moeiteloos heen en weer schakelt tussen hen. De verfrissende muzikale samenhang die hij bereikt met deze trucs van zijn vak is wat deze opname zo speciaal maakt. Zijn continuo-ensemble, Accademia Ottoboni, begeleidt sympathiek en komt slechts af en toe uit de achtergrond (het klavecimbel in tr 23 en de tweede cello in tr 24). Dit is een van de opnames die je dit jaar absoluut moet horen!

As with a Bach Suite, learning a Vivaldi sonata is a rite of passage for every cellist. While not often played in public recitals, Vivaldi sonatas have been recorded by recent generations of period players, including Susan Sheppard (CRD, 12/87) in the 1980s, Christophe Coin (L’Oiseau-Lyre, 4/89), David Watkin (Hyperion), Anner Bylsma (DHM/Sony, 6/90) and Pieter Wispelwey (Channel Classics, 11/94) in the ’90s, Jaap ter Linden (Brilliant Classics) last decade and most recently by Bruno Cocset (Agogique, 2012).

This new recording by the French-born cellist Marco Ceccato draws from a wider than usual selection of Vivaldi sources – all in manuscript – to create a new set of six sonatas, some more familiar than others. According to the booklet writer, Olivier Fouré, the set we know best was first published in Paris in 1739 40 without Vivaldi’s permission and transmits unsound, ‘corrected’ versions. The CD is rounded off by a newly composed Prelude, inspired by a two-bar Vivaldi incipit included in a 1766 German publisher’s catalogue of the now-lost RV38, by Olivier Fouré, who dedicates it to the opportunistic French publisher Madame Boivin.

Ceccato is a fine player with a genuine affinity for Vivaldi. His readings are elegant and much the most poetic I have heard. The well known A minor Sonata (RV44) is a case in point: to the opening Largo he brings a reasoned and – in the secondary theme – even conciliatory interpretation, to the first Allegro a delightful mixture of swagger and rubato, and to the second Largo judicious use of silence. Here and elsewhere his ornamentation in the repeats is never merely formulaic and often brings unexpected delight.

So convincing is his sense of the music that he can introduce brief moments of portamento – something no one else has dared to do (trs 11 and 23) – and even subtly diminish his tone on weak cadences alla francese (trs 9 and 10). What’s more, Vivaldi sounds better for it. Ceccato produces a rich, compelling tone when playing melodic material and relies on an off-the-string bow stroke to produce a drier, more percussive sound when accompanying himself, switching effortlessly back and forth between them. The refreshing musical coherence he achieves with these tricks of his trade is what makes this recording so special. His continuo ensemble, Accademia Ottoboni, accompany sympathetically, only occasionally emerging from the background (the harpsichord in tr 23 and the second cello in tr 24). This is one of this year’s must-hear recordings!