oktober 2014
Janáček: Glagolitic Mass, The Eternal Gospel
Prague Radio Symphony Orchestra o.l.v. Tomáš Netopil
Een nieuwe editie – ‘die soms neerkomt op een heel ander werk,’ zegt Rob Cowan – is reden genoeg om dit te horen; maar een uitstekende uitvoering is nog steeds de hoofdmoot.

Dat de Glagolitische Mis een complexe geschiedenis heeft, is inmiddels algemeen bekend. Nog niet zo lang geleden verscheen er een partituur van de zogenaamde ‘oorspronkelijke versie’: interessant maar niet authentiek, meer een compendium van elementen uit verschillende versies. De nieuwe editie van Bärenreiter Praag bevat twee drukken van het stuk, de laatste geautoriseerde versie (de versie die de componist voor druk voorbereidde) en dit zogenaamde alternatief van september 1927 (de versie die werd gebruikt bij de première in Brno), dat het origineel het meest nauwkeurig weergeeft, met uitzondering van latere bewerkingen die tijdens of na de voorbereidingen voor de eerste uitvoering zijn gemaakt. Het catalogiseren van de verschillen tussen de twee zou vermoeiend zijn, dus volstaat het te zeggen dat het (echte) origineel soms neerkomt op een heel ander werk, zowel dramatischer als kleurrijker dan de bekende herziening en waarbij gewijzigde details onmiddellijk onze aandacht trekken, soms harmonisch, dan weer ritmisch of betreffende de feitelijke notatie van de Mis. Tomáš Netopils uitvoering bruist van zenuwachtige energie, zijn solisten zijn toegewijd, en dat geldt ook voor zijn koor en orkest.
The Eternal Gospel (1914) zag voor het eerst het daglicht deels vanwege het succes van Janáčeks opera Jenůfa. Over het algemeen is The Eternal Gospel stilistisch conventioneler dan de veel latere mis (het is bijna een mini-oratorium) en is het al eeuwenlang niet meer opgenomen. Gebaseerd op een gedicht van Jaroslav Vrchlický is het thema van de tekst universele liefde. Sommige van Janáčeks naaste medewerkers geloofden dat de oorlog op de Balkan een inspiratiebron zou kunnen zijn geweest, voornamelijk vanwege zijn pacifistische houding. De opening Con moto luidt meteen vreemde spoken in, soms zijdelings naar Sibelius kijkend, de daaropvolgende bewegingen wisselen mysterie en drama af. Opnieuw is de uitvoering uitstekend.

That the Glagolitic Mass has a complex history is by now common knowledge. Not long ago a score of the so-called ‘original version’ emerged: interesting but not authentic, more a compendium of elements from various versions. The new edition from Bärenreiter Prague contains two printings of the piece, the last authorised version (the one that the composer prepared for print) and this so-called September 1927 alternative (the one used at the Brno premiere), which most accurately reflects the original, excluding later edits made during or following the preparations for the first performance. Cataloguing the differences between the two would be tedious, so suffice to say that the (true) original amounts at times to a quite different work, both more dramatic and more colourful than the familiar revision and where altered detail immediately arrests our attention, sometimes harmonic, at other times rhythmic or concerning the Mass’s actual notation. Tomáš Netopil’s performance seethes with nervous energy, his soloists are dedicated, and so are his chorus and orchestra.
The Eternal Gospel (1914) first saw the light of day in part because of the success achieved by Janáček’s opera Jenůfa. In general more stylistically conventional than the much later Mass (it’s all but a mini-oratorio), The Eternal Gospel hasn’t been recorded in aeons. Based on a poem by Jaroslav Vrchlický, the text’s theme is one of universal love. Some of Janáček’s closest associates believed that the war in the Balkans may have proved an inspiration, principally because of his pacifist attitudes. The opening Con moto immediately ushers in among strange spectres, at times glancing sideways at Sibelius, the ensuing movements alternating mystery and drama. Again, the performance is excellent.