maart 2014

Grieg: Piano Works

Ivana Gavrić

Alles straalt genegenheid uit en in de Lyrische Stukken werpt ze een verrukkelijk impressionistisch waas over de pagina's waarop Grieg op zijn meest intieme en vertrouwelijke manier wordt getoond.

Deze boeiende cd bevat een selectie van de populairste Lyric Pieces en vier van de Slåtter tussen de twee grootschalige pianowerken van de componist. Het eindigt met een toegift in de vorm van een spookachtige overpeinzing door de Britse componist Cheryl Frances-Hoad over vier maten uit de Sonate.

Ivana Gavric´, die Leif Ove Andsnes tot haar mentoren rekent, opent met de Ballade, een ambitieuze reeks variaties gehuld in Noordse duisternis en met slechts af en toe een zonnestraal te midden van de omringende duisternis. En het is zowel hier als in de harmonisch zoute en gedurfde Slåtter, misschien wel het meest opmerkelijke van alle klavierwerken van Grieg, dat Gavric´ zeldzame gaven onthult. Of het nu in introspectie is of in liltende dansritmes die je meenemen naar het hart van het geliefde Vestlandet van de componist, ze bereikt een ongedwongen welsprekendheid die je meer dan doet twijfelen aan Alfred Brendels onvergeeflijke verwijzing naar ‘muziek voor kamermeisjes’. Alles gloeit van genegenheid; en in de Lyric Pieces werpt ze een verrukkelijke impressionistische waas over pagina's die Grieg op zijn meest intieme en vertrouwelijke tonen (de ‘Nocturne’ en de centrale smeekbede uit ‘Wedding Day at Troldhaugen’). Probeer haar ook eens op haar lichtvoetige en elegant getrapte manier met ‘Butterfly’, op haar stijlvolle, ongedwongen manier met ‘Little Bird’ of in haar warmhartige en flexibele benadering van ‘Waltz’.

Nogmaals, als haar natuurlijkheid en finesse in het Andante molto uit de Sonate minder levendig zijn in articulatie en kleuring dan bij Alicia de Larrocha in haar verrassende keuze voor haar eerste Decca-cd (6/70), dan is er veel om je over te verbazen. Kortom, Gavric´ bezit wat ik alleen kan omschrijven als een prachtige muzikale persoonlijkheid, aangevuld met Champs Hill's uitstekende geluid en presentatie.

This captivating disc sandwiches a selection of the more popular Lyric Pieces and four of the Slåtter between the composer’s two large-scale works for the piano. It concludes with an encore in the form of a haunting contemplation by the British composer Cheryl Frances-Hoad on four bars from the Sonata.

Ivana Gavric´, who names Leif Ove Andsnes among her mentors, opens with the Ballade, an ambitious set of variations shrouded in Nordic darkness and with only an occasional shaft of sunlight amid the encircling gloom. And it is both here and in the harmonically salty and audacious Slåtter, arguably the most remarkable of all Grieg’s keyboard works, that Gavric´ reveals rare gifts. Whether in introspection or in lilting dance rhythms that take you to the very heart of the composer’s beloved Vestlandet, she achieves an unforced eloquence that makes you more than question Alfred Brendel’s unforgivable reference to ‘music for chamber-maids’. Everything glows with affection; and in the Lyric Pieces she casts a delectable impressionistic haze over pages which show Grieg at his most intimate and confiding (the ‘Nocturne’ and the central entreaty from ‘Wedding Day at Troldhaugen’). Try her, too, in her lightly and elegantly pedalled way with ‘Butterfly’, in her stylish, unforced way with ‘Little Bird’ or in her warm-hearted and flexible approach to ‘Waltz’.

Again, if her naturalness and finesse in the Andante molto from the Sonata are less vivid in articulacy and coloration than from Alicia de Larrocha in her surprising choice for her first Decca disc (6/70), there is much to wonder at. In short, Gavric´ possesses what I can only describe as a beautiful musical personality, complemented by Champs Hill’s excellent sound and presentation.