januari 2014
Julian Anderson: Orchestral Works
LPO o.l.v. Vladimir Jurowski & Ryan Wigglesworth
Noch verwijfd noch vulgair, dit zou zomaar de nieuwe muziek kunnen zijn waar je op hebt gewacht, de wow-factor op het oppervlak is slechts een deel van het verhaal.

Julian Anderson (geb 1967) is de opvolger van Mark-Anthony Turnage als vaste componist van de London Philharmonic. Hoewel zijn eigen muziek niet onberoerd blijft door volkse elementen, heeft het zijn eigen zorgvuldig ontworpen manier om oud en nieuw te verzoenen. Een aanstaande avondvullende opera voor ENO lijkt waarschijnlijk bredere erkenning te brengen aan een belangrijke speler die niet heeft gebroken met de modernistische erfenis, maar de kracht van consonantie erkent. Er hoeven geen excuses te worden aangeboden voor de kwaliteit van deze live-opnames. Het geluid is warmer dan wat daadwerkelijk werd ervaren in de Royal Festival Hall en applaus is geschrapt.
Gezien het feit dat er slechts twee eerdere cd's exclusief gewijd zijn aan Andersons muziek, is het misschien verrassend om hier een gedupliceerd stuk aan te treffen. Dat gezegd hebbende, The Crazed Moon (1997) is het zeker de moeite waard om opnieuw te beluisteren. Geschreven als eerbetoon aan Graeme Smith, een jonge leerling en vriend van componisten die plotseling stierf met een ongerealiseerd potentieel, is de titel ontleend aan een gedicht van Yeats dat een angstaanjagend visioen bevat van 'de maan, gek geworden door veel bevallingen / wankelend door de lucht'. Er zijn sporen van Birtwistle en Knussens invloed is net zo sterk voelbaar als in Turnages vroege werk, maar de stem is al behoorlijk duidelijk, de structuur zit vol met jump-cuts en geeft het gevoel van een ononderbroken boog van 14 minuten.
Hiervoor hebben we Fantasias (2009), een concert voor orkest in vijf delen in opdracht van Cleveland en met helderdere acryloppervlakken, schaarser kreupelhout en een minder duidelijk hart. Er zijn fantastische quasi-herinneringen aan Tippett, Stravinsky, Bartók, Ligeti, Messiaen, Boulez et al op weg naar een uitgebreid wild tumult. De spelers klinken alsof ze genieten van wat op zijn minst een glinsterende workout is. (In concert stond de koperblazerssectie op om het openingsdeel te spelen.)
De vergelijkbaar briljante uitvoering van The Discovery of Heaven (2011) verhult het feit dat het afkomstig is van de allereerste uitgave van het werk, onder Ryan Wigglesworth. Opgedragen aan wijlen Jonathan Harvey, zijn de startpunten de gelijknamige epische roman van de Nederlandse schrijver Harry Mulisch en de oude Japanse hofmuziek die bekendstaat als gagaku. In drie delen, waarvan het tweede en derde zonder pauze worden gespeeld, is het een meeslepende reis door een nog breder scala aan concurrerende klanken, harmonieën en stemmingen, van statische oosterse contemplatie via koortsachtige stedelijke uitvinding tot magische, op strijkers gebaseerde, net-niet-helemaal-transcendentie.
Dit is noch verwijfd noch vulgair, dit zou zomaar de nieuwe muziek kunnen zijn waar je op hebt gewacht, de wow-factor oppervlakkige vloeiendheid is slechts een deel van het verhaal. Sterk aanbevolen.

Julian Anderson (b1967) is Mark-Anthony Turnage’s successor as the London Philharmonic’s resident composer. While his own music is not untouched by vernacular elements, it has its own carefully crafted way of reconciling old and new. A forthcoming evening-length opera for ENO seems likely to bring wider recognition to a key player who has not broken with the modernist inheritance yet recognises the potency of consonance. No apology need be made for the quality of these live recordings. The sound is warmer than that actually experienced in the Royal Festival Hall and applause has been excised.
Given that there have been only two previous discs devoted exclusively to Anderson’s music, it is perhaps surprising to find a piece duplicated here. That said, The Crazed Moon (1997) is well worth revisiting. Written as a tribute to Graeme Smith, a young composer pupil and friend who died suddenly with potential unrealised, its title is taken from a Yeats poem which contains a frightening vision of ‘the moon, crazed through much childbirth / staggering through the sky’. There are traces of Birtwistle and Knussen’s influence is as strongly felt as it is in Turnage’s early work but the voice is already quite distinct, the structure at once full of jump-cuts and giving the sense of an unbroken 14-minute arc.
Before this we have Fantasias (2009), a five-movement concerto for orchestra commissioned for Cleveland and exhibiting brighter acrylic surfaces, sparser undergrowth and rather less obvious heart. There are fantastical quasi-reminiscences of Tippett, Stravinsky, Bartók, Ligeti, Messiaen, Boulez et al en route to an extended wild rumpus. The players sound as if they are enjoying what is, at the very least, a glittering workout. (In concert the brass section stood to deliver the opening movement.)
The comparably brilliant performance of The Discovery of Heaven (2011) belies the fact that it is taken from the work’s very first outing, under Ryan Wigglesworth. Dedicated to the late Jonathan Harvey, its starting points are the eponymous epic novel by Dutch writer Harry Mulisch and the ancient Japanese court music known as gagaku. In three movements, the second and third played without a break, it’s a gripping journey through an even wider range of contending sonorities, harmonies and moods, from static oriental contemplation via febrile urban invention to magical, string-based, not-quite-transcendence.
Neither effete nor vulgar, this might just be the new music you’ve been waiting for, its wow-factor surface fluency only part of the story. Strongly recommended.