januari 2025


Donnacha Dennehy: Land of Winter

Alarm Will Sound o.l.v. Alan Pierson

Een prachtig portret van landschappen en seizoenen van de Ierse componist Donnacha Dennehy, zijn klankwereld op meeslepende wijze vastgelegd door specialisten in moderne muziek Alarm Will Sound.

Donnacha Dennehy's eerste album voor Nonesuch, 'Grá agus Bás' (8/11), ging in op het rijke culturele en muzikale erfgoed van Ierland, terwijl zijn tweede, 'The Hunger' (A/19), het schrijnende historische verleden ervan onderzocht. 'Land of Winter' laat de componist zich richten op het vaak meedogenloze klimaat en landschap van het land. Met elk deel vernoemd naar een andere maand, begint de sequentie met december en eindigt met november. Dit zorgt ervoor dat de seizoenscyclus draait om de winter, wat Dennehy's observatie weerspiegelt dat de Latijnse naam voor Ierland Hibernia was (wat 'land van de winter' betekent).

Hoewel het werk niet duidelijk programmatisch is, is het moeilijk om geen verschillende extramuzikale kwaliteiten in elk deel te lezen. Kunstmatige harmonischen en microtonen vermengen zich met medeklinkergeluiden in 'December', wat suggereert dat er een vreemd en buitenaards landschap is, terwijl de aanhoudende schommelbeweging in 'Januari' een desolaat, door de wind geteisterd tafereel oproept. ‘February’ projecteert het soort kracht en punch dat geassocieerd wordt met Dennehy’s voormalige leraar, Louis Andriessen, terwijl ‘March’ leunt op ‘December’ voor zijn onheilspellende aanwezigheid.

Een meer hoopvolle stemming vergezelt de lente- en zomermaanden, alsof de componist ze door een Amerikaanse lens bekijkt. Stijgende en dalende pentatonische patronen geven een bluesier geluid in ‘April’, terwijl de levendige vocale scatting van ‘May’ overgaat in de lome lyriek van ‘June’ – de soepele en zijdezachte lijnen van laatstgenoemde baden in een poel van diatoniek. Het land van de winter verandert kortstondig in een stil meer in de zomer.

Het vrolijke ‘July’ maakt plaats voor het luie ‘August’ – lethargische en opgeblazen koperakkoorden die hinten naar de zwaarte van de hoogzomer – terwijl ‘September’ ronddartelt met energieke urgentie, alsof het zich ervan bewust is dat de tijd dringt. Een touwtrekken tussen stilstand en beweging impliceert dat de dagen korter worden en de nachten langer in ‘oktober’, en de cyclus eindigt met een van de beste delen, ‘november’, die terugkeert naar de kale, winderige atmosfeer van ‘december’.

JS Bachs Adventskoraal Wie soll ich dich empfangen vormt een rode draad in een fantasierijk bedacht en subtiel geïntegreerd werk, waarin spectrale gebaren schouder aan schouder staan ​​met postminimalistische patronen en folk-achtige drones met microtonaliteit. Land of Winter profiteert opnieuw van een eersteklas uitvoering van het altijd betrouwbare Alarm Will Sound onder leiding van Alan Pierson (aan wie het werk is opgedragen) en biedt, als het nodig was, verder bewijs dat Dennehy de belangrijkste componist is die Ierland is geworden sinds Gerald Barry

Donnacha Dennehy’s first album for Nonesuch, ‘Grá agus Bás’ (8/11), engaged with Ireland’s rich cultural and musical heritage, while his second, ‘The Hunger’ (A/19), explored its harrowing historical past. ‘Land of Winter’ sees the composer focus on the country’s often unforgiving climate and landscape. With each movement named after a different month, the sequence starts with December and ends with November. This ensures that the seasonal cycle pivots around winter, reflecting Dennehy’s observation that the Latin name for Ireland was Hibernia (meaning ‘land of winter’).

While the work is not obviously programmatic, it’s difficult not to read various extramusical qualities into each movement. Artificial harmonics and microtones mingle with consonant sounds in ‘December’, suggesting a strange and other-worldly landscape, while the persistent rocking motion in ‘January’ evokes a desolate, windbitten scene. ‘February’ projects the kind of power and punch associated with Dennehy’s erstwhile teacher, Louis Andriessen, while ‘March’ draws on ‘December’ for its ominous presence.

A more hopeful mood accompanies the spring and summer months, as if viewed by the composer through an American lens. Rising and falling pentatonic patterns impart a bluesier sound in ‘April’, while the animated vocal scatting of ‘May’ eases into the languid lyricism of ‘June’ – the latter’s smooth and silky lines bathing in a pool of diatonicism. The land of winter is briefly transformed into a still lake in summer.

Joyful ‘July’ gives way to lazy ‘August’ – lethargic and bloated brass chords hinting at the heaviness of high summer – while ‘September’ darts around with energetic urgency, as if aware that time is running out. A tug-of-war between stasis and movement implies that the days become shorter and the nights longer in ‘October’, and the cycle ends with one of its best movements, ‘November’, which returns full circle to the barren, windbitten atmosphere of ‘December’.

JS Bach’s Advent chorale Wie soll ich dich empfangen forms one connecting thread in an imaginatively conceived and subtly integrated work, where spectralist gestures rub shoulders with post-minimalist patterns and folk-like drones with microtonality. Benefiting once more from a top-notch performance from the ever-reliable Alarm Will Sound directed by Alan Pierson (to whom the work is dedicated), Land of Winter offers further proof, if it were required, that Dennehy is Ireland’s most significant composer to have emerged since Gerald Barry