december 2015


Minoritenkonvent

Aliquando (Stéphanie Paulet & Élisabeth Geiger)

Een fascinerende cd: sonates uit een manuscript uit de late 17e eeuw die een echt inzicht bieden in de vioolmuziek van die tijd. Uitstekend gespeeld en met een prachtig klinkend kamerorgel.

Tegenwoordig is Biber waarschijnlijk de bekendste vioolvirtuooscomponist van het midden tot eind van de 17e eeuw, maar deze stijlvolle opname biedt een glimp van de omgeving waarin hij werkte. Het put uit een enorme muziekcollectie die bewaard is gebleven in één enkel manuscript, dat zich nu bevindt in de bibliotheek van het Minorietenklooster in Wenen (vandaar de titel van de cd). Van de tientallen sonates worden sommige toegeschreven aan genoemde componisten, maar verschillende anonieme werken hebben duidelijke banden met de Habsburgse hofcultuur.

Aliquando is een Frans ensemble, waarvan twee leden hier als duo verschijnen. De techniek van violiste Stéphanie Paulet is vloeiend, ingetogen maar toch snel ter been en onfeilbaar stijlvol, in staat tot aanhoudende, uitgebreide verhandelingen, of haar onderwerp nu een lang pedaalpunt is (zoals degene waarmee de cd opent) of een zes minuten durende passacaglia (de anonieme nr. 75).

De sterk kerkgerichte context voor dit solovioolrepertoire rechtvaardigt het gebruik van het orgel als het enige continuo-instrument. Elisabeth Geiger staat aan het hoofd van een kamerorgel dat alleen al om zichzelf de moeite waard is om te horen, het enige overgebleven positief van André Silberman (mentor en oudere broer van de legendarische Gottfried Silbeman). Gebouwd in de jaren 1720 en onlangs gerestaureerd, combineert het de intimiteit en snelle actie van een kamerinstrument met voldoende kracht om een ​​akoestisch instrument te vullen. Het is een prachtig instrument, discreet maar toch vol karakter, en het heeft verschillende show-stopping registers die Geiger met echte flair introduceert. Gecombineerd met het incidentele gebruik van scordatura op de viool, geeft dit een duidelijk karakter aan elk van de sonates die voor deze opname zijn gekozen. Dit is kamermuzikaal vakmanschap van een hoog niveau.

Het bijbehorende boekje bevat een uitstekende set essays die verschillende aspecten van de opname beschrijven, niet in de laatste plaats volledige noten op het Silberman-orgel, dat ook prachtig is gefotografeerd. Nog een van mijn hoogtepunten van het jaar, zonder twijfel

Today Biber is probably the best known of the mid- to late‑17th-century violin virtuoso composers, but this stylish recording offers a glimpse of the environment within which he worked. It draws from a huge collection of music preserved in a single manuscript, housed today in the library of the Minorite convent in Vienna (hence the disc’s title). Of its dozens of sonatas, some are ascribed to named composers, but several of the anonymous works have clear links to Habsburg court culture.

Aliquando is a French ensemble, two of whose members appear here as a duo. Violinist Stéphanie Paulet’s technique is fluent, restrained yet fleet of foot and unerringly stylish, capable of sustained, extended discourse whether her subject is a long pedal-point (such as the one that opens the disc) or a six-minute passacaglia (the anonymous No 75).

The strongly church-oriented context for this solo violin repertory justifies the use of the organ as the sole continuo instrument. Elisabeth Geiger presides over a chamber organ that is worth hearing for its sake alone, the only surviving positive by André Silberman (mentor and elder brother of the legendary Gottfried Silbeman). Built in the 1720s and recently restored, it combines the intimacy and quick action of a chamber instrument with sufficient power to fill an acoustic. It’s a wonderful instrument, discrete yet full of character, and it sports several show-stopping registers that Geiger introduces with real flair. Combined with the occasional use of scordatura on the violin, this lends a distinct character to each of the sonatas chosen for this recording. This is chamber musicianship of a high order.

The accompanying booklet has an excellent set of essays detailing various aspects of the recording, not least full notes on the Silberman organ, which is also beautifully photographed. Another of my year’s highlights, beyond doubt