augustus 2015


Steinberg: Passion Week

Cappella Romana o.l.v. Alexander Lingas

Een diep ontroerende, serene uitvoering van het laatste grote religieuze werk dat in Sovjet-Rusland werd gecomponeerd en dat tot voor kort in de vergetelheid raakte.

Deze belangrijke en opwindende release van het 26-koppige kamerkoor uit Portland, Oregon is een opmerkelijke opvolger van hun cd 'Good Friday in Jerusalem' (5/15). Onder hun inspirerende dirigent Alexander Lingas richten ze hun aandacht op een onlangs herontdekt koorpareltje, de 47 minuten durende Passion Week van de in Litouwen geboren componist Maximilian Steinberg (1883-1946). Deze opname volgde nauw op wat vermoedelijk de eerste complete uitvoering door deze krachten was.

Nadat hij ervoor had gekozen om na de revolutie van 1917 in Rusland te blijven, voltooide Steinberg dit stuk in 1923, slechts een maand voor het verbod op alle sacrale muziek en de toenemende vervolging van de orthodoxe kerk. Dit was in feite het laatste grote sacrale werk dat in Sovjet-Rusland werd gecomponeerd.

Steinberg nam Grechaninovs Op 58 Passion Week uit 1912 als zijn model, en 11 van de twaalf bewegingen van zijn werk zijn gebaseerd op vroege Znamenny, Kievse en Bulgaarse gezangen. De enige originele compositie, ‘The Wise Thief’, is bijna een pastiche, waarvan het idioom ons een beetje verder brengt dan Rachmaninovs All-Night Vigil.

De a cappella texturen spreiden zich op verschillende en weelderige wijze uit over 12 delen, wat, zoals verwacht, vereist dat de sopranen met juweelachtige schittering opstijgen en de bassen zich verdiepen in hun rietachtige ondergrondse diepten. Cappella Romana gaat met dit alles om met een welsprekende schittering, zingend met enorm veel smaak, alsof dit obscure meesterwerk al jaren in hun repertoire zit. Hun eensgezindheid in hun aanval en nauwgezette benadering van dynamische contrasten zijn slechts twee kenmerken van een uitstekende prestatie. Ook hulde aan Preston Smith en Steve Barnett voor hun geweldige techniek en productie.

Het is volkomen passend dat de rest van de schijf bestaat uit vijf Chant Arrangements for Holy Week van Steinbergs schoonvader Rimsky-Korsakov. Ze zijn afkomstig uit twee bloemlezingen (gepubliceerd in 1884-86 en postuum in 1910) die een bescheiden succes boekten bij Russische koren. De meest substantiële bewerking is het afsluitende nummer op de schijf, het magnifieke ‘Let all mortal flesh keep silence’. Hoewel het niet helemaal de extatische mystiek van Bairstows meesterlijke setting bereikt, krijgt het wel de beste steun van deze fijne muzikanten. Dit is absoluut een schijf om van te genieten.

This important and exciting release from the Portland, Oregon-based 26-strong chamber choir is a notable successor to their ‘Good Friday in Jerusalem’ disc (5/15). Under their inspiring director Alexander Lingas they turn their attention to a recently rediscovered choral gem, the 47-minute long Passion Week by the Lithuanian-born composer Maximilian Steinberg (1883-1946). This recording closely followed what is believed to have been the premiere complete performance by these forces.

Having chosen to stay in Russia after the 1917 Revolution, Steinberg completed this piece in 1923, just one month before the ban on all sacred music and the stepping-up of persecution of the Orthodox Church. This was, effectively, the last major sacred work to be composed in Soviet Russia.

Steinberg took Grechaninov’s Op 58 Passion Week of 1912 as his model, and 11 of his work’s dozen movements are based on early Znamenny, Kievan and Bulgarian chants. The one original composition, ‘The Wise Thief’, is almost a pastiche, its idiom taking us a little further on from Rachmaninov’s All-Night Vigil.

The a cappella textures spread variously and luxuriantly into 12 parts, requiring, as might be expected, the sopranos to soar with jewel-like brilliance and the basses to delve to their reedy subterranean depths. Cappella Romana cope with all of this with an eloquent brilliance, singing with tremendous relish, as though this obscure masterpiece had been in their repertory for years. Their unanimity of attack and fastidious approach to dynamic contrasts are just two hallmarks of an outstanding achievement. Hats off, too, to Preston Smith and Steve Barnett for their superb engineering and production.

It is entirely fitting that the rest of the disc consists of five Chant Arrangements for Holy Week by Steinberg’s father-in-law Rimsky-Korsakov. They are taken from two anthologies (published in 1884-86 and posthumously in 1910) which achieved a modest success with Russian choirs. The most substantial arrangement is the concluding track on the disc, the magnificent ‘Let all mortal flesh keep silence’. Although it doesn’t quite reach the ecstatic mysticism of Bairstow’s masterly setting, it does receive the finest advocacy from these fine musicians. This is definitely a disc to savour.