augustus 2015


Bruckner: Symphony No. 1

Netherlands Radio Philharmonic Orchestra o.l.v. Jaap van Zweden

Van Zweden voltooit zijn reis door de symfonieën van Bruckner met een rijk gedetailleerde, hartstochtelijk gespeelde Eerste.

Deze release markeert de voltooiing van Jaap van Zwedens cyclus van de genummerde Bruckner-symfonieën, een project dat negen jaar in de maak was en verdeeld over twee platenlabels. (De eerste symfonieën die werden opgenomen, nrs. 2, 4, 5, 7 en 9, werden uitgebracht op het Japanse label Exton.) Deze uitstekende uitvoering van de Eerste symfonie is een meer dan passende afsluiting van een serie die met elke nieuwe opname in aanzien is gegroeid.

Zoals de meeste dirigenten heeft van Zweden ervoor gekozen om de symfonie op te nemen in de zogenaamde 'Linz'-editie van 1866 in plaats van de 'Wenen'-editie van 1891, en de cd is dienovereenkomstig gelabeld. De Linz-editie zoals gepubliceerd bevat in feite herzieningen van de partituur die Bruckner in Wenen in 1877 en 1884 maakte, een detail dat het vermelden waard is nu de originele versie uit 1866 op schijf beschikbaar is en steeds vaker in concert wordt uitgevoerd. De boekje-notitie bevat een nuttige beschrijving van de uitgebreide evolutie van de symfonie.

Van Zwedens interpretatie is ongeëvenaard in het bieden van frisheid en levendigheid, terwijl het trouw blijft aan Bruckners markeringen. Dynamiek in het bijzonder wordt zorgvuldig in acht genomen, waardoor de verrassend zeldzame passages van triple forte in de partituur het beoogde effect hebben. De uitvoering van het Adagio in het bijzonder heeft een dwingende diepgang en overtuiging. Het hoogtepunt van de beweging biedt misschien niet de gepassioneerde intensiteit die Jochum bereikt in zijn verslag van DG uit het midden van de jaren zestig, maar het vermijdt ook de al te vrije benadering van tempo en dynamiek die de eerdere uitvoering af en toe ondermijnt. Na een strakke en energieke interpretatie van het Scherzo levert van Zweden een uitvoering van de finale van de symfonie - aantoonbaar Bruckners meest succesvolle, behalve die van de Vijfde symfonie - vol ritmische drive en opwinding.

Het spel van het Nederlandse orkest is expressief en lenig in alle afdelingen, met name het koper biedt een bevredigende resonantie en bite. Met warme en heldere klank op zowel CD- als SACD-lagen is het moeilijk om een ​​fijnere versie van de Eerste symfonie in de catalogus te bedenken. Een echte aanrader.

This release sees the completion of Jaap van Zweden’s cycle of the numbered Bruckner symphonies, a project nine years in the making and split across two record labels. (The earliest symphonies to be recorded, Nos 2, 4, 5, 7 and 9, were released on the Japanese Exton label.) This excellent performance of the First Symphony is a more than fitting conclusion to a series that has grown in stature with each new recording.

Like most conductors, van Zweden has opted to record the symphony in the so-called ‘Linz’ edition of 1866 rather than the ‘Vienna’ edition of 1891, and the CD is labelled accordingly. The Linz edition as published in fact contains revisions to the score made by Bruckner in Vienna in 1877 and 1884, a point of detail worth mentioning now that the original 1866 version is available on disc and is increasingly being performed in concert. The booklet-note includes a helpful description of the symphony’s extended evolution.

Van Zweden’s interpretation is second to none in offering freshness and vibrancy while remaining faithful to Bruckner’s markings. Dynamics in particular are carefully observed, ensuring the score’s surprisingly rare passages of triple forte make their intended effect. The performance of the Adagio in particular has a compelling profundity and conviction. The movement’s climax might not offer the impassioned intensity that Jochum achieves in his mid-1960s account on DG, but it also avoids the overly free approach to tempo and dynamics that occasionally undermines the earlier performance. Following a taut and energetic interpretation of the Scherzo, van Zweden delivers a performance of the symphony’s finale – arguably Bruckner’s most successful save that of the Fifth Symphony – full of rhythmic drive and excitement.

The playing of the Dutch orchestra is expressive and lithe in every department, the brass in particular offering a satisfying resonance and bite. With warm and clear sound on both CD and SACD layers, it is difficult to think of a finer version of the First Symphony in the catalogue. Highly recommended.