mei 2015
Grieg: Cello Sonata - Grainger: La Scandinavie
Andreas Brantelid & Christian Ihle
Prachtig gespeelde Noordse, of door Noordse geïnspireerde, muziek van een Zweeds-Deense cellist en Noorse pianist. Opgenomen in Suffolk.

Griegs Cellosonate uit 1882/83 werd in première gebracht door de componist die Friedrich Grützmacher begeleidde (de cellist die de concerten van Boccherini bedacht). Het is een vast aanspreekpunt gebleven in een niet enorm romantisch repertoire voor het instrument, hoewel de emotionele directheid en relatieve formele eenvoud niet alle commentatoren hebben bevallen. (Een eerdere recensie in dit tijdschrift deed het werk zelfs af als 'melodrama' - 12/09.) De programmering ernaast is intelligent en logisch. Grainger's Suite is een set muzikale ansichtkaarten uit Noorwegen, Denemarken en Zweden (de laatste bevat een melodie die later beroemd werd gemaakt door Stan Getz), geschreven voor een Deense cellist (zoals Brantelid) met wie hij Griegs Sonate uitvoerde.
De magische veerkracht in de pas van deze nieuwe uitvoeringen komt voort uit die uniek ogende 'Noordse' balans en het begrip tussen begeleidende instrumenten die Brantelid en zijn jonge Noorse partner deelden, en uit de manier waarop BIS ze heeft opgenomen in Suffolk's Potton Hall. Noch in de Sonate, noch in Grainger’s Suite domineert of concurreert de piano met de solist, zoals dat wel het geval is bij meer gangbare Europese uitvoeringen. Neem bijvoorbeeld de opname van de Sonate (een van de twee) gemaakt door de Noorse cellist Truls Mørk, oorspronkelijk voor Virgin, waar Jean-Yves Thibaudet, niemand minder, vanaf het begin probeert zijn versierde begeleiding primus inter pares te maken. Nooit zo hier bij Hadland; noch in de Grainger, waar Hamish Milne’s genereuze Chandos-uitvoering bijna een concerto-achtige balans heeft. Brantelid is zeker virtuoos – probeer de cadensachtige passages en, inderdaad, de Allegro finale van de Sonate in het algemeen. Hij vindt ook een mooie kleur voor zijn instrument, omdat het de viool in Halling-stijl imiteert die de dans leidt. Maar hij overspoelt de essentiële melodische eenvoud van de muziek nooit met misleidend compenserende kleur. Zeer aanbevolen – en negeer vooral het Andante con moto niet, een verweesde beweging uit een verlaten pianotrio.

Grieg’s 1882/83 Cello Sonata was premiered by the composer accompanying Friedrich Grützmacher (the cellist who made up Boccherini concertos). It has remained a regular calling point in a not huge Romantic repertoire for the instrument, although its emotional directness and relative formal simplicity have not pleased all commentators. (A past review in this journal even dismissed the work as ‘melodrama’ – 12/09.) The programming alongside it here is intelligent and logical. Grainger’s Suite is a set of musical postcards from Norway, Denmark and Sweden (the last including a tune later made famous by Stan Getz), written for a Danish cellist (like Brantelid) with whom he performed Grieg’s Sonata.
The quite magical spring in the step of these new performances comes from that unique-seeming ‘Nordic’ balance and understanding between accompanying instruments shared by Brantelid and his young Norwegian partner, and from how BIS has recorded them at Suffolk’s Potton Hall. Neither in the Sonata nor in Grainger’s Suite does the piano dominate or rival the soloist as it tends to do in more mainstream European performances. Sample, for example, the recording of the Sonata (one of two) made by the Norwegian cellist Truls Mørk, originally for Virgin, where Jean-Yves Thibaudet, no less, tries from the word go to make his decorated accompaniment primus inter pares. Never so here with Hadland; nor in the Grainger, where Hamish Milne’s generous Chandos performance has almost concerto-like balance. Brantelid is certainly virtuoso – try the cadenza-like passages and, indeed, the Allegro finale of the Sonata in general. He also finds a lovely colour for his instrument as it imitates the Halling-style fiddle leading the dance. But he never swamps the essential melodic simplicity of the music with misleadingly compensatory colour. Hugely recommended – and don’t ignore the Andante con moto, an orphaned movement from an abandoned Piano Trio.