maart 2015
Haydn & Hummel: Piano Trios
Trio Chausson
De Haydn van Trio Chausson is spraakzaam en geëngageerd en beweegt zich van urgentie naar vrolijkheid, zonder ook maar een moment af te zien van hun opwindende verkenning van elke regel en elk thema.

Niet altijd een vrolijke Haydn. Er was een geheimzinnige kant; en, afgaande op zijn brieven aan Marianne von Genzinger, ook een depressieve. Dus geen snel stappende Allegro eerste beweging in nr. 27. De springende pianoclusters die het werk leiden, suggereren geen dartele geesten. In plaats daarvan wemelt de interpretatie van Trio Chausson, in een tempo dat ongeveer 10 punten onder dat van Beaux Arts, Florestan en András Schiff ligt, van harmonische aanwijzingen en expressieve details, waarbij de fellere lichten van de expositie overgaan in een sombere ontwikkeling met een donkergekleurde fugato. Pianist Boris de Larochelambert leidt en ondersteunt, hetzij in de diepten van het Andante of in een stalen vastberadenheid voor de Presto finale.
Nooit triviaal, de Larochelambert weegt zowel individuele noten als akkoorden met zorg, zijn collega's passen zijn ritmische patronen aan in het Allegro moderato van nr. 12, verzachten en verstevigen het tempo, accentueren en schaduwen zinnen afhankelijk van hoe ze de veranderende tonaliteit van de muziek willen karakteriseren. Toch levert het geen problemen op om terug te grijpen naar de barokke rechtschapenheid van nr. 1. Deze muzikanten bieden hun eigen dynamiek en verduidelijking, en creëren glimlachend het Trio van het tweede deel in de relatieve majeur.
Hummel, de pianist in Haydns Trio nr. 14 voor Salomons concert in de Hanover Square Rooms in april 1792, is ook geen geringe componist van het genre, hij geeft de cello meer eer, met name in de eerste variatie van het Andante con variazione. Trio Chausson verslapt niet hun onderzoekende waakzaamheid; en Hummel profiteert. Een uitstekende cd.

Not always Haydn of good cheer. There was an arcane side; and, from his letters to Marianne von Genzinger, a depressive one too. So no quick-stepping Allegro first movement in No 27. The leaping piano clusters that spearhead the work don’t suggest romping spirits. Instead Trio Chausson’s interpretation, at a tempo about 10 points below the Beaux Arts, Florestan and András Schiff, abounds in harmonic pointing and expressive detail, the brighter lights of the exposition running into a sombre development with a dark-hued fugato. Pianist Boris de Larochelambert leads and supports, be it in the depths of the Andante or in steely resolve for the Presto finale.
Never trivial, de Larochelambert weights both individual notes and chords with care, his colleagues matching his rhythmic patterns in the Allegro moderato of No 12, easing and tightening tempo, accenting and shading phrases according to how they choose to characterise the music’s shifting tonality. Yet harking back to the Baroque rectitude of No 1 poses no problems. These musicians offer their own dynamics and elucidation, smilingly recreating the second movement’s Trio in the relative major.
Hummel, the pianist in Haydn’s Trio No 14 for Salomon’s concert at the Hanover Square Rooms in April 1792, is no mean composer of the genre either, giving the cello greater due, notably in the first variation of the Andante con variazione. Trio Chausson don’t relax their probing vigilance; and Hummel benefits. An outstanding disc.