juli 2016
Jonathan Harvey: Deo
Choir of St John’s College, Cambridge o.l.v. Andrew Nethsingha
St John’s, Cambridge – een koorinstelling met een trotse opnametraditie – lanceert hun nieuwe label met deze uitstekend voorbereide en uitgevoerde cd met werken van Jonathan Harvey.

Dit is een essentiële cd, niet alleen voor bewonderaars van Jonathan Harveys werk in het algemeen, maar ook voor iedereen die geïnteresseerd is in hedendaagse religieuze muziek. Harvey heeft de grenzen van de Anglicaanse kerkmuziek op een manier opgerekt die we sinds Tippetts Evening Canticles uit 1961 niet meer hebben gezien, maar deed dat met regelmaat en consistentie. Ik herinner me dat mede-kerkmuziekliefhebbers begin jaren 80 echte (en grotendeels succesvolle) pogingen deden om deze muziek onder de knie te krijgen, op een manier die ze nooit zouden hebben gedaan voor de rest van Harveys werk; werken zoals I love the Lord waren totems van het aanvaardbare gezicht van moderne kerkmuziek. Maar zijn werk heeft nooit vaste voet aan de grond gekregen in de eredienst van de Anglicaanse Kerk, en dat moet deels worden toegeschreven aan de technische moeilijkheid van een deel ervan. Deze uitstekende opname kan helpen om dat te veranderen.
Het relatief eenvoudige I love the Lord (1977) is in feite wat de cd opent, en de weg vrijmaakt voor een verbluffende uitvoering van het Magnificat en Nunc dimittis, geschreven het jaar daarop. Het Magnificat is episch van omvang; het is moeilijk te geloven dat het net geen acht minuten duurt. Het zijn zeker moeilijke werken, met verschillende vocale technieken (fluisteren, glissando's, percussieve herhaling van medeklinkers, etc.) die nauwelijks gebruikelijk zijn in de normale uitvoering van kerkmuziek, maar de investering die het koor er duidelijk in heeft gestoken, levert echt buitengewone resultaten op. Zoals Andrew Nethsingha schrijft in zijn gedetailleerde en reflectieve aantekeningen: 'Sommige hedendaagse muziekexperts hebben Harvey's kerkmuziek als minder belangrijk beschouwd dan zijn instrumentale werken. Ik wil benadrukken hoe vindingrijk, innovatief en moedig Harvey was in het verleggen van de grenzen van kerkmuziek, zonder ooit de intensiteit van spiritualiteit te verliezen die ten grondslag ligt aan alle grote religieuze muziek.’ Precies, hoewel het natuurlijk essentieel was dat Harvey kon schrijven voor een koor met voldoende technische vaardigheden om aan zijn eisen te voldoen – en dit was de grote bijdrage van Martin Neary, met zijn baanbrekende werk in het in opdracht geven van nieuw werk in Winchester – en Harvey was nooit een rechttoe rechtaan christelijke gelovige, zoals Nethsingha ook erkent.
De cd bevat ook verbluffende uitvoeringen van Come, Holy Ghost (1984), een ander werk van de componist dat populairder is gebleken, hoewel de technische eisen ervan niet mogen worden onderschat; de oogverblindende Missa brevis (1995); en het zeer ontroerende The Annunciation (2011), geschreven vlak aan het einde van Harveys leven voor dit koor, en twee uitbundige werken voor solo-orgel (de Toccata gebruikt ook tape) uitgevoerd door Edward Picton-Turbervill. Deze opname is op alle fronten uitstekend: opmerkelijk en ondergewaardeerd repertoire, prachtig uitgevoerd en opgenomen. Ik vraag me af of St John's in de toekomst andere werken uit Harveys niet-liturgische oeuvre zal overwegen, zoals de prachtige Forms of Emptiness en Sobre un Éxtasis de Alta Contemplación? Dat mag je hopen.

This is an essential disc not only for admirers of Jonathan Harvey’s work in general but for all those interested in contemporary sacred music. Harvey stretched the limits of Anglican church music in a way not seen, really, since Tippett’s Evening Canticles from 1961, but did so with regularity and consistency. I recall fellow church music enthusiasts in the early 1980s making real (and largely successful) efforts to come to grips with this music, in a way they would never have done for the rest of Harvey’s output; works such as I love the Lord were totems of the acceptable face of modern church music. But his work has never achieved a regular foothold in the worship of the Anglican Church, and in part this must be attributed to the technical difficulty of some of it. This outstanding recording may help to change that.
The relatively straightforward I love the Lord (1977) is in fact what opens the disc, preparing the way for a staggering performance of the Magnificat and Nunc dimittis, written the following year. The Magnificat is epic in scope; it is hard to believe that it lasts just under eight minutes. Certainly these are difficult works, including various vocal techniques (whispering, glissandos, percussive repetition of consonants, etc) hardly common in the normal run of church music, but the investment the choir has clearly put into them really gives extraordinary results. As Andrew Nethsingha writes in his detailed and reflective notes, ‘Some contemporary music experts have considered Harvey’s church music to be of lesser importance than his instrumental works. I want to stress how imaginative, innovative and courageous Harvey was in pushing the boundaries of church music, without ever losing the intensity of spirituality which underpins all the great religious music.’ Precisely so, though it was of course essential that Harvey be able to write for a choir of sufficient technical ability to cope with his demands – and this was the great contribution of Martin Neary, with his pioneering work in commissioning new work at Winchester – and Harvey was never a straighforward Christian believer, as Nethsingha also acknowledges.
The disc also includes stunning performances of Come, Holy Ghost (1984), another of the composer’s works that has proved more popular, though its technical demands should not be underestimated; the dazzling Missa brevis (1995); and the very moving The Annunciation (2011), written right at the end of Harvey’s life for this choir, as well as two exuberant works for solo organ (the Toccata also employs tape) peformed by Edward Picton-Turbervill. This recording is outstanding on every count: remarkable and under-peformed repertoire, beautfully performed and recorded. I wonder if St John’s might next consider other works from Harvey’s non-liturgical output, such as the wonderful Forms of Emptiness and Sobre un Éxtasis de Alta Contemplación? One can hope.