juni 2016


Franck: Piano Quintet – Debussy: String Quartet

Marc-André Hamelin & Takács Quartet

De schitterende, altijd verhelderende Takács (exquise in Debussy) en de briljante virtuoos Marc-André Hamelin verenigen zich voor een werkelijk prachtige interpretatie van het Franck Kwintet.

Wanneer de doorgewinterde artisticiteit van het Takács Quartet samensmelt met de doordachte genialiteit van Marc-André Hamelin, ontstaat er een zeldzame alchemie. Hun vruchtbare samenwerking op plaat gaat terug tot een Schumann Kwintet uit 2009 (11/09), met een Shostakovich Kwintet dat vorig jaar werd uitgebracht (5/15). Hun nieuwe opname van Francks Pianokwintet, een van de glories van het Franse kamerrepertoire uit de 19e eeuw, kan worden vergeleken met enkele van de beste, waaronder Curzon/Wiener Philharmoniker, Richter/Borodin en Cortot/International (voorheen EMI).

Het kwartet werpt de handschoen neer met een onverbiddelijk assertieve openingsverklaring in het Franck, waarmee het toneel wordt gezet voor een dialoog in Orpheus-en-de-Furiënten-stijl met de piano. Het is een dwingende benadering van een beweging die af en toe een onzekere, diffuse proloog kan worden voor het hoofdevenement van het Lento en Allegro non troppo. Maar wat begint als een dialoog tussen strijkers en piano, wordt al snel een discours tussen vijf muzikanten, dringend beargumenteerd met een snijdende intensiteit. De samenhang die in deze emotionele smeltkroes wordt gebracht, kan, zo voelt men, alleen het resultaat zijn van een volledige eenheid van doel die door vijf muzikale geesten wordt gedeeld.

Het ingaan van de langzame beweging brengt bijna viscerale opluchting, zelfs wetende dat het lyrische verhaal dat zich ontvouwt een van de meest trieste in de literatuur is. Verfijning en finesse produceren kleuren en texturen die even levendig mooi als emotioneel impactvol zijn. Maar hoe graag we ook in deze sensuele melancholie willen blijven hangen, in minder dan geen tijd worden we meegesleept op de magische tapijtrit van de finale, waar kinetische opwinding de caleidoscopische vlucht over gevarieerd terrein voedt. Ik weet niet zeker of ik ooit een andere ervaring heb gehad met dit werk dat zijn affectieve essentie zo authentiek overbrengt, terwijl het zijn architectonische vindingrijkheid en gratie altijd in het oog houdt.

De Takács brengen al hun intelligentie, vaardigheid, smaak en virtuositeit naar Debussy's heldere en ondergewaardeerde Strijkkwartet uit 1893. Hoewel elke maat van deze uitvoering plezier biedt, zijn de pizzicato-douche van het scherzo en de ontroerende tederheid van het Andantino speciale traktaties. Zeer aan te bevelen.

When the seasoned artistry of the Takács Quartet blends with the thoughtful brilliance of Marc-André Hamelin, a rare alchemy occurs. Their fruitful collaboration on record goes back to a 2009 Schumann Quintet (11/09), with a Shostakovich Quintet released last year (5/15). Their new recording of Franck’s Piano Quintet, one of the glories of the 19th-century French chamber repertory, stands comparison with some of the best, including Curzon/Vienna Philharmonic, Richter/Borodin and Cortot/International (formerly EMI).

The Quartet casts down the gauntlet with an implacably assertive opening statement in the Franck, setting the stage for an Orpheus-and-the-Furies-style dialogue with the piano. It’s a compelling approach to a movement that, on occasion, can become an uncertain, diffuse prologue to the main event of the Lento and Allegro non troppo. But what begins as a dialogue between strings and piano soon becomes a discourse among five musicians, urgently argued with lacerating intensity. The cohesion brought to this emotional caldron, one feels, could only be the result of complete unity of purpose shared by five musical minds.

Embarking on the slow movement brings almost visceral relief, even knowing that the lyric narrative about to unfold is one of the saddest in the literature. Delicacy and finesse produce colours and textures as vividly beautiful as they are emotionally impactful. But as much as we might like to linger in this sensual melancholy, in less than no time we’re swept up on to the magic-carpet ride of the finale, where kinetic exhilaration fuels the kaleidoscopic flight over varied terrain. I’m not sure I’ve had another experience of this work that imparts its affective essence so authentically while keeping its architectural ingenuity and grace always in view.

To Debussy’s luminous and under-appreciated String Quartet of 1893 the Takács bring all their intelligence, skill, taste and virtuosity. While every measure of this performance affords pleasure, the pizzicato shower of the scherzo and the touching tenderness of the Andantino are special treats. Very highly recommended.