mei 2016
Biber: Imitatio
Ricercar Consort
‘Directe klank en aanstekelijke energie’ – woorden van onze criticus Fabrice Fitch, die deze verrukkelijke plaat met ‘representatieve’ muziek van Biber en enkele van zijn tijdgenoten perfect weergeven.

De preoccupatie met representatie (of, misschien nauwkeuriger, mimesis) in instrumentale muziek hield barokcomponisten vanaf de tijd van Monteverdi bezig, en bereikte een hoogtepunt in het werk van Biber, Schmelzer en anderen die in de kring van het Habsburgse hof werkten. De aantrekkingskracht op een modern publiek (en inderdaad op moderne uitvoerders) is gemakkelijk te begrijpen, maar of het idee een rijkelijk gevulde cd kan dragen, is een discutabel punt – dat dacht ik tenminste toen ik de tracklist voor dit werk las. Ik had me geen zorgen hoeven maken.
De bekendste werken hier behandelen onderwerpen die eerder door Janequin in de vocale sfeer zijn behandeld (respectievelijk Schmelzers sonate met vogelgezang en Bibers sonate met de voortgang van een veldslag). Biber overtreft zijn rivaal aantoonbaar in de middelen die hij inzet, waaronder een ‘voorbereide’ basgamba, ‘Bartòk’-pizzicato en een quasi-aleatorisch gedeelte dat het geroezemoes van de dronken soldaten weergeeft. Het is geen verrassing dat deze stukken al eerder zijn opgenomen, maar de directheid van de geluidsopname en de aanstekelijke energie van de uitvoerders maken deze interpretaties opvallend. Deze strijdrossen van de musica representativa worden aangevuld met minder bekende werken, waarvan het voor sommige niet nodig is het programma te kennen om ervan te genieten. Zoals de korte klavier-Toccatina van Poglietti (gespeeld door Maude Gratton), die ogenschijnlijk de onderdrukking van een opstand in Hongarije herdenkt.
Maar het is aan Biber dat het leeuwendeel van de plaat is gewijd, en dat is geen wonder: elk werk van hem ensceneert een coup de théâtre die muziekstijlen voorspelt die eeuwen in de toekomst liggen. (Er is zelfs een figurantenpartij voor een bas die een klein devotioneel lied zingt en dan verdwijnt.) En alsof dat nog niet genoeg is, is de aria voor de strijd een zo betoverende melodie als je maar kunt wensen. Heerlijk.

The preoccupation with representation (or, perhaps more accurately, mimesis) in instrumental music preoccupied Baroque composers from the time of Monteverdi onwards, reaching a peak in the work of Biber, Schmelzer and others working in the orbit of the Habsburg court. The appeal to a modern audience (and indeed, to modern performers) is easily grasped, but whether the conceit can sustain a generously filled CD is a moot point – or so I thought on reading the track-listing for this one. I needn’t have worried.
The best-known works here address topics previously treated by Janequin in the vocal sphere (respectively, Schmelzer’s sonata depicting birdsong and Biber’s portraying the progress of a battle). Biber arguably outdoes his rival in the means he deploys, including a ‘prepared’ bass viol, ‘Bartòk’ pizzicato and a quasi-aleatoric section representing the hubbub of the drunken soldiery. Unsurprisingly, these pieces have been recorded before, but the immediacy of the sound recording and the performers’ infectious zest make these interpretations stand out. These warhorses of musica representativa are complemented by lesser-known works, for some of which it is not necessary to know the programme to enjoy them. Thus the short keyboard Toccatina by Poglietti (played by Maude Gratton), ostensibly commemorating the suppression of a rebellion in Hungary.
But it is to Biber that the lion’s share of the disc is devoted, and no wonder: every work of his stages a coup de théâtre that prefigures musical styles that lay centuries in the future. (There is even a walk-on part for a bass who sings a little devotional hymn, then disappears.) And if that weren’t enough, the aria before the battle is as beguiling a tune as one could wish for. Delightful.