december 2017


Granados: Goyescas

José Menor

De klassieke José Menor is een toegewijde voorvechter van de muziek van Spanje en Granados, en gezien zijn prachtige optreden is hij duidelijk een geschenk voor de cultuur van zijn land.

Wat Granados en Goyescas betreft, is José Menor net zo goed een geleerde als een pianist. In zijn boekje met aantekeningen bij deze opname onderzoekt hij de tekst in detail, waarbij hij discrepanties tussen manuscripten, verschillende gedrukte edities en de eigen pianorolopnamen van de componist schetst, terwijl hij zijn interpretatieve keuzes uitlegt. Ondanks al zijn eruditie is Menors artisticiteit echter allesbehalve pedant. Hij zwelgt in de vrolijke uitbundigheid van de muziek en dringt door in de duistere introspectie, waarbij hij de dynamische extremen omarmt en de labyrintische texturen contouren tot een prachtig driedimensionaal effect. In het openingsdeel, 'Los majos enamorados', zorgen Menors spontaan klinkende rubatos en het overhalen van innerlijke stemmen ervoor dat luisteraars op het puntje van hun stoel blijven zitten. ‘Coloquio en la reja’ broeit maar sleept nooit, met climaxen die worden versterkt door Menor die de harmonische spanning tot net onder het breekpunt melkt.

Hij buigt het hielklikkende ritme van ‘El fandango del candil’ met idiomatische bravoure en suggestieve kleuren. ‘La maja y el ruiseñor’ duurt ongeveer een minuut langer dan normaal, vanwege de rubato-speling van de pianist. Toch brengt zijn constante polyfone bewustzijn desalniettemin animatie en beweging over. Soortgelijke observaties kenmerken het voorlaatste stuk van de suite, ‘El amor y la muerte’ (waarschijnlijk Granados’ beste pianocompositie), waar Menors haarscherpe reactie op de vluchtige dynamische verschuivingen van de componist en zijn complexe verscheidenheid aan articulaties bij elke herhaling iets nieuws onthullen.

Menor vult de cd aan met vier prachtig gespeelde werken. De decoratieve patronen van de eerder niet opgenomen Crepúscolo flikkeren als vuurvliegjes in de handen van de pianist, terwijl zijn scherp gedistingeerde El pelele Alicia de Larrocha evenaart voor de prijs voor ‘meest levendige versieringen’. Vergeleken met de rondheid en warmte van Garrick Ohlssons recente Hyperion Goyescas, levert de nauwere microfoonplaatsing van IBS Classical een vleugje ruwheid op in luide momenten; niets dat een paar aanpassingen aan de grafische equalizer van mijn versterker niet konden oplossen. Enthousiast aanbevolen.

Regarding Granados and Goyescas, José Menor is as much a scholar as a pianist. In his booklet notes to this recording, he examines the text in detail, outlining discrepancies between manuscript, various printed editions and the composer’s own piano-roll recordings, while explaining his interpretative choices. For all his erudition, however, Menor’s artistry is anything but pedantic. He revels in the music’s joyous exuberance and penetrates its dark introspection, embracing the dynamic extremes and contouring the labyrinthine textures to gorgeously three-dimensional effect. In the opening movement, ‘Los majos enamorados’, Menor’s spontaneous-sounding rubatos and coaxing of inner voices are guaranteed to keep listeners on their toes. ‘Coloquio en la reja’ broods but never drags, with the climaxes heightened by Menor’s milking the harmonic tension to just short of the breaking point.

He inflects the heel-clicking rhythm of ‘El fandango del candil’ with idiomatic swagger and evocative colour. ‘La maja y el ruiseñor’ times out about a minute longer than usual, due to the pianist’s rubato leeway. Yet his constant polyphonic awareness nevertheless conveys animation and movement. Similar observations characterise the suite’s penultimate piece, ‘El amor y la muerte’ (arguably Granados’s greatest piano composition), where Menor’s hair-trigger response to the composer’s volatile dynamic shifts and his complex variety of articulations reveal something new with each rehearing.

Menor fleshes out the disc with four splendidly played works. The previously unrecorded Crepúscolo’s decorative patterns flicker like fireflies in the pianist’s hands, while his crisply dispatched El pelele rivals Alicia de Larrocha for the ‘most lively ornaments’ prize. Compared to the roundness and warmth of Garrick Ohlsson’s recent Hyperion Goyescas, IBS Classical’s closer microphone placement yields a smidgen of harshness in loud moments; nothing that a few adjustments on my amplifier’s graphic equaliser couldn’t fix. Enthusiastically recommended.