november 2017
Sibelius: Tapiola, En saga & Songs
Anne Sofie von Otter & Finnish Radio Symphony Orchestra o.l.v. Hannu Lintu
Hannu Lintu bewijst dat hij een dirigent is die de klankwereld van Sibelius kan verkennen en belichamen met een groot besef van de mysterie en kracht ervan; een zeer indrukwekkende release.

‘Ik heb de oeroude bossen van Noord-Finland niet gezien, maar ik denk nog steeds dat ik een behoorlijk overtuigende Tapiola doe’, vertelde Hannu Lintu me tijdens een Gramophone-reflectie op het Sibelius-jubileum twee jaar geleden (8/15). Nou, na een opening die aanvoelde als een metropool, nestelt Lintu’s Tapiola zich inderdaad in een van de beste uitvoeringen ooit, waarbij het voor de hand liggende met het mysterieuze wordt verzoend, alles in verschillende tinten duisternis wordt gegoten totdat het knapt of naar buiten brult, en, in de culminerende overgang naar de majeur, Leif Segerstams magische overstroming van het geluidslandschap met glinsterend, zijwaarts boslicht evenaart.
En saga is een partnerstuk voor Tapiola aan het andere eind van Sibelius' orkestcarrière, een vroeg maar onmiskenbaar teken dat de componist in staat was om diep in de Finse natuurpsyche te reiken met geheel originele technische en figuratieve hulpmiddelen. Opnieuw is dit een geweldige uitvoering: rijk van onderen, opgewekt van boven, vol verrukkelijke solo's, met een gevoel van momentum dat een seismisch effect heeft op het muzikale argument vanaf de strijkersbezweringen op 6'54" en verder. Lintu investeert het werk in het soort neerwaartse declamatie dat we nu gewend zijn te horen in zijn gelijktijdige Kullervo. Het strijkersensemble op 12'06" is buitengewoon en de kracht en het vertrouwen dat na die delicate aarzeling wordt verzameld, is geweldig, niet in de laatste plaats omdat het in het niets verdwijnt.
Vervolgens horen we nieuwe orkestraties van Aulis Sallinen van acht Sibelius-liederen op Zweedse teksten, gezongen door de Zweedse Anne Sofie von Otter. Er zitten geen kaskrakers tussen de selectie, maar ze werken prachtig samen, van ongrijpbaar tot behoedzaam groots en mild betoverd. Von Otters stem heeft misschien wat helderheid verloren, maar heeft met de jaren aan vertelkunst gewonnen, wat het beste tot uiting komt in ‘Under strandens granar’. Sallinens orkestraties trekken slechts af en toe de aandacht en soms loert Sibelius onopvallend achter hen (met name in Sallinens inzet van de pauken). Een van de meest opvallende Sibelius-platen in jaren.

‘I haven’t seen the ancient forests of Northern Finland but I still think I do a pretty convincing Tapiola’, Hannu Lintu told me for a Gramophone reflection on the Sibelius anniversary two years ago (8/15). Well, after a metropolitan-feeling opening, Lintu’s Tapiola does indeed settle into one of the finest performances on record, reconciling the obvious with the mysterious, casting everything in various shades of darkness until it snaps or roars outwards, and, in the culminating shift to the major, equalling Leif Segerstam’s magical flooding of the soundscape with glistening, sideways forest light.
En saga stands as a partner piece to Tapiola at the other end of Sibelius’s orchestral career, an early but unmistakable sign that the composer was capable of reaching deep into the Finnish nature psyche with wholly original technical and figurative tools. Again, this is a superb performance: rich down below, perky up top, full of delectable solos, with a sense of momentum that has a seismic effect on the musical argument from the string incantations at 6'54" onwards. Lintu invests the work with the sort of downward declamation we are now used to hearing in its contemporaneous Kullervo. The string ensemble at 12'06" is extraordinary and the power and confidence mustered after that delicate hesitance is awesome, not least as it recedes into nothingness.
Next we hear new orchestrations by Aulis Sallinen of eight Sibelius songs to Swedish texts, sung by native Swede Anne Sofie von Otter. There are no blockbusters among the selection but they work beautifully together, from the elusive to the guardedly grand and the mildly enchanted. Von Otter’s voice may have lost some brightness but it has gained storytelling capabilities with age, best demonstrated in ‘Under strandens granar’. Sallinen’s orchestrations only occasionally draw attention to themselves and sometimes Sibelius lurks unobtrusively behind them (notably in Sallinen’s deployment of the timpani). One of the most striking Sibelius discs for years.