juli 2017


Visions

Véronique Gens & Munich Radio Orchestra o.l.v. Hervé Niquet

Liefhebbers van Véronique Gens weten wat ze kunnen verwachten: krachtige karakterisering, emotionele betrokkenheid en zang van een diep ontroerende schoonheid.

Deze geweldige, bedwelmende schijf laat Véronique Gens en Hervé Niquet subculten van visionairs, heiligen en mystici onderzoeken in enkele van de minder bekende Franse opera's en oratoria uit de 19e en vroege 20e eeuw. Het is provocerend materiaal, de emotionele - soms emotionele - impact ervan wordt onmetelijk versterkt door zeer zorgvuldige programmering. Gens opent met Bruneau's Geneviève - heldin van zijn gelijknamige Prix de Rome-cantate uit 1881 - die, als Jeanne d'Arc, reageert op een goddelijke oproep om Frankrijk te redden van zijn vijanden, en verbreedt vervolgens het psychologische terrein om de gotische rillingen van Niedermeyer's Stradella en de mystiek-erotische beschouwing van een zeer menselijke minnaar in Godard's Les Guelfes te omvatten. Het hoogtepunt wordt bereikt met Massenets uitbeelding van de extatische visie van de Maagd Maria op het Paradijs na de Tenhemelopneming, een verontrustend sensuele passage, gezien de context, die balletomanen meteen zullen herkennen als de laatste pas de deux uit Kenneth MacMillans Manon. Daarna wordt de stemming kalmer en sluit het recital af met reflecties op de doeltreffendheid van gebed uit Bizets Clovis et Clotilde (een andere cantate van de Prix de Rome) en Francks Rédemption.

Gens en Niquet storten zich op dit alles met een boeiende mix van overgave en terughoudendheid. Gens' kenmerkende combinatie van zuiverheid van uiting en rokerige toon spreekt boekdelen in een repertoire waarin 'religie [het] palliatief [is] voor vleselijke liefde', zoals de aantekeningen in het boekje het stellen. Vaak is ze spaarzaam en introvert, wat betekent dat de grote emotionele uitbarstingen des te overweldigender zijn als we ze bereiken. In de aria van Bizet, Godard en de Maagd Maria uit Les Béatitudes zijn het de lang uitgesponnen, zwevende regels die rillingen over je rug doen lopen. Maar echte onrust barst los wanneer Léonor, de heldin van Stradella, ontwaakt uit een angstaanjagende nachtmerrie en voelt dat ze wordt gestraft door een ondoorgrondelijke God. En de manier waarop Gens' stem in verrukking door het Massenet heen golft, is gewoon adembenemend. Niquet is net zo toegewijd, net zo inzichtelijk, en de bijdrage van het Munich Radio Orchestra is eersteklas. Met 56 minuten is de schijf aan de korte kant, maar langer zou, vermoed ik, overdreven aanvoelen. Ik vond ook dat het emotionele traject nog meer kracht kreeg door de afspeelvolgorde van de laatste twee tracks om te draaien, en te eindigen met Bizet in plaats van Franck. Het is echter een spectaculaire prestatie: wat je ook doet, houd je niet in.

This tremendous, heady disc finds Véronique Gens and Hervé Niquet examining sub-cults of visionaries, saints and mystics in some of the less familiar 19th- and early 20th-century French operas and oratorios. It’s provocative stuff, its emotional – at times emotive – impact immeasurably heightened by very careful programming. Gens opens with Bruneau’s Geneviève – heroine of his eponymous 1881 Prix de Rome cantata – responding, Joan of Arc-like, to a divine call to save France from its enemies, then broadens the psychological terrain to encompass the Gothic frissons of Niedermeyer’s Stradella and the mystico-erotic contemplation of a very human lover in Godard’s Les Guelfes. The climax is reached with Massenet’s depiction of the Virgin Mary’s ecstatic vision of Paradise after the Assumption, a disquietingly sensual passage, given the context, that balletomanes will recognise at once as the final pas de deux from Kenneth MacMillan’s Manon. Thereafter the mood becomes calmer and the recital closes with reflections on the efficacy of prayer from Bizet’s Clovis et Clotilde (another Prix de Rome cantata) and Franck’s Rédemption.

Gens and Niquet throw themselves into all this with an engrossing mix of abandon and restraint. Gens’s trademark combination of purity of utterance and smoky tone speaks volumes in a repertory in which ‘religion [is] the palliative for carnal love’, as the booklet notes put it. Much of the time, she’s sparing and introverted, which means that the big emotional outpourings are all the more overwhelming when we reach them. In Bizet, Godard and the Virgin Mary’s aria from Les Béatitudes, it’s the long-breathed, hovering lines that send shivers down your spine. But real turmoil erupts when Léonor, the heroine of Stradella, wakes from a terrifying nightmare and senses she is being punished by an inscrutable God. And the way Gens’s voice surges in rapture through the Massenet is simply breathtaking. Niquet is just as committed, just as insightful, and the Munich Radio Orchestra’s contribution is first rate. At 56 minutes, the disc is on the short side, but any more would, I suspect, feel like overkill. I also found the emotional trajectory gains even greater force from reversing the playing order of the last two tracks, ending with Bizet rather than Franck. It’s a spectacular achievement, though: whatever you do, don’t hold back.