juni 2017
Pergolesi: Stabat Mater - Bach: Cantatas, BWV 54 & 170
Lucy Crowe & Tim Mead & La Nuova Musica o.l.v. David Bates
De eerste van twee Stabat-masters deze maand (na de nieuwe setting van James MacMillan in het vorige nummer) en het is ook erg ontroerend.

De laatste paar jaar waren een periode van extremen voor Pergolesi's Stabat mater. Bekende opnames hebben wild heen en weer geslingerd tussen anachronistische rijkdom en dik geschilderde zanglijnen (Yoncheva en Deshayes op Sony, Netrebko en Pizzolato op DG) en bijna bloedeloze periodeprecisie (Lezhneva en Jaroussky op Erato). Iedereen die verlangt naar wat meer matiging - een uitvoering die zowel de roos als de taxusboom omarmt in deze prachtige Latijnse hymne - zal genoeg troost vinden in deze opwindende nieuwe opname van La Nuova Musica.
Met Lucy Crowe en Tim Mead heeft het ensemble zowel periodespecialisten als zangers met genoeg spierkracht en toon om stilistische precisie te temperen met menselijk drama. Samen leiden ze een performance die zowel meditatie is (een ‘Quando corpus morietur’ van oneindige terughoudendheid, waarvan de legatos eindeloos lijken; de opening ‘Stabat mater dolorosa’) als een levendig sacraal drama (Crowe’s zenuwachtige, onrustige ‘Cujus animam gementem’; de urgentie van het duet ‘Fac, ut ardeat cor meum’).
David Bates en zijn ensemble nemen ook actief deel aan het drama in een performance die misschien zijn momenten van schoonheid en onschuld heeft, maar die het beeld van het bebloede kruis, de lange wandeling naar Golgotha, altijd voor ogen houdt vanaf de doffe dreun van de openingsbaslijn. De snelheden neigen naar het snelle, waardoor alle sentimentele gedachten worden verbannen uit een performance die emotioneel en muzikaal even verfijnd is.
In een intrigerende boekje-noot merkt Mark Seow op dat Bach zo gecharmeerd was van de Pergolesi dat hij het zelf arrangeerde. Helaas is deze nieuwsgierigheid hier niet aanwezig; in plaats daarvan krijgen we Bach op meer vertrouwd terrein – solocantates ‘Widerstehe doch der Sünde’ en ‘Vergnügte Ruh! beliebte Seelenlust!’ uitgevoerd door Mead. Beide laten een countertenorstem horen die van kracht naar kracht gaat, krachtig maar nooit geforceerd, puur maar niet gekunsteld. Als de frases net iets meer vrijheid zouden hebben, en zowel zouden nemen als geven, dan zou er niets meer te vragen zijn

The last few years have been a period of extremes for Pergolesi’s Stabat mater. High-profile recordings have veered wildly between anachronistic richness and thickly painted vocal lines (Yoncheva and Deshayes on Sony, Netrebko and Pizzolato on DG) and near-anaemic period precision (Lezhneva and Jaroussky on Erato). Anyone longing for a bit more moderation – a performance embracing both the rose and the yew tree in this exquisite Latin hymn – should find plenty to console in this thrilling new recording from La Nuova Musica.
In Lucy Crowe and Tim Mead the ensemble have both period specialists and singers with enough muscle and tone to temper stylistic precision with human drama. Together they lead a performance that is both meditation (a ‘Quando corpus morietur’ of infinite restraint, whose legatos seem endless; the opening ‘Stabat mater dolorosa’) and a vivid sacred drama (Crowe’s nervy, fretful ‘Cujus animam gementem’; the urgency of duet ‘Fac, ut ardeat cor meum’).
David Bates and his ensemble take an active part in the drama too in a performance that might have its moments of beauty and innocence, but that keeps the image of the bloodied cross, the long walk to Golgotha, ever before your eyes from the dull thud of the opening bass line onwards. Speeds tend to the swift, banishing any thoughts of sentimentality from a performance as sophisticated emotionally as it is musically.
In an intriguing booklet-note, Mark Seow notes that Bach was so taken with the Pergolesi that he arranged it himself. Sadly this curiosity doesn’t feature here; instead we get Bach on more familiar ground – solo cantatas ‘Widerstehe doch der Sünde’ and ‘Vergnügte Ruh! beliebte Seelenlust!’ performed by Mead. Both showcase a countertenor voice going from strength to strength, powerful but never pushed, pure but not affectedly so. If the phrases span with just a little more freedom, taking away as well as giving, then there would be nothing left to ask