juni 2017
Brahms: String Sextets (Live from Aix Easter Festival 2016)
Renaud Capuçon en anderen
Een zeer stijlvol sextet – de Capuçons en collega's, hier live beluisterd, brengen de individualiteit van het spel maar ook de eensgezindheid van de visie over die kamermuziek op zijn meest boeiende en beste definieert.

Het is alweer een aantal jaar geleden dat we een cd van Brahms' sextetten hebben gehad die zo bevredigend was als deze, live opgenomen op het Paasfestival van Aix-en-Provence in 2016. De gebroeders Capuçon en hun collega's zijn misschien een ad hoc-groep, maar ze spelen met de eensgezindheid en gemengde toon van een ervaren ensemble. Zelfs in de meest ingewikkelde passages sluiten de zes delen naadloos op elkaar aan, niet alleen wat betreft de soepelheid van de uitvoering, maar ook wat betreft de consistentie van de frasering. Het beste van alles is dat de muzikanten een bijna ideale balans vinden tussen urgentie en geduld - het kenmerk van een geweldige Brahms-interpretatie.
Het openingsdeel van het B flat First Sextet is passend ontspannen, maar er is altijd een onderliggend gevoel van voortstuwing, zodat je die onverbiddelijke en onvermijdelijke aantrekkingskracht van de ene frase naar de andere voelt. En er zit ook zoveel karakter in het spel. Luister bijvoorbeeld naar het ontwikkelingsgedeelte, dat begint rond 7'30", en hoe het op natuurlijke wijze evolueert van spontaan conversatie naar gepassioneerd argumentatief (op 8'20"). Het langzame deel is doelbewust maar intens expressief binnen de structurele en ritmische beperkingen van de muziek die de verwantschap met een barokke chaconne benadrukken. Misschien zou het Scherzo iets meer pit kunnen hebben - het is tenslotte gemarkeerd als Allegro molto - maar alle twijfels worden weggevaagd door de vrolijke en genereuze lyriek van de finale.
Er is net zoveel om je over te verbazen in de uitvoering van het G majeur Tweede Sextet door het ensemble, dat direct begint met de springende, verlangende frasen van de eerste viool, zo teder vormgegeven door Renaud Capuçon. De glinsterende melancholie van het Scherzo is betoverend, hoewel een beetje overbelicht, en er zit ook een scherp randje in het geluid van de strijkers op het hoogtepunt van het overigens sublieme, welsprekende Adagio. Deze lichte sonische onvolkomenheden zijn waarschijnlijk het product van het dicht op elkaar plaatsen van microfoons om het geluid van het publiek te verzachten – hoewel het publiek in feite verrukt stil is, behalve voor hun applaus, dat (helaas) aan het einde van elk werk is opgenomen. Ook hier worden zulke haarkloverijen gemakkelijk terzijde geschoven. Dit zijn interpretaties om van te smullen

It’s been some years since we’ve had a disc of Brahms’s sextets as thoroughly satisfying as this one, recorded live at the 2016 Aix-en-Provence Easter Festival. The Capuçon brothers and their colleagues may be an ad hoc group but they play with the unanimity and blended tone of a veteran ensemble. Even in the most intricate passages, the six parts dovetail seamlessly, not only in terms of the smoothness of execution but in consistency of phrasing as well. Best of all, the musicians find a near-ideal balance of urgency and patience – the hallmark of a great Brahms interpretation.
The opening movement of the B flat First Sextet is appropriately relaxed yet there is always an underlying sense of propulsion, so that one feels that inexorable and inevitable pull from one phrase to the next. And there’s so much character to the playing, too. Listen, for instance, to the development section, beginning around 7'30", and how naturally it evolves from the spontaneously conversational to the passionately argumentative (at 8'20"). The slow movement is purposeful yet intensely expressive within the music’s structural and rhythmic constraints that underscore its kinship with a Baroque chaconne. Perhaps the Scherzo could have a little more verve – it’s marked Allegro molto, after all – but any misgivings are swept away by the joyful and generous lyricism of the finale.
There’s just as much to marvel at in the ensemble’s performance of the G major Second Sextet, beginning straight away with the first violin’s leaping, yearning phrases, shaped so tenderly by Renaud Capuçon. The gleaming melancholy of the Scherzo is mesmerising though ever so slightly overlit, and there’s also an edginess to the sound of the strings at the climax of the otherwise sublimely eloquent Adagio. These slight sonic imperfections are likely the product of close miking to mitigate any audience noise – though, in fact, the audience is raptly silent except for their applause, included (alas) at the end of each work. Here again, such cavils are easily cast aside. These are interpretations to savour