mei 2017


Bruch: String Quintets & Octet

The Nash Ensemble

De dwingende directheid – zowel wat betreft de uitvoering als het levendige opgenomen geluid – maakt dat deze cd een sterk betoog houdt voor Bruchs kamermuziek.

Strijkers van een bepaalde leeftijd herinneren zich misschien de opwinding die in 1991 ontstond door de publicatie van Max Bruchs A mineur Strijkkwintet. ‘Herontdekte’ werken kunnen vaak teleurstellen; maar als u van Bruch dezelfde mix van Brahmsiaanse poëzie en zigeunerverve wilt die het Eerste Vioolconcert zo geliefd maakt, dan heeft het A mineur Kwintet dat in overvloed. Voeg een diepe ader van melancholie toe (Bruch schreef het Kwintet op 80-jarige leeftijd, in de weken na de ineenstorting van Duitsland in november 1918), en een zoete, sensuele nostalgie die vooruitloopt op de late stijl van Richard Strauss, en wat we hier hebben is waarschijnlijk Bruchs beste strijkkamerwerk.

Dit is een fantastisch verslag. Het Nash Ensemble heeft een natuurlijk gevoel voor de eb en vloed van de muziek, en hoewel ze niet bang zijn voor grote gebaren en de beet van paardenhaar en hars, spelen ze prachtig als een ensemble, waarbij de spelers op elkaar reageren en een echt gevoel van intimiteit creëren. Lawrence Powers altviool zingt door de textuur heen, en Stephanie Gonley, op de eerste viool, laat de alla ungarese-briljantie van de finale nooit veranderen in een miniconcert.

Ze worden geholpen door de technici van Hyperion, die een kerkakoestisch geluid zo direct hebben gemaakt als een salon, zelfs in de quasi-orkestrale texturen van Bruchs strijkoctet – dat een contrabas vervangt voor de meer gebruikelijke tweede cello. Het Nash Ensemble gaat er met magnifieke passie en vaart tegenaan en brengt een aangrijpende tederheid in het kleinste van Bruchs late kamermuziekwerken, het Mendelssohn-achtige Kwintet in Es. Samen vormen deze uitvoeringen een regelrechte topper op een niet bepaald druk terrein. Eigenlijk zou iedereen die van Duitse romantische kamermuziek houdt, deze cd moeten horen.

String players of a certain vintage might remember the excitement caused in 1991 by the publication of Max Bruch’s A minor String Quintet. ‘Rediscovered’ works can often disappoint; but if what you want from Bruch is that same blend of Brahmsian poetry and gypsy verve that makes the First Violin Concerto so lovable, the A minor Quintet has it to spare. Add a deep vein of melancholy (Bruch wrote the Quintet at the age of 80, in the weeks following Germany’s collapse in November 1918), and a sweet, sensuous nostalgia that anticipates Richard Strauss’s late style, and what we have here is probably Bruch’s finest string chamber work.

This is a superb account. The Nash Ensemble have a natural feeling for the music’s ebb and flow, and while they’re not afraid of big gestures and the bite of horsehair and rosin, they play beautifully as an ensemble, with the players responding to each other, and a real feeling of intimacy. Lawrence Power’s viola sings through the texture, and Stephanie Gonley, on first violin, never lets the alla ungarese brilliance of the finale turn into a mini-concerto.

They’re helped by Hyperion’s engineers, who’ve made a church acoustic sound as immediate as a drawing room, even in the quasi-orchestral textures of Bruch’s String Octet – which substitutes a double bass for the more usual second cello. The Nash Ensemble go at it with magnificent ardour and sweep, and bring an affecting tenderness to the slightest of Bruch’s late chamber works, the Mendelssohn-like Quintet in E flat. Together, these performances go straight to the top of a not exactly crowded field; in fact, this disc needs to be heard by everyone who loves German Romantic chamber music.