mei 2017


Beethoven: Violin Sonatas Nos. 6 & 9

James Ehnes & Andrew Armstrong

James Ehnes, een van de meest bedachtzame en consequent uitstekende soloviolisten van vandaag de dag, en pianist Andrew Armstrong in even briljante vorm, presenteren hun eerste cd met vioolsonates van Beethoven.

Dit is James Ehnes’ eerste cd met Beethovensonates en ik hoop van harte dat het een compleet overzicht zal inluiden. Hij wordt vergezeld door zijn vaste partner-in-crime, Andrew Armstrong, en hun lange vertrouwdheid levert echt dividend op. De koppeling van de Kreutzer met Op. 30 nr. 1 is ook muzikaal scherpzinnig, aangezien de oorspronkelijke Presto-finale van de laatste eindigde als het afsluitende deel van de Kreutzer.

Ze programmeren de Kreutzer eerst en het openingsdeel heeft die essentiële Bachiaanse zuiverheid, die plaatsmaakt voor een Presto vol kracht en energie, maar ook finesse en soepelheid. Stiltes worden op een meeslepende manier gebruikt en de pizzicato's op 6'31" (track 1) zijn voldoende aanwezig zonder je naar de achterkant van de zaal te blazen. Ook de slotmomenten worden tot in de puntjes beoordeeld, waarbij de dynamiek en het tempo vlak voor de laatste explosie worden teruggebracht.

Ze zijn in het Andante-thema iets langzamer dan Dumay en Pires of Faust en Melnikov, maar zodra de variaties beginnen, komt hun lezing op gang. Ibragimova en Tiberghien, live betrapt, zijn ook relatief ruim maar zo kleurrijk dat ze inderdaad meeslepend zijn. Ehnes en Armstrong reageren verbluffend goed in de finale, met een gevoel van voortstuwing, maar zonder de delicate momenten over het hoofd te zien.

Op 30 nr. 1 deelt misschien een toonsoort met de Kreutzer, maar verder zijn ze werelden van elkaar verwijderd. De opening, die bijna nonchalant moet klinken, kan geforceerd klinken; hier echter niet, waar alles zich met volledige onvermijdelijkheid ontvouwt. Faust en Melnikov spelen Beethovens tegenstellingen van dynamiek en stemmingen nog meer uit, maar de keuze is een kwestie van smaak, want beide zijn meesterlijke lezingen. Ehnes en Armstrong zijn verrukkelijk in het langzame deel, werkelijk molto espressivo, terwijl een gevoel van speelsheid onweerstaanbaar aanwezig is in elke maat van de finale, wat het zegel zet op een dwingende toevoeging aan Ehnes en Armstrongs opmerkelijke discografie.

This is James Ehnes’s first disc of Beethoven sonatas and I very much hope it will herald a complete survey. He is joined by his regular partner-in-crime, Andrew Armstrong, and their long familiarity pays real dividends. The coupling of the Kreutzer with Op 30 No 1 is also musically astute, as the latter’s original Presto finale ended up as the concluding movement of the Kreutzer.

They programme the Kreutzer first and its opening movement has that essential Bachian purity, which gives way to a Presto full of strength and energy, yet finesse and suppleness too. Silences are used to compelling effect, and the pizzicatos at 6'31" (track 1) are sufficiently present without knocking you to the back of the room. The closing moments too are judged to a nicety, taking the dynamic and tempo right down before the final explosion.

They are a tad slower in the Andante theme than Dumay and Pires or Faust and Melnikov but as soon as the variations begin their reading takes off. Ibragimova and Tiberghien, caught live, are also relatively spacious but so highly coloured that they’re compelling indeed. Ehnes and Armstrong are stunningly responsive in the finale, with a sense of propulsion, yet without overlooking its moments of delicacy.

Op 30 No 1 may share a key with the Kreutzer but otherwise they are worlds apart. The opening, which has to sound almost nonchalant, can sound forced; not here, though, where everything unfolds with complete inevitability. Faust and Melnikov play up Beethoven’s juxtapositions of dynamics and moods even more, but choice is down to taste, for both are masterly readings. Ehnes and Armstrong are ravishing in the slow movement, truly molto espressivo, while a sense of playfulness is irresistibly apparent in every bar of the finale, setting the seal on a compelling addition to Ehnes and Armstrong’s remarkable discography.