april 2017
Philip Glass: Piano Works
Víkingur Ólafsson
De pianomuziek van Philip Glass beweegt zich tussen een gevoel van buitenaardsheid en een intense innerlijkheid, twee facetten die het diep muzikale spel van de IJslandse pianist Víkingur Ólafsson perfect lijkt te belichamen.

In 2015, toen Glass’ complete set van 20 Études voor solopiano werd gepresenteerd – tag-team-stijl – door vijf verschillende pianisten (inclusief de componist zelf) in het Barbican Centre in Londen, vielen de uitvoeringen van de IJslandse pianist Víkingur Ólafsson op door hun zeldzame combinatie van pure technische genialiteit, expressieve controle en interpretatieve diepgang. Zoals Ivan Hewett destijds opmerkte, was het horen van Ólafsson spelen van deze etudes ‘alsof je naar een waar meesterwerk luisterde’. Er bestaan al verschillende indrukwekkende opnames van Glass’ Études – waarvan er hier 10 worden gepresenteerd – van Glass-grootheden als Maki Namekawa, Paul Barnes (beiden op Orange Mountain) en Bruce Levingston (Sono Luminus), maar Ólafssons interpretaties bewonen een unieke, aparte en buitengewone wereld die geheel van henzelf is.
Het is verleidelijk om hier een vergelijking te trekken met Glenn Gould. Net als Gould bezit Ólafsson de zeldzame gave om een bekend werk op onverwachte manieren te belichten, verborgen diepten te onthullen en de beste kwaliteiten ervan naar voren te halen. In Glass' muziek wordt elke herhaling verrijkt door subtiele veranderingen in kleur, stemvoering en articulatie, alsof Ólafsson voortdurend de pagina op zijn muziekserver ververst.
In de 'Opening' van Glassworks zou een andere pianist tevreden zijn geweest met het uitvoeren van tweeën tegen drieën met klokachtige precisie. Ólafsson gaat veel verder en haalt met elke cyclus elk van de vier lijnen die latent in de textuur van de piano zitten naar de oppervlakte. Op andere momenten past Ólafsson zowel toon als expressie aan van de ene herhaalde module naar de volgende, zoals in de variaties van één maat van de eigenzinnige Étude nr. 14. Net als Gould zijn er hier eigenaardigheden en soms interpretatieve beslissingen die lijnrecht ingaan tegen de gedrukte partituur. Maar als de muzikale resultaten zo overweldigend positief en indrukwekkend zijn als hier, dan kun je af en toe wat artistieke speling vergeven.
Het fantastische Siggi Quartet voegt zich bij Ólafsson op twee tracks in Christian Badzura's creatieve herinterpretaties van Étude No 2 en 'Opening' (de tweede van twee versies die hier zijn opgenomen), wat verdere paden suggereert voor toekomstige verkenning door deze adembenemend briljante pianist.

In 2015, when Glass’s complete set of 20 Études for solo piano were presented – tag-team-style – by five different pianists (including the composer himself) at London’s Barbican Centre, the Icelandic pianist Víkingur Ólafsson’s performances stood out for their rare combination of sheer technical brilliance, expressive control and interpretative depth. As Ivan Hewett pointed out at the time, hearing Ólafsson playing these études was ‘like listening to a true masterpiece’. Several impressive recordings of Glass’s Études – 10 of which are presented here – already exist by Glass luminaries including Maki Namekawa, Paul Barnes (both on Orange Mountain) and Bruce Levingston (Sono Luminus), but Ólafsson’s interpretations inhabit a unique, distinct and extraordinary world all their own.
It is tempting to draw comparison with Glenn Gould here. Like Gould, Ólafsson possesses that rare gift of illuminating a familiar work in unexpected ways, revealing hidden depths and drawing out its best qualities. In Glass’s music, each repetition is enriched by subtle changes in colour, voice-leading and articulation, as if Ólafsson were continually refreshing the page on his musical server.
In the ‘Opening’ from Glassworks, another pianist might have been content simply to execute twos against threes with clock-like precision. Ólafsson goes much further, drawing to the surface with every cycle each of the four lines latent in the piano’s texture. At other times Ólafsson adjusts both tone and expression from one repeated module to the next, such as in the one-bar variations of the quirky Étude No 14. Like Gould, there are idiosyncrasies here, and at times interpretative decisions that fly in the face of the printed score. But when the musical results are as overwhelmingly positive and impressive as they are here, then one can forgive occasional artistic leeway.
The superb Siggi Quartet join Ólafsson on two tracks in Christian Badzura’s creative re-imaginations of Étude No 2 and ‘Opening’ (the second of two versions recorded here), suggesting further pathways for future exploration by this breathtakingly brilliant pianist.