april 2017


Brahms: Works for Piano Vol. 4

Jonathan Plowright

Jonathan Plowright zet zijn Brahms-serie in indrukwekkende stijl voort, waarbij virtuositeit en bedachtzaamheid beide op de voorgrond treden.

Nu we bij deel 4 van deze complete solo Brahms-traversal aankomen, bestaat er geen twijfel over dat Jonathan Plowright en de oude Johannes op goede voet staan. De programmering van werken uit verschillende stadia in Brahms' carrière wijst erop hoe eerdere stukken zijn late stijl kunnen voorspellen. Neem bijvoorbeeld de Op 10 Ballades: de Eerste heeft een zeldzame innerlijkheid die hem verbindt met Op 119. Sokolov is hier misschien openlijker reactief, maar Plowright is niet minder veelzeggend - en dat zegt wat! Ik hou ook erg van de snelheid waarmee hij de buitenste delen van de Tweede Ballade neemt, zonder zwaarwichtig te klinken. In feite zijn de tempo's vaak aan de snelle kant - getuige de tweede van de twee Op 79 Rhapsodieën - sneller dan Perahia, wiens lezing ik zeer bewonder. Dit volgen met Op 119 is een meesterzet, het eerste stuk is bijna schokkend in zijn introversie. Plowright is hier de gelijke van de zeer fijne Vogt, terwijl er in het derde stuk een lichtheid van geest is, verwant aan die van Perahia, die beiden de Grazioso e giocoso-markering met meer effect waarnemen dan Angelich.

De schijf wordt omlijst door de twee delen van Paganini-variaties. Zelfs Brahms' meest inspannende technische eisen kennen geen angst, de overvloedige tertsen en sexten van Vars 1 en 2 (boek 1) worden met een bijna luchtig gemak gegeven. Maar nog veelzeggender is het gevoel van speelsheid dat Plowright niet alleen aan het thema zelf toevoegt, maar ook aan talloze variaties, wat betekent dat de punten van stilte (boek 1, Vars 11 en 12) een werkelijk transcendentale sfeer hebben. Plowright is technisch gezien de gelijke van Ohlsson en nog fantasierijker in de rustigere muziek. Bovendien profiteert hij van het fantastische geluid van BIS en een piano die duidelijk in topconditie verkeert.

As we reach Volume 4 of this complete solo Brahms traversal, there’s no doubt that Jonathan Plowright and old Johannes are on the best of terms. The programming of works from different stages in Brahms’s career points up the way earlier pieces can foreshadow his late style. Take the Op 10 Ballades, for example: the First has a rare inwardness that links it to Op 119. Sokolov may be more overtly reactive here but Plowright is no less telling – which is saying something! I like very much too the speed at which he takes the outer sections of the Second Ballade, avoiding sounding ponderous. In fact tempos are often on the quick side – as witness the second of the two Op 79 Rhapsodies – faster than Perahia, whose reading I much admire. Following this with Op 119 is a masterstroke, the first piece almost shocking in its introversion. Plowright is the equal of the very fine Vogt here, while in the third piece there’s a lightness of spirit, akin to that of Perahia’s, both of whom observe its Grazioso e giocoso marking to greater effect than Angelich.

The disc is bookended by the two volumes of Paganini Variations. Even Brahms’s most strenuous technical demands hold no fears, the abundant thirds and sixths of Vars 1 and 2 (Book 1) given with an almost airy ease. But more telling still is the sense of playfulness that Plowright brings not only to the theme itself but to myriad variations, which means that the points of stillness (Book 1, Vars 11 & 12) have a truly transcendental air. Plowright is very much the equal of Ohlsson, technically, and more imaginative still in the quieter music. He also has the benefit of superb sound from BIS and a piano that is clearly in tip-top condition.