maart 2017
Dynastie - Bach Family Concertos
Jean Rondeau en anderen
Jean Rondeau dirigeert vanaf het klavecimbel en leidt zijn collega's - die allemaal een gelukkige verstandhouding lijken te hebben - in een uiterst plezierig en karaktervol overzicht van de muziek van vader Bach en zijn zonen.

De jonge Franse klavecinist Jean Rondeau maakte in 2015 zijn debuut op Erato met ‘Imagine’, een recital van Bach-klaviersonates (3/15). Nu, nadat hij ons vorig jaar nog een soloklavierplaat van Royer en Rameau (4/16) gaf, keert hij met ‘Dynastie’ (die ook op vinyl uitkomt) terug naar Bach voor zijn eerste opname als concertsolist en -dirigent, waarbij hij Johann Sebastian Bachs klavierconcerten BWV1052 en 1056 aanvult met concerten van zijn zonen Johann Christian, Wilhelm Friedemann en Carl Philipp Emanuel.
Rondeau heeft kritiek gekregen van bepaalde hoeken van de kritische wereld, waarbij hij werd beschuldigd van brutale rock-'n-roll-showmanship en zelfs van het jankend klinken. En ook, hoewel vriendelijker gezegd, van het soms verliezen van momentum door zijn vrije, ongehaaste aanpak. Als ik naar ‘Dynastie’ luister, is het brutale, jankende showmanschap echter verre van de indruk die ik krijg; en hoewel Rondeau inderdaad een zeer ontspannen benadering van puls en metrum hanteert, komt het effect meer over als charmant en menselijk, samen met een gevoel van absolute verbinding en improvisatorisch gemak met zijn klavecimbel dat verwant is aan dat van een jazzpianist (en overigens maakte jazzpiano deel uit van zijn opleiding). Bovendien worden momenten van metronomische vrijheid geëvenaard door evenveel stevige nauwkeurigheid waar de muziek dat vereist.
BWV1052 in d mineur zet de toon van het geheel: uptempo maar nooit gehaast, een zachte, vloeiende aanraking op het klavecimbel, een centrale beweging gedramatiseerd door aarzelingen en pauzes, samen met een legato-benadering die de frasen van het klavecimbel ontvouwt alsof het in één doorlopende, subtiel versierde ademhaling is. Dan een krachtig klinkende, helder ritmische derde beweging.
Een hoogtepunt is Rondeaus eigen orkestratie van het ‘Lamento’ uit WF Bachs Sonate in G majeur. Subliem geschreven en gloeiend uitgevoerd, is dit nummer een welkome kans voor zijn begeleidende strijkersensemble om terecht centraal te staan, waarbij Rondeau hen aanvult met prominente klavecimbelachtergrondkleur.
Wat de rest betreft, JS Bachs BWV1056 in f mineur heeft bedachtzaamheid, plezier en flair, gevolgd door een lezing van CPE Bachs Wq23 Concerto in d mineur dat de eigenzinnige choppiness van dit stilistische wilde kind vastlegt met afgekapte, vrolijke elegantie. Dus al met al een opname om van te genieten.

The young French harpsichordist Jean Rondeau made his debut on Erato in 2015 with ‘Imagine’, a recital of Bach keyboard sonata transcriptions (3/15). Now, having given us another solo keyboard disc last year of Royer and Rameau (4/16), ‘Dynastie’ (which is also being released on vinyl) sees him return to Bach for his first recording as a concerto soloist and director, complementing Johann Sebastian Bach’s keyboard concertos BWV1052 and 1056 with concertos by his sons Johann Christian, Wilhelm Friedemann and Carl Philipp Emanuel.
Rondeau has come in for some stick from certain corners of the critical world, facing accusations of bolshy rock’n’roll showmanship, and even of sounding jangly. Also, albeit more kindly put, of sometimes losing momentum through his free, unhurried approach. Listening to ‘Dynastie’, however, bolshy jangling showmanship is far from the impression I’m left with; and while Rondeau does indeed take a very relaxed approach to pulse and metre at points, the effect comes over more as charming and human, along with carrying a sense of absolute connection and improvisatory ease with his harpsichord akin to that of a jazz pianist (and incidentally jazz piano formed part of his training). Furthermore, moments of metronomic freedom are matched by equal amounts of firm exactitude where the music demands.
BWV1052 in D minor very much sets the tone of the whole: up-tempo but never feeling hurried, a gentle, fluidly flowing touch at the harpsichord, a central movement dramatised by hesitations and pauses, along with a legato approach that unfurls the harpsichord’s phrases as if as in one continuous, subtly ornate breath. Then, a strong-toned, crisply rhythmic third movement.
A highlight is Rondeau’s own orchestration of the ‘Lamento’ from WF Bach’s Sonata in G major. Sublimely written and glowingly performed, this track is a welcome opportunity for his accompanying string ensemble to move deservedly centre stage, Rondeau complementing them with prominent harpsichord background colour.
As for the rest, JS Bach’s BWV1056 in F minor has thoughtfulness, fun and flourish, followed by a reading of CPE Bach’s Wq23 Concerto in D minor which captures this stylistic wild child’s maverick choppiness with clipped, buoyant elegance. So, all in all, a recording to savour.