januari 2018


Light Over Darkness

Erato Alakiozidou & Lutosławski Quartet

Een uitstekende plaat van het innovatieve label Odradek, muzikaliteit en geluidskwaliteit van zeer hoog niveau, wat zorgt voor een meeslepend intense kamerervaring.

Het Pianokwintet is een van Schnittkes donkerste, meest spookachtige werken. Het brengt existentiële angst naar een niveau waarop Shostakovich en Mahler het zouden hebben opgegeven, en lost het dan op wonderbaarlijke wijze op in een verbluffend eenvoudige apoetheose. Hoewel het werk in zekere zin een aantoonbaar vollere uitdrukking heeft in zijn orkestrale bewerking als In memoriam, is de pure intensiteit van deze kamerversie volkomen aangrijpend, en de combinatie van de jonge Griekse pianist Erato Alakiozidou en het Lutosławski Quartet is opwindend. Ze behandelen de muziek met eerbied, dat zeker, maar ze zijn ook niet bang om het te kneden, om het te nemen en de zeer persoonlijke pijn ervan tot de hunne te maken. Niet elke pianist die de voor de hand liggende walsachtige gebaren van het tweede deel Tempo di valse kan maken, resoneert zoals Alakiozidou dat doet, en niet elk strijkkwartet dat – en hier denk je aan de intensiteit van de Penderecki uit de jaren 60 – zo'n spanning kan brengen in een cluster dat oplost in een unisono.

Meer nog, er is een gevoel van de algehele vorm van het werk, een besef van de details die het geheel vormen, dat werkelijk verbazingwekkend is – een van de meest verbazingwekkende momenten is de afdaling in pure duisternis aan het einde van het derde deel, met de plotselinge lichtstraal die wordt geleverd door een eenvoudig majeurakkoord. Odradeks magnifieke opname heeft hier natuurlijk veel mee te maken, maar zo'n adembenemende uitvoering zou, denk ik, overleven in een veel slechtere akoestische omgeving. Mijn enige bedenking heeft te maken met de balans tussen piano en strijkkwartet in het laatste deel (iets dat in de herbewerking in ieder geval beter tot stand komt tussen orgel en orkest): de piano lijkt een beetje te snel overweldigd. Maar dat is een klein puntje van kritiek. Het korte Pianokwartet uit 1988 is een gevecht tussen Schnittke en Mahler, op wiens onvoltooide werk voor dit medium het is gebaseerd. Schnittke wint natuurlijk, maar de eerdere componist werpt zijn schaduw over het hele werk.

De twee werken van Schnittke worden aangevuld door het pianokwartet In l’istesso tempo van Giya Kancheli. Een werk van elegante treurigheid, het is hier de perfecte metgezel en wordt met enorme gevoeligheid uitgevoerd. Dit is een opname van buitengewone kwaliteit, waarbij de briljante inzichten van de uitvoerders volledig worden geëvenaard door de uitstekende kwaliteit van het geluid, en er zijn uitstekende boekjes met aantekeningen van Hugh Collins Rice.

The Piano Quintet is one of Schnittke’s darkest, most haunting works. It takes existential angst to a pitch at which Shostakovich and Mahler would have given up, and then, miraculously, resolves it in a stunningly simple apoetheosis. While the work has in some sense an arguably fuller expression in its orchestral reworking as In memoriam, the sheer intensity of this chamber version is utterly gripping, and the combination of the young Greek pianist Erato Alakiozidou and the Lutosławski Quartet is electrifying. They treat the music with reverence, certainly, but they are also not afraid to mould it, to take it and make its very personal pain their own. It is not every pianist who can make the obvious waltz-like gestures of the second-movement Tempo di valse resonate as Alakiozidou does, and not every string quartet who – and here one thinks of the intensity of the Penderecki of the 1960s – can bring such tension to a cluster resolving on to a unison.

More than this, there is a sense of the overall shape of the work, an awareness of the details that go to make up the whole, that is truly astounding – one of the most amazing moments is the descent into sheer blackness at the end of the third movement, with the sudden shaft of light provided by a simple major chord. Odradek’s magnificent recording has much to do with this, of course, but such a breathtaking performance would, I think, survive in a much worse acoustic environment. My one reservation has to do with the balance of the piano and the string quartet in the last movement (something which is in any case better achieved between organ and orchestra in the reworking): the piano seems a trifle overwhelmed too soon. But it’s a small quibble. The brief 1988 Piano Quartet is a fight between Schnittke and Mahler, upon whose incomplete work for this medium it is based. Schnittke wins, of course, but the earlier composer casts his shadow over the whole work.

Complementing the two Schnittke works is the piano quartet In l’istesso tempo by Giya Kancheli. A work of elegant mournfulness, it is the perfect companion here, and performed with tremendous sensitivity. This is a recording of extraordinary quality, the brillance of the performers’ insight being fully matched by the outstanding quality of the sound, and there are excellent booklet notes by Hugh Collins Rice.