januari 2018


Haydn 2032, Vol. 5: L'homme de génie

Basel Chamber Orchestra o.l.v. Giovanni Antonini

De Gramophone Award voor zijn vorige Haydn-bundel legde de lat hoog – en die wordt hier gehaald, met een waardige aanvulling op zijn meeslepende verkenning van de componist.

Na het winnen van de orkestrale categorie bij de Gramophone Awards van afgelopen september met zijn vorige bundel Haydn-symfonieën, keert Giovanni Antonini terug met een nieuwe selectie en een nieuwe band. Het Basel Chamber Orchestra presenteert een geluid dat een tikje zoeter is dan dat van Il Giardino Armonico, hoewel dat vertrouwde 'spit' van een periode-instrument nooit ontbreekt wanneer de Sturm und Drang op 11 wordt gezet.

Die zoetheid past bij deze latere werken, waarin Haydns kernachtige motivische schrijfstijl wordt gecombineerd met een melodieuze breedte – wat de eetlust opwekt als deze Bâloise-spelers worden geselecteerd om de bredere doeken van de 'Parijse' en 'Londen'-symfonieën op zich te nemen. Het soepele nr. 81 komt er bijzonder goed uit, terwijl nr. 80, een van Haydns meest excentrieke creaties, rechttoe rechtaan wordt gespeeld en daardoor des te geestiger wordt. Symfonie nr. 19 is ook knap gedaan, hoewel het een vreemde koppeling lijkt voor de twee veel latere werken en misschien uit deze context was weggelaten om elders een ruimere voorziening van herhalingen van de finale tweede helft mogelijk te maken. (Niet dat je echt kunt klagen op een cd die meer dan 78 minuten duurt.) Het vierde werk is de prachtige c-mineur symfonie van Joseph Martin Kraus, altijd de moeite waard om te horen als misschien wel de beste van de Sturm und Drang symfonieën die niet uit de pen van Haydn of Mozart zijn (Kraus' exacte tijdgenoot, aan wie het werk, verbazingwekkend genoeg, ooit werd toegeschreven).

Symfonie nr. 81 kreeg pas vorig jaar zijn eerste opname met een periode-instrument; vergeleken met Ottavio Dantone en Accademia Bizantina, zowel hier als in nr. 80, houdt Antonini zich staande in misschien meer overwogen, maar minder opzettelijk gekarakteriseerde lezingen. Dit is een andere winnende inzending in Antonini's Haydn-discografie, die de hebzuchtige Haydnista ertoe aanzet zich af te vragen: in welke richting zal deze meeslepende en verleidelijke, langzaam op gang komende serie zich nu ontwikkelen?

Fresh from winning the Orchestral category at last September’s Gramophone Awards with his previous volume of Haydn symphonies, Giovanni Antonini returns with a new selection and a new band. The Basel Chamber Orchestra present a sound that is a touch sweeter than Il Giardino Armonico’s, although that familiar period-instrument ‘spit’ is still never absent when the Sturm und Drang is turned up to 11.

That sweetness suits these later works, in which Haydn’s pithy motivic writing is allied to a melodic breadth – whetting the appetite if these Bâloise players are selected to take on the broader canvases of the ‘Paris’ and ‘London’ Symphonies. The suave No 81 comes off particularly well, while No 80, one of Haydn’s most eccentric creations, is played straight and comes of all the more witty for it. Symphony No 19 is also handsomely done although it seems an odd coupling for the two much later works and might have been omitted from this context to allow for more generous provision of finale second-half repeats elsewhere. (Not that one can really complain in a disc lasting over 78 minutes.) The fourth work is the wonderful C minor Symphony of Joseph Martin Kraus, always worth hearing as perhaps the finest of the Sturm und Drang symphonies not from the pen of either Haydn or Mozart (Kraus’s exact contemporary, to whom the work was, astonishingly, once attributed).

Symphony No 81 received its first period-instrument recording only last year; compared with Ottavio Dantone and Accademia Bizantina, both here and in No 80, Antonini holds his own in perhaps more considered if less wilfully characterised readings. This is another winning entry into Antonini’s Haydn discography, prompting the greedy Haydnista to ask: in which direction will this compelling and tantalising slow-burn series turn next?