januari 2018
Elgar: Falstaff, Orchestral Songs &
Roderick Williams & BBC Philharmonic Orchestra o.l.v. Sir Andrew Davis
Een Falstaff vol persoonlijkheid en scherpzinnigheid, Roderick Williams welbespraakt in orkestrale liederen … slechts de hoogtepunten uit een prachtige Elgar-bloemlezing van Sir Andrew Davis.

Dit is Andrew Davis' derde opname van Elgars Falstaff. Het is, om er maar niet omheen te draaien, een superieur scherpzinnige doorsnede, die een sterke vastberadenheid, emotionele openhartigheid en nauwgezette aandacht voor details laat zien die het een voorsprong geven op zijn opmerkelijke voorgangers met de New Philharmonia (Lyrita, 9/75) en BBC SO (Warner Apex, 8/05). Vanaf het begin is er een onweerstaanbaar idiomatische bravoure, scherpzinnigheid en temperament die mij doen denken aan zowel het wonderbaarlijke verslag van de componist zelf uit 1931 als de klassieke Barbirolli uit 1964, Shakespeares dikke ridder die moeiteloos tot leven komt voor onze ogen in al zijn complexiteit en, op het einde, broosheid (de weemoedige slotpagina's zijn hier enorm ontroerend).
Er zijn veel inzichten, waaronder de humoristische weergave van Falstaff die in slaap valt voorafgaand aan het eerste droominterludium (memorabele bijdragen van fagot en tuba); de opwindende beet van marcato lage strijkers terwijl Sir John en zijn bonte groep rekruten 'stevig gepeperd' zijn op het slagveld (track 6, op 1'45" en opnieuw op 2'02"); die echt con fuoco violen en altviolen van twee na fig 109 (track 9, 0'17"); en de dreigende pracht en praal van de kroning van koning Hendrik V, waar de Grandioso herhaling van Hal's thema op fig 127 (track 10, 2'26") op een behoorlijk verwoestende manier binnenkomt. Geen twijfel mogelijk: als het om Falstaffs gaat, eist deze indrukwekkend ontworpen nieuwkomer gehoord te worden.
Elders is de bariton Roderick Williams op zijn welbespraaktst in een aantrekkelijke selectie orkestrale liederen, met als opvallende stukken ‘Twilight’ uit de Op 59-set (een uiterst betoverende zetting uit 1909 van een gedicht van Gilbert Parker), het gepassioneerde tweeluik Op 60 uit 1910 (op tekst van een zekere Pietro d’Alba, Elgars eigen pseudoniem), en het zacht elegische ‘Pleading’ (een zetting uit 1908 van Arthur Salmons gedicht). We krijgen ook een van de grappen van de componist in de vorm van de aangenaam krankzinnige Smoking Cantata (1919), een 40 seconden durende zetting van een verzoek om gasten te huisvesten van zijn goede vriend Edgar Speyer (‘Graag, graag, graag niet ROKEN in de hal of op het trappenhuis!’). Daarnaast worden we getrakteerd op een sublieme sfeervolle vertolking van de twee puur orkestrale fragmenten uit de toneelmuziek voor Grania en Diarmid uit 1901. Al met al een geweldige bloemlezing, die u absoluut niet mag missen.

This is Andrew Davis’s third recording of Elgar’s Falstaff. It is, not to beat about the bush, a superbly perceptive traversal, evincing a strength of purpose, emotional candour and meticulous attention to detail that give it the edge over its notable predecessors featuring the New Philharmonia (Lyrita, 9/75) and BBC SO (Warner Apex, 8/05). Right from the outset there’s an irresistibly idiomatic swagger, acuity and temperament that put me in mind of both the composer’s own miraculous 1931 account and the classic 1964 Barbirolli, Shakespeare’s fat knight effortlessly springing to life before our very eyes in all his complexity and, at the last, frailty (the wistful closing pages are enormously touching here).
Insights abound, among them the humorous depiction of Falstaff dozing off prior to the first dream interlude (memorable contributions from bassoon and tuba); the thrilling bite of marcato lower strings as Sir John and his motley band of recruits are ‘soundly peppered’ on the battlefield (track 6, at 1'45" and again at 2'02"); those truly con fuoco violins and violas from two after fig 109 (track 9, 0'17"); and the glowering pomp and spectacle of King Henry V’s coronation, where the Grandioso reprise of Hal’s theme at fig 127 (track 10, 2'26") hits home in properly devastating fashion. No doubt about it: as Falstaffs go, this impressively engineered newcomer demands to be heard.
Elsewhere, the baritone Roderick Williams is at his eloquent best in an attractive selection of orchestral songs, the standout items being ‘Twilight’ from the Op 59 set (an utterly spellbinding setting from 1909 of a poem by Gilbert Parker), the passionate Op 60 diptych from 1910 (to words by a certain Pietro d’Alba, Elgar’s own pseudonym), and the softly elegiac ‘Pleading’ (a 1908 setting of Arthur Salmon’s poem). We also get one of the composer’s japes in the shape of the enjoyably bonkers Smoking Cantata (1919), a 40-second setting of a request to house guests from his good friend Edgar Speyer (‘Kindly, kindly, kindly do not SMOKE in the hall or staircase!’). In addition, we’re treated to a sublimely atmospheric rendering of the two purely orchestral excerpts from the 1901 incidental music for Grania and Diarmid. All told, a terrific anthology, and absolutely not to missed.