april 2018


Venezia Millenaria

Le Concert des Nations o.l.v. Jordi Savall

Alia Vox Weer een boeiende en oorverdovende historische reis van Jordi Savall. Dit keer een portret van de meest betoverende stad ter wereld: Venetië, prachtig verbeeld in uiteenlopende muziek uit de afgelopen millennia.

Twee cd's, meer dan 50 artiesten en 1000 jaar muziekgeschiedenis: zelfs voor Jordi Savall's normen is 'Venezia Millenaria' een buitengewoon project - het bewijs van wat ambitie, verbeelding en, ja, overheidssubsidie ​​kunnen bereiken. Van het prachtige gedrukte boek (een echt boek, geen boekje) met zijn overvloed aan historische afbeeldingen en essays van onder andere John Julius Norwich en Judith Herrin, tot de nauwkeurig onderzochte en vaak opnieuw gearrangeerde nummers, die artiesten uit veel verschillende tradities en landen samenbrengen, worden hier geen kosten bespaard om dit enorme idee in al zijn rijkdom en verscheidenheid te realiseren: de geschiedenis van Venetië van 700 tot 1797 vertellen door middel van muziek.

Stel je voor dat je door de straten van Venetië loopt terwijl eeuwen aan je voorbijgaan. Door een open raam hoor je misschien een jonge edelvrouw een flirterig lied van Hasse zingen; als je langs een orthodoxe kerk loopt, klinkt het geluid van gezang, zo oud als de lagune zelf; je gaat door een deur met gordijnen naar een taverne waar folkmuzikanten uit Griekenland en Armenië hun traditionele dansen spelen. Dit is de verontrustende ervaring van het luisteren naar een opname waarvan het eclecticisme dat van de kruispuntstad weerspiegelt die de inspiratiebron is.

Savall en zijn Hespèrion XXI en Le Concert des Nations worden hier vergezeld door La Capella Reial de Catalunya, een orthodox koor en solisten op instrumenten zoals de oed, duduk, santur en qanun. Het resultaat is een chronologische muzikale mysterietour, waarvan de tegenstellingen en botsingen vaak verrassend zijn. Duiken van de oeroude ululaties van Byzantijnse of Russisch-orthodoxe gezangen (waarvan de gedeelde muzikale wortels hier ruimschoots aanwezig zijn) naar de zeer uitgewerkte sinfonia's van Gabrieli of Vivaldi's kerkmuziek is desoriënterend, maar levert ook gedeelde referentiepunten op. De gesyncopeerde ritmes die door Willaerts villanesca Vecchie letrose pulseren, worden weerspiegeld in de traditionele Ottomaanse dans die volgt, en de stile concitato-herhalingen van Monteverdi's Combattimento (hier volledig te horen - het meest substantiële werk op de opname) roepen de dreunende aandrang van de Berbermuziek die eraan voorafgaat op.

Het karakteristieke instrumentale spel van Savall en zijn collega's wordt overal weerspiegeld in de vocale nummers, waar kleur en drama boven schoonheid worden gewaardeerd, zangers die worden vastgelegd alsof ze door een antropoloog zijn afgeluisterd in plaats van door een producer. Het effect is wonderbaarlijk direct - een momentopname, niet alleen van een stad, maar van een geest van muziek maken die Savall heeft gepionierd. Vele decennia sinds hij begon, heeft Savall misschien een nieuwe generatie imitators voortgebracht, maar dit muzikale origineel laat ons nog steeds zien hoe het moet.

Two discs, over 50 performers and 1000 years of musical history: even by Jordi Savall’s standards, ‘Venezia Millenaria’ is an extraordinary project – proof of what ambition, imagination and, yes, public subsidy can achieve. From the gorgeous printed book (an actual book, not a booklet) with its abundance of historical images and essays by John Julius Norwich and Judith Herrin among others, to the meticulously researched and often newly arranged tracks, drawing together performers from many different traditions and nations, no expense is spared here in realising this enormous idea in all its richness and variety: telling the history of Venice from 700 to 1797 through music.

Imagine walking through the streets of Venice as centuries slip away around you. Through an open window you might overhear a young noblewoman singing a flirtatious song by Hasse; as you pass an Orthodox church the sound of chanting, ancient as the lagoon itself, leaks out; you pass through a curtained doorway into a tavern where folk musicians from Greece and Armenia are playing their traditional dances. This is the disconcerting experience of listening to a recording whose eclecticism mirrors that of the crossroads-city that is its inspiration.

Savall and his Hespèrion XXI and Le Concert des Nations are joined here by La Capella Reial de Catalunya, an Orthodox choir and soloists on instruments including the oud, duduk, santur and qanun. The result is a chronological musical mystery tour, whose juxtapositions and collisions are often startling. Plunging from the primal ululations of Byzantine or Russian Orthodox chant (whose shared musical roots are amply evident here) into the highly worked sinfonias of Gabrieli or Vivaldi’s church music is disorienting but throws up shared points of reference too. The syncopated rhythms that pulse through Willaert’s villanesca Vecchie letrose are echoed in the traditional Ottoman dance that follows, and the stile concitato repetitions of Monteverdi’s Combattimento (heard here in full – the most substantial work on the recording) recall the thrumming insistence of the Berber music that precedes it.

The characterful instrumental playing of Savall and his colleagues is reflected throughout in the vocal numbers, where colour and drama are prized above beauty, singers captured as though overheard by an anthropologist rather than engineered by a producer. The effect is wonderfully immediate – a snapshot not just of a city but of a spirit of music-making that Savall has pioneered. Many decades since he first began, Savall may have spawned a new generation of imitators, but this musical original is still showing us all how it is done.