juni 2018
Beethoven: Symphonies Nos. 4 & 5
Vienna Symphony Orchestra o.l.v. Philippe Jordan
Dit blijkt een cyclus te zijn die het waard is om te volgen; net als bij de nummers 1 en 3 van januari, onthult deze combinatie maestro en muzikanten in een perfect gedeelde visie.

Beethoven schreef de Vierde symfonie om problemen op te lossen die hij tegenkwam met wat we nu kennen als de Vijfde. Karajan vond het de moeilijkste van de negen om te regisseren; anderen zien de Vijfde als, met afstand, de gevaarlijkste. Wat de gevaren ook zijn, ze worden beide prachtig verwoord door Philippe Jordan en de Wiener Symphoniker in dit tweede deel van een reeds onderscheiden Beethoven-cyclus waarvan het eindpunt de 250e verjaardag van Beethovens geboorte in 2020 zal zijn.
Jordans verslag van de Vierde is bijna ideaal: lenig, lyrisch, ritmisch gericht. Tempo's in de twee buitenste delen zijn snel, het ene deel spiegelt het andere op een manier die de symfonie een aangenaam doorgecomponeerd gevoel geeft. Er is ook niets gehaast of overstuurd, zo fijn gekalibreerd is het spel. Het helpt dat het orkestrale geluid, mooi gedefinieerd in deze voorbeeldige Musikverein-opname, een welkome transparantie heeft.
De uitvoering van de Vijfde symfonie is slank en snel in de moderne stijl. Dat merk je vooral in de finale, waar de mars iets van de geest van de Marseillaise aanneemt. Het is een kijk op de muziek die de laatste jaren in de mode is geraakt – de symfonie als manifestatie van een specifiek Franse revolutie – hoewel het niet een is die gedeeld werd door een oudere generatie dirigenten (zelfs de snellere) tot en met Carlos Kleiber in zijn beroemde opname uit Wenen uit 1974 (DG, 6/75). Voor hen was de symfonie een reis per ardua ad astra die beweegt met een vastere tred en zwaardere klanken.
Jordan heeft echter zijn eigen manier om amplitude toe te voegen. Net als in zijn verfilmde cyclus van de negen met het orkest van de Opéra van Parijs (Arthaus Musik, 12/16), neemt hij de herhaling van het derde deel van de Vijfde symfonie op (maten 1 234), die Beethoven schrapte vanwege een te lang openingsconcert. (Een schrapping waar hij mogelijk spijt van kreeg.) Het is een herhaling die de architectonische voetafdruk van het werk verbreedt en opnieuw in evenwicht brengt, zonder op enigerlei wijze af te leiden van het grotere betoog.
Wat iemands voorkeuren ook zijn wat betreft tekst of puls, wees ervan verzekerd dat wat Jordan en zijn uitstekend getrainde spelers ons een doordachte Beethoven van de hoogste orde geven.

Beethoven wrote the Fourth Symphony to unblock problems he was encountering with what we now know as the Fifth. Karajan thought it the most difficult of the nine to direct; others see the Fifth as being, by some distance, the more perilous. Whatever the perils, both are beautifully articulated by Philippe Jordan and the Vienna Symphony in this second instalment of an already distinguished Beethoven cycle whose point of arrival will be the 250th anniversary of Beethoven’s birth in 2020.
Jordan’s account of the Fourth is well-nigh ideal: lithe, lyrical, rhythmically intent. Tempos in the two outer movements are swift, one movement mirroring the other in a way that gives the symphony an agreeably through-composed feel. Nor is anything rushed or overdriven, so finely calibrated is the playing. It helps that the orchestral sound, nicely defined in this exemplary Musikverein recording, has a welcome transparency to it.
The performance of the Fifth Symphony is lean-bodied and swift in the modern style. One notices this in particular in the finale, where the march takes on something of the spirit of the Marseillaise. It’s a view of the music that has become fashionable in recent years – the symphony as a manifestation of a specifically French revolution – though it’s not one that was shared by an older generation of conductors (even the pacier ones) up to and including Carlos Kleiber in his celebrated 1974 Vienna recording (DG, 6/75). For them the symphony was a journey per ardua ad astra that moves with a steadier tread and weightier sonorities.
Jordan, however, has his own way of adding amplitude. As in his filmed cycle of the nine with the orchestra of the Paris Opéra (Arthaus Musik, 12/16), he includes the Fifth Symphony’s third-movement repeat (bars 1 234) which Beethoven deleted due to an overlong inaugural concert. (A deletion he possibly came to regret.) It’s a repeat that widens and rebalances the work’s architectural footprint, without in any way distracting from the larger argument.
Whatever one’s preferences as to text or pulse, rest assured that what Jordan and his superbly trained players give us is thought-through Beethoven of the highest order.