augustus 2018


Suk: Piano Music - Spring, Summer Impressions, Moods, etc.

Jonathan Plowright

Jonathan Plowright herinnert ons er nog maar eens aan wat een briljant pianist hij is, en communiceert in elke fase van dit recital van vroege werken van Suk zijn duidelijke liefde voor deze muziek. Nog een mooie toevoeging aan Hyperions pianocatalogus.

Deze cd met vroege pianomuziek laat een andere kant zien dan Suk de maximalist, met werken als Asrael en Ripening. En het klinkt alsof Jonathan Plowright enorm heeft genoten van zijn uitstapje in de wereld van het karakterstuk – een miljoen mijl verwijderd van zijn fantastische Brahms-serie voor BIS. Als collectieve titels als Summer Impressions of Spring misschien naar Walter Carroll rieken, laat me je nu geruststellen dat dit muziek is van grote vindingrijkheid, vol met vluchten van verbeelding en niet geringe mate van virtuositeit.

Het eerste nummer van de Spring-suite barst los met quasi-orkestrale texturen voordat het plaatsmaakt voor meer lyrische gevoelens, met een delicaat fladderend einde. Dit wordt gevolgd door 'The Breeze', met zijn zacht huppelende ritmes, de stemming verandert weer voor het pulserende 'Awaiting', zo vol hoop en verlangen. In het laatste nummer van de suite, ‘Longing’, biedt Suk eerst een tuimelende melodie aan en gaat deze vervolgens bespikkelen met versieringen van de grootste tederheid, voordat hij opbouwt naar een climax die ons eraan herinnert dat deze alleen in schaal miniatuur zijn, zeker niet in muzikale ambitie, en Plowrights vaardigheden als colorist zijn met groot effect te horen.

Het modaal geneigde ‘At Noon’ van Summer Impressions begint onschuldig genoeg, de rechterhand herhaalt een interval van een kwart en vervolgens een kwint, maar de manier waarop Suk het harmoniseert is buitengewoon krachtig. Hierna is ‘Children at Play’ verrukkelijk onvoorspelbaar en vol geest – licht Bartókiaans in zijn springerige ritmes, hoewel zachter in zijn harmonische taal. ‘Evening Mood’ kalmeert de zaken aanvankelijk, hoewel het in het midden uitgroeit tot een emotionele storm, waarbij Suk een gevoel van zowel het epische als het intieme oproept tijdens de duur van zes minuten.

Ruimte is te beperkt om alle pareltjes op te sommen, maar andere hoogtepunten zijn de delicatesse van de speeldoos van de 'Humoresque', de prachtige loomheid van de twee Idylles uit Op. 7, die verleidelijk geharmoniseerd zijn, en de pure speelsheid van de Capriccio uit Moods. Plowrights liefde voor deze muziek is overal voelbaar en hij heeft een warme, directe opname gemaakt. Geweldige noten van Jan Smaczny maken deze ware doos vol geneugten compleet.

This disc of early piano music offers a different side from Suk the maximalist, with works such as Asrael and Ripening. And it sounds as if Jonathan Plowright has thoroughly enjoyed his foray into the world of the character piece – a million miles away from his superb Brahms series for BIS. If collective titles along the lines of Summer Impressions or Spring might smack of Walter Carroll, let me reassure you now that this is music of great inventiveness, full of flights of imagination and no small degree of virtuosity.

The first number of the Spring suite bursts in with quasi-orchestral textures before giving way to more lyrical sentiments, with a delicately fluttering ending. This is followed by ‘The Breeze’, with its gently skittering rhythms, the mood shifting again for the pulsating ‘Awaiting’, so full of hope and yearning. In the suite’s final number, ‘Longing’, Suk proffers first a tumbling melody and then proceeds to fleck it with ornamentations of the utmost tenderness, before building to a climax that reminds us that these are miniature in scale only, certainly not in musical ambition, and Plowright’s skills as a colourist are heard to great effect.

The modally inclined ‘At Noon’ from Summer Impressions opens innocently enough, the right hand repeating an interval of a fourth and then a fifth, but the way Suk harmonises it is extraordinarily potent. After this, ‘Children at Play’ is delightfully unpredictable and full of spirit – faintly Bartókian in its jumpy rhythms, though gentler in its harmonic language. ‘Evening Mood’ initially calms matters, though it rises to an emotional storm at its centre, with Suk conjuring a sense of both the epic and the intimate during its six-minute duration.

Space precludes listing every gem but other highlights are the musical-box delicacy of the ‘Humoresque’, the gorgeous languor of the two Idylls from Op 7, which are seductively harmonised, and the sheer playfulness of the Capriccio from Moods. Plowright’s affection for this music is palpable at every turn and he’s given a warmly immediate recording. Terrific notes from Jan Smaczny complete this veritable box of delights.