Awards Issue 2018
Stenhammar: Symphony No. 2 & Ett drömspel
Antwerp Symphony Orchestra o.l.v. Christian Lindberg
De omvang en de ontroerende thema’s van de symfonie van de Zweedse componist Stenhammar worden hier briljant overgebracht door Christian Lindberg en zijn Antwerpse muzikanten.

Stenhammar streefde er bewust naar om zijn Tweede Symfonie (1915) in een ‘sobere’, kenmerkend Noordse stijl te gieten die spiritueel ver verwijderd is van de gelijktijdige Serenade – en met goede reden, aangezien de laatste werd geïnspireerd door een bezoek aan Florence en bedoeld was als een lofzang van een noorderling op het zonnige zuiden. Ik vind de Serenade volkomen onweerstaanbaar – het is zeker het meest gemakkelijk te beminnen werk van Stenhammar – maar de Symfonie raakt me veel meer.
Christian Lindbergs opname van de Serenade (BIS, 8/14) is zeer aangenaam, maar zijn verslag van de Tweede Symfonie (met hetzelfde orkest, nu hernoemd) is nog mooier. Dit is ook niet het soort stuk dat ‘zichzelf speelt’. Neem het lyrische eerste deel, gemarkeerd met Allegro energico: Stig Westerberg, in wat tot nu toe mijn toetssteen op cd was (Caprice, 4/80), steekt een vuur aan in muziek die aan de oppervlakte bedrieglijk koel kan lijken, ondanks het feit dat het tempo dichter bij Allegro moderato ligt; Lindbergs versie brandt niet zo heet, maar beweegt met het gevoel van urgentie dat Stenhammar volgens mij voor ogen had. Het Andante is lilt, het Scherzo swingt en hij houdt de drukke contrapuntische finale verstandig gaande – behalve de centrale tranquillamente (5'30"), zo breed en met zo'n verfijnde tederheid gespeeld dat het voelt alsof de tijd plotseling stilstaat. Op deze manier ingelijst wordt dit kleine gedeelte inderdaad de emotionele kern van de symfonie: een oase van pure, zuiverende, cantabile polyfonie, alsof je uit het lawaai van een stadsstraat in de sereniteit van een kapel bent gestapt.
Hilding Rosenbergs concertversie van de toneelmuziek voor Strindbergs A Dream Play (1916) is eerder opgenomen (Sterling, A/02), maar met een goede vijf minuten aan Zweedse dialogen. Hier, zonder de tekst, is het raadselachtige karakter ervan meer uitgesproken. Een deel van de muziek klinkt alsof het op de achtergrond hoort te blijven, maar er zijn momenten die uit, zoals het griezelige gekras van de violen achter stralende houtblazers aan het einde – een beetje toonschildering die een halve eeuw vooruitblikt op de filmmuziek van Bernard Herrmann. Een glorieuze release. Mis het niet.

Stenhammar consciously strove to fashion his Second Symphony (1915) in a ‘sober’, distinctively Nordic style that’s spiritually far removed from the contemporaneous Serenade – and with good reason, as the latter was inspired by a visit to Florence and meant as a Northerner’s paean to the sunny South. I find the Serenade utterly irresistible – it’s surely the most easily lovable of all Stenhammar’s works – but the Symphony moves me a great deal more.
Christian Lindberg’s recording of the Serenade (BIS, 8/14) is highly enjoyable but his account of the Second Symphony (with the same orchestra, now renamed) is finer still. This is not the kind of piece that ‘plays itself’, either. Take the lyrical first movement, marked Allegro energico: Stig Westerberg, in what has until now been my touchstone on disc (Caprice, 4/80), lights a fire in music that can seem deceptively cool on its surface, despite taking a tempo that feels closer to Allegro moderato; Lindberg’s version doesn’t burn quite so hot but moves with the sense of urgency I believe Stenhammar had in mind. The Andante lilts, the Scherzo swings, and he wisely keeps the busy contrapuntal finale bustling along – except for the central tranquillamente (at 5'30"), played so broadly and with such exquisite tenderness it feels as if time suddenly stopped. Indeed, framed in this way, this small section becomes the symphony’s emotional core: an oasis of pure, cleansing, cantabile polyphony, like one has stepped from the clamour of a city street into the serenity of a chapel.
Hilding Rosenberg’s concert version of the incidental music for Strindberg’s A Dream Play (1916) has been recorded previously (Sterling, A/02) but with a good five minutes’ worth of Swedish dialogue. Here, without the text, its enigmatic character is more pronounced. Some of the music sounds as if it were meant to remain in the background but there are moments that leap out, like the eerie cawing of the violins behind radiant woodwinds at the end – a bit of tone-painting that looks a half-century ahead to the film scores of Bernard Herrmann. A glorious release. Don’t miss it.