september 2018


Liszt: Scherzo & Marsch, 2 Ballades, La Romanesca, 2 Légendes, Csárdás macabre

Leonardo Pierdomenico

Een werkelijk indrukwekkend debuut van deze Italiaanse pianist: goed gekozen werken, waarin hij boeiende kleur en stemming brengt, en – uiteraard – opwindende virtuositeit.

Dit is de verbluffende debuutopname van Leonardo Pierdomenico, een 25-jarige inwoner van Pescara in de regio Abbruzzo in Italië en afgestudeerd aan de Santa Cecilia Academie in Rome. Hij was een halve finalist bij de Koningin Elisabethwedstrijd van 2016 en won afgelopen zomer de discretionaire prijs van de jury bij de Cliburn. Zijn interessante programma beslaat Liszts carrière, met de vroege La romanesca gecomponeerd in Parijs, het Scherzo en March en twee Ballades uit de Weimarjaren, de Sint Franciscuslegenden uit het Rome van de jaren 1860 en de late Csárdás macabre uit Boedapest. Hadden de helft van de doorgewinterde Liszts die ik ken maar Pierdomenico's scherpe oor voor stilistische differentiatie binnen deze halve eeuw aan repertoire. Zijn zeer ontwikkelde techniek en gecultiveerde geluid, beide aanpasbaar aan een verscheidenheid aan affecten, zijn gehuwd aan die twee essentiële elementen voor artistiek Liszt-spel: verbeelding gecombineerd met grondige, nauwgezette muzikaliteit.

Zijn wonderbaarlijke prestissimo leggiero, het vermogen om extreem snel en toch licht te spelen, verleent zijn Scherzo en March en Csárdás macabre kwikzilveren snelheid en enorme kracht die nooit ontaardt in gebonk. Zijn fioritura, die delicate filigraanverbetering van melodie gebruikt door Liszt en Chopin, omhult de D flat Ballade (nr. 1) met sensuele charme en doordrenkt ‘St Francis’ Sermon to the Birds’ met glinsterende kleuren. La romanesca spreekt met de kuisheid van een Bartók-volksliedtranscriptie, waarbij de rustieke eenvoud behouden blijft door opeenvolgende uitwerkingen en verfraaiingen. De verheven klankschildering van ‘St Francis Walking on the Waves’ wordt gerealiseerd door Pierdomenico’s beheersing van het ‘crescendo binnen crescendo’-effect, het nauwelijks waarneembare terugtrekken op kritieke momenten in een ogenschijnlijk naadloos klanktraject, waarbij enorme volumes aan geluid worden ontketend die de mogelijkheden van de piano nooit te boven gaan. De B mineur Ballade (nr. 2) beslaat een enorm canvas, hoewel Pierdomenico het overdrevene of melodramatische vermijdt en in plaats daarvan kiest voor een oprechte ernst die een perfecte symbiose creëert van het heroïsche en lyrische.

Op basis van zijn Liszt alleen – en je kunt hem in ander repertoire op YouTube horen – aarzel ik niet om te suggereren dat Pierdomenico een muzikant is met een zeldzame gevoeligheid en visie, en dat het volgen van zijn verdere ontwikkeling een genoegen zal zijn.

This is the stunning debut recording of Leonardo Pierdomenico, a 25-year-old native of Pescara in the Abbruzzo region of Italy and a graduate of the Santa Cecilia Academy in Rome. A semi-finalist at the 2016 Queen Elisabeth competition, he won the jury’s discretionary prize at the Cliburn last summer. His interesting programme spans Liszt’s career, with the early La romanesca composed in Paris, the Scherzo and March and two Ballades from the Weimar years, the St Francis Legends from 1860s Rome and the late Csárdás macabre from Budapest. Would that half the seasoned Lisztians I know had Pierdomenico’s keen ear for stylistic differentiation within this half-century of repertory. His highly developed technique and cultivated sound, both adaptable to a variety of affects, are wedded to those twin essentials for artistic Liszt-playing: imagination combined with thoroughgoing, scrupulous musicality.

His prodigious prestissimo leggiero, the ability to play extremely fast yet lightly, lends his Scherzo and March and Csárdás macabre quicksilver speed and tremendous power that never devolves into banging. His fioritura, that delicate filigree enhancement of melody used by Liszt and Chopin, envelops the D flat Ballade (No 1) with sensual charm and imbues ‘St Francis’s Sermon to the Birds’ with shimmering colours. La romanesca speaks with the chasteness of a Bartók folk-song transcription, maintaining its rustic simplicity through successive elaborations and embellishment. The exalted sound-painting of ‘St Francis Walking on the Waves’ is realised by Pierdomenico’s mastery of the ‘crescendo within crescendo’ effect, the scarcely perceptible pulling back at critical moments in an ostensibly seamless sound trajectory, unleashing huge volumes of sound that never exceed the resources of the piano. The B minor Ballade (No 2) occupies a vast canvas, though Pierdomenico avoids the overstated or melodramatic, opting instead for a heartfelt earnestness that creates a perfect symbiosis of the heroic and lyrical.

On the basis of his Liszt alone – and one may hear him in other repertoire on YouTube – I don’t hesitate to suggest that Pierdomenico is a musician of rare sensitivity and vision, and that following his further development will be a pleasure.