december 2018
Claude Debussy: Jeux, Nocturnes, Prélude à l'aprés midi d'un faune
Les Siècles o.l.v. François-Xavier Roth
Een schitterende aanvulling op Harmonia Mundi's fascinerende Debussy-overzicht, waarin François-Xavier Roth en zijn historische instrumentenspelers de schoonheid en het mysterie van de muziek vastleggen.

Deze geweldige cd van François-Xavier Roth en Les Siècles, uitgebracht als onderdeel van Harmonia Mundi's Debussy-honderdjarig jubileumserie, zet ook in zekere zin Roths verkenning van muziek in verband met Diaghilevs Ballets Russes voort. Nijinsky's beruchte L'après-midi d'un faune ('Prélude' is weggelaten uit de titel van het ballet) werd voor het eerst gezien in mei 1912. Debussy gaf in besloten kring toe dat hij de choreografie 'grotesk' vond, maar onthield zich van publiek commentaar omdat de onderhandelingen met Diaghilev voor Jeux al gaande waren. Hij beschouwde het ambivalente ménage à trois-scenario voor het laatste blijkbaar 'idioot en onmuzikaal' en stemde er pas mee in om te beginnen met componeren toen Diaghilev zijn honorarium verdubbelde. Opnieuw maakte hij bezwaar tegen Nijinsky’s choreografie, die hij ‘afschuwelijk’ vond, hoewel de partituur, die in de zomer van 1912 in razend tempo werd gecomponeerd, tot zijn beste behoort.
Beide werken gaan in essentie over verlangen, en hun sensualiteit wordt hier niet alleen versterkt door hun tegenstelling, maar ook door de donkere warmte van Les Siècles’ periode-instrumentgeluid en de ingetogen intensiteit van Roths interpretaties. Gespeeld door Marion Ralincourt op een Lot-fluit uit 1900, klinkt de opening van Faune erg zwoel, zelfs hees, en de uitvoering wordt later echt suggestief als de fluiten zuchten en kreunen over de belangrijkste strijkersmelodie, voordat ze loom wegsterven. Er is ondertussen zoveel geschreven over de complexe moderniteit van Jeux dat we geneigd zijn te vergeten hoe nauw Debussy zich hield aan Diaghilevs verzoek dat de partituur in essentie een scherzo-cum-wals zou moeten zijn. Roth dirigeert het met een aantrekkelijke lilt, waarbij hij de eb en vloed onberispelijk inschat en ondertussen alert blijft op de constante veranderingen in tempo. De plotselinge schokken uit de driekwartsmaat, die de jaloerse rivaliteit van de meisjes voor de jongen suggereren, zijn stekelig en geestig, en er is een echte golf van passie bij de climax van de drievoudige omhelzing, gemarkeerd als 'gewelddadig' in de partituur.
Het is een wonderbaarlijk overtuigende uitvoering, net als Roths verslag van Nocturnes dat erop volgt. 'Nuages', met zijn treurige Engelse hoorn en zwevende texturen, klinkt hier erg troosteloos. 'Fêtes', vol schreeuwerige schittering en licht, wordt gespeeld met geweldige behendigheid. 'Sirènes' is daarentegen uitzonderlijk mooi, zelfs sereen, in zijn warmte en diepte, en de vrouwenstemmen van Les Cris de Paris zijn voortreffelijk geïntegreerd in de texturen in plaats van los te lijken, zoals soms het geval is. De opname, gemaakt in de Philharmonie de Paris in januari, is fijn geconstrueerd, hoewel de close-micking van Ralincourt in Faune wat inademingen en af en toe toetsgekletter opvangt.
De schijf wordt geleverd met een geweldige bonus-dvd, gecoproduceerd door France Télévisions en Radio Nacional de España, van Roth en Les Siècles in concert tijdens het Internationale Festival van Muziek en Dans van dit jaar in Grenada. Het programma is grotendeels hetzelfde, hoewel Faune is vervangen door de Marche écossaise sur un thème populaire. De Grenada Jeux is relaxter dan zijn Parijse tegenhanger, en het spel is, zo mogelijk, nog subtieler verfijnd. Nocturnes heeft daarentegen een grotere urgentie, met name in ‘Sirènes’, dat op dvd al met al donkerder en turbulenter van stemming is dan op de schijf. Het is een prachtig nummer en een nieuwe, uitstekende toevoeging aan de uitstekende serie van Harmonia Mundi.

Released as part of Harmonia Mundi’s Debussy centenary series, this superb disc from François-Xavier Roth and Les Siècles also to some extent continues Roth’s exploration of music associated with Diaghilev’s Ballets Russes. Nijinsky’s notorious L’après-midi d’un faune (‘Prélude’ is omitted from the ballet’s title) was first seen in May 1912. Debussy privately admitted he found the choreography ‘grotesque’, but refrained from public comment as negotiations with Diaghilev for Jeux were already under way. He apparently considered the ambivalent ménage à trois scenario for the latter ‘idiotic and unmusical’, and only agreed to begin composition when Diaghilev doubled his fee. Once again he objected to Nijinsky’s choreography, deeming it ‘hideous’, though the score, composed at breakneck speed in the summer of 1912, ranks among his greatest.
Both works are essentially about desire, and their sensuality is heightened here not only by their juxtaposition but by the dark warmth of Les Siècles’ period-instrument sound and the restrained intensity of Roth’s interpretations. Played by Marion Ralincourt on a 1900 Lot flute, the opening of Faune sounds very sultry, even husky, and the performance becomes really suggestive later on as the flutes sigh and moan over the principal string melody, before dying languidly away. So much has been written about the complex modernity of Jeux, meanwhile, that we tend to forget how closely Debussy adhered to Diaghilev’s request that the score should be in essence a scherzo-cum-waltz. Roth conducts it with an appealing lilt, immaculately judging its ebb and flow while remaining all the while alert to its constant changes in tempo. The sudden jolts out of triple time, suggesting the girls’ jealous rivalry for the boy, are barbed and witty, and there’s a real surge of passion at the climactic three-way embrace, marked ‘violent’ in the score.
It’s a wonderfully persuasive performance, as is Roth’s account of Nocturnes that follows it. ‘Nuages’, with its mournful cor anglais and drifting textures, sounds very disconsolate here. ‘Fêtes’, all garish brilliance and light, is played with terrific agility. ‘Sirènes’, meanwhile, is exceptionally beautiful, even serene, in its warmth and depth, and the women’s voices from Les Cris de Paris are exquisitely integrated into the textures rather than seeming detached, as is sometimes the case. The recording, made in the Philharmonie de Paris in January, is finely engineered, though the close miking of Ralincourt in Faune captures some in-breaths and occasional key clatter.
The disc comes with a tremendous bonus DVD, co-produced by France Télévisions and Radio Nacional de España, of Roth and Les Siècles in concert during this year’s International Festival of Music and Dance in Grenada. The programme is much the same, though Faune has been replaced by the Marche écossaise sur un thème populaire. The Grenada Jeux is more relaxed than its Parisian counterpart, and the playing is, if anything, even more subtly refined. Nocturnes, in contrast, has greater urgency, particularly in ‘Sirènes’, which is altogether darker and more turbulent in mood on DVD than on disc. It’s a wonderful issue and another outstanding addition to Harmonia Mundi’s excellent series.