januari 2019
In Concert (Live) Beethoven & Liszt Piano Sonatas
Till Fellner
Nieuwe serie Twee zeer boeiende uitvoeringen, opgenomen met een tussenpoos van acht jaar, van twee monumentale werken – waaronder Beethovens Opus 111, afkomstig uit Fellners tournee door de sonatecyclus van de componist.

Deze opname combineert twee liveoptredens van Till Fellner: de Zwitserse Année in de Grote Zaal van de Wiener Musikverein (juni 2002) en Op. 111 in Middlebury College, Vermont (oktober 2010). Ondanks de akoestische eigenschappen van de locaties, lijkt de plaatsing van de microfoon in beide gevallen ver weg en zou men zich een helderder gedefinieerd geluid kunnen wensen. De optredens zijn daarentegen van een kaliber dat de release van deze meeslepende cd door een pianist wiens relatief weinige opnamen de omvang van zijn gaven verraden, volledig rechtvaardigt.
De Zwitserse Année is alles wat je ervan hoopt: prachtig vastgelegde herinneringen aan machtige met sneeuw bedekte steile hellingen, kuddes die grazen op groene weiden bezaaid met bloemen, de glazen oppervlakken van rustige gletsjermeren, verkwikkend zuivere lucht, verbazingwekkende auditieve omgevingen die echoën en versterken, constant veranderend lichtspel, zintuigen in vervoering te midden van de terreur en schoonheid van de natuur.
Dit is waar Fellner afscheid neemt van de beste van zijn collega's om een pad te bewandelen dat naar een geheel ander niveau leidt. Wat we horen is wat er op de pagina staat, eenvoudig, helder, beknopt. Op geen enkel moment staat Fellner zichzelf toe om Liszt voor te blijven. Hij knalt niet. Noch uitgebreide rubato's, overbodige agogische betekenissen, noch pianistische figuratie, hoe fijn uitgevoerd ook, brengen de muziek vooruit; harmonie, polyfonie en melodische contouren doen dat. Als resultaat komt Liszt stoutmoedig, direct, compromisloos en bijna overweldigend krachtig naar voren.
Tranen in het veel misbruikte ‘Vallée d’Obermann’ worden opgeveegd en een jonge superheld staat trots op droge grond. In plaats van theatraal gedoe verwoordt Fellner deze boodschap van bevrijding van innerlijke beroering naar verlossing door de pracht van de natuur met integriteit en stralende poëtische welsprekendheid, en roept hij de extase van trillende authenticiteit op. De openhartige eenvoud van de liederen van de rustieke herders wordt in ‘Eglogue’ gevangen met onweerstaanbare lilt en charme. Alpenhoorns die door de valleien galmen in ‘Le mal du pays’ en verre klokken die 's nachts te horen zijn in ‘Les cloches de Genève’ roepen op opwindende wijze griezelige akoestische fenomenen op, waardoor alle deuren openstaan voor Debussy.
In 2008 speelde 10 Feller de hele Beethoven-cyclus in Wenen, Parijs, Londen, New York en Tokio. Zijn uitvoering van Op. 111 wordt beïnvloed door dezelfde kwaliteiten van zelfverloochening, bewijskrachtige diepte en pure vreugde in de muziek die zijn Liszt zo speciaal maken. Dit is belangrijk spel van adembenemende finesse en integriteit. Het zal je naar meer doen verlangen.

This recording combines two live performances by Till Fellner: the Swiss Année in the Great Hall of the Vienna Musikverein (June 2002) and Op 111 at Middlebury College, Vermont (October 2010). Despite the venues’ acoustic attributes, microphone placement seems distant in both cases and one could wish for a more crisply defined sound. The performances, on the other hand, are of a calibre that fully justifies the release of this compelling disc by a pianist whose relatively few recordings belie the magnitude of his gifts.
The Swiss Année is all the obvious things one hopes it to be: exquisitely captured memories of mighty snow-capped precipices, flocks grazing green meadows dotted with flowers, the glass surfaces of tranquil glacier lakes, bracingly pure air, astonishing aural environments that echo and amplify, constantly altering play of light, senses enraptured amid nature’s terror and beauty.
This is where Fellner parts company with the best of his colleagues to pursue a path leading to another level entirely. What we hear is what is on the page, plain, clear, concise. At no point does Fellner allow himself to edge in front of Liszt. He doesn’t bang. Neither elaborate rubatos, extraneous agogic signifiers nor pianistic figuration, however finely executed, moves the music forward; harmony, polyphony, and melodic contours do. As a result Liszt emerges bold, direct, uncompromising and almost overwhelmingly powerful.
Tears in the much abused ‘Vallée d’Obermann’ are mopped up, and a young superhero stands proudly on dry ground. In place of histrionics, Fellner articulates this message of delivery from inner tumult to redemption through the magnificence of nature with integrity and shining poetic eloquence, evoking ecstasy of trembling authenticity. The forthright simplicity of rustic shepherds’ songs is captured in ‘Eglogue’ with irresistible lilt and charm. Alpine horns resounding through the valleys in ‘Le mal du pays’ and distant bells heard at night in ‘Les cloches de Genève’ thrillingly conjure uncanny acoustic phenomena, leaving all doors open to Debussy.
In 2008 10 Feller played the entire Beethoven cycle in Vienna, Paris, London, New York and Tokyo. His performance of Op 111 is informed by the same qualities of self-effacement, probative depth and sheer joy in the music that make his Liszt so special. This is important playing of breathtaking finesse and integrity. It will leave you wanting more.