Awards Issue 2019
Schubert: Schwanengesang, D. 957 – Brahms: 4 Serious Songs, Op. 121
Gerald Finley & Julius Drake
Gerald Finley is een welbespraakt, communicatief en krachtig vertolker van Schuberts late liederen, verenigd met een even doordachte Julius Drake; de liederen van Brahms zijn net zo ontroerend.

Gerald Finley is nooit een artiest die zich laat opjagen, zo voelt het, en die zijn interpretaties op hun eigen tempo laat rijpen en rijpen. Het is vijf jaar geleden dat zijn superieur welbespraakte en verfijnde Winterreise met Julius Drake (4/14) uitkwam en zijn nieuwe opname van Schwanengesang – eveneens welbespraakt en verfijnd – is het wachten meer dan waard. Voeg daar de gewichtige koppeling van Brahms’ eigen Liederzwanenzang aan toe en het resultaat is een rijk bevredigend, ontroerend album.
Finley presenteert de Schubert-liederen op een ongecompliceerde manier in de volgorde waarin de uitgever Tobias Haslinger ze bijna 190 jaar geleden opportunistisch bij elkaar gooide, en hij en Drake grijpen de kansen om de liederen in hun lagere, broeierige toonsoorten uit te voeren volledig aan.
Als ‘Liebesbotschaft’ in eerste instantie wat verhuld aanvoelt, verandert ‘Kriegers Ahnung’ – waarvan het tempo tot het uiterste wordt gedreven – in een krachtig, ontroerend monodrama. ‘In der Ferne’ bereikt een geweldige grandeur en pathos, en de bas-bariton vindt verdere reserves aan stem en drama voor de opmerkelijke Heine-settings: ‘Der Atlas’, versterkt door het fel geëtste spel van Drake, is huiveringwekkend levendig, net als een vakkundig opgebouwde ‘Der Doppelgänger’.
Af en toe dreigt de schoonheid van Finleys stem het drama glad te strijken – je krijgt niet dezelfde gemakkelijke directheid als bij bijvoorbeeld Thomas Quasthoffs fijne DG-opname – maar dan biedt hij een subtiele interpretatieve toets of toonversterking (luister naar de indrukwekkende aanzwelling op het laatste ‘nur du!’ van ‘Frühlingssehnsucht’) om je geboeid te houden. Drake legt verdere samenhang op door veel laatste akkoorden langer vast te houden dan geschreven, alsof hij voorkomt dat het publiek de betovering verbreekt; ik was minder zeker over zijn enigszins hobbelige manier met de begeleiding van ‘Ständchen’. Maar dat is een minuscuul puntje van kritiek in een zeer fijne Schwanengesang.
De Vier ernste Lieder zijn mogelijk nog beter: nobel, verfijnd, oprecht, uiterst ontroerend en vaak extreem mooi. Er is niet de grillige adel van Hotter, de zielvolheid van Goerne of, nogmaals, de directheid van Quasthoff (wiens koppeling hetzelfde is), maar totale oprechtheid ondersteund door een geweldige zang, die bij elke beurt door Drake wordt geëvenaard. Het paar vangt de verschuivingen van de set van stoïcisme en strengheid naar tederheid prachtig (hun 'O Tod, wie bitter bist du' smeltend uitgevoerd), in een diep aangrijpende uitvoering. Een echte aanrader.

Gerald Finley is never an artist, one feels, to let himself be rushed, allowing his interpretations to mellow and mature in their own good time. It’s been five years since his superbly eloquent and refined Winterreise with Julius Drake (4/14) and his new recording of Schwanengesang – similarly eloquent and refined – is well worth the wait. Throw in the weighty coupling of Brahms’s own Lieder swansong and the result is a richly satisfying, moving album.
Finley straightforwardly presents the Schubert songs in the order in which the publisher Tobias Haslinger opportunistically threw them together nearly 190 years ago, and he and Drake fully embrace the opportunities of performing the songs in their lower, broodier keys.
If ‘Liebesbotschaft’ feels a little veiled at first, ‘Kriegers Ahnung’ – its tempos pushed to extremes – turns into a powerful, moving monodrama. ‘In der Ferne’ achieves terrific grandeur and pathos, and the bass-baritone finds further reserves of voice and drama for the remarkable Heine settings: ‘Der Atlas’, bolstered by fiercely etched playing from Drake, is chillingly vivid, as is an expertly built-up ‘Der Doppelgänger’.
Occasionally the beauty of Finley’s voice risks smoothing out the drama – you don’t get the same easy directness as with, for example, Thomas Quasthoff’s fine DG recording – but then he offers up a subtle interpretative touch or boost of tone (listen to the impressive swell on the final ‘nur du!’ of ‘Frühlingssehnsucht’) to keep you gripped. Drake imposes further coherence by holding many final chords longer than written, as if preventing an audience from breaking the spell; I was less sure about his slightly lumpy way with the accompaniment of ‘Ständchen’. But that’s one minuscule quibble in a very fine Schwanengesang indeed.
The Vier ernste Lieder are possibly even better: noble, refined, heartfelt, supremely moving and often beautiful in the extreme. There’s not the craggy nobility of Hotter, the soulfulness of Goerne or, once more, the directness of Quasthoff (whose coupling is the same), but total sincerity backed up by superb vocalism, matched at every turn by Drake. The pair capture the set’s shifts from stoicism and sternness to tenderness beautifully (their ‘O Tod, wie bitter bist du’ meltingly done), in a deeply affecting performance. Highly recommended.