november 2024
Robert Fayrfax: Maria plena virtute
The Tallis Scholars o.l.v. Peter Phillips
De Tallis Scholars blinken werkelijk uit in deze belangrijke werken uit het begin van de 16e eeuw in Engeland, van Robert Fayrfax, waarbij Peter Phillips de kleuren en texturen op glorieuze wijze heeft vastgelegd.

Hier presenteren Peter Phillips en The Tallis Scholars de vier grote votiefantifonen van Fayrfax' volwassenheid - enorme werken in vijf stemmen, elk een kwartier lang en met de meest verbazingwekkende zuinigheid van middelen. Hij kiest ervoor om ze te presenteren met slechts twee zangers per stem, wat mij een beetje minimaal lijkt. Maar goed, dit zijn waarschijnlijk 's werelds beste zangers voor dit soort muziek; en ze hebben nu enorme bronnen van ervaring. Zoals altijd rennen The Tallis Scholars moeiteloos als een Rolls-Royce; en alles lijkt onbetwistbaar op zijn plaats.
Het meest verbazingwekkende van deze stukken is het stuk dat Phillips het nieuwste vindt, Maria plena virtute: veel ervan is in slechts twee stemmen, iets dat vroege Tudor-componisten spectaculair goed deden, maar Fayrfax misschien beter dan de meesten. Hier voegen de breed verschuivende texturen verbazingwekkende variëteiten van kleur toe aan de muziek; en de tekst, duidelijk speciaal voor de muziek geschreven, toont een wonderbaarlijke nieuwe dimensie van religieuze poëzie in het Engeland van de vroege 16e eeuw.
Dit alles is natuurlijk al eerder opgenomen, met name op de cd's van de fantastische complete Fayrfax-editie van The Cardinall's Musick onder Andrew Carwood; maar deze zijn nu meer dan een kwart eeuw oud en er is genoeg ruimte voor meerdere versies van deze glorieuze muziek. Bovendien is het geweldig om alle vier de antifonen bij elkaar te hebben. Phillips hanteert consequent bredere tempo's dan Carwood, dus het resultaat is zachter en koeler. Maar liefhebbers van deze muziek zullen zeker beide interpretaties willen hebben. Peter Phillips draagt een kenmerkend geïnformeerde boekjesnoot bij.

Here Peter Phillips and The Tallis Scholars present the four great votive antiphons of Fayrfax’s maturity – vast works in five voices, each lasting a quarter of an hour and showing the most astonishing economy of means. He chooses to present them with only two singers on each voice, which strikes me as a touch minimal. But then, these are probably among the world’s best singers for this kind of music; and they now have enormous resources of experience. As always, The Tallis Scholars run effortlessly like a Rolls-Royce; and everything seems unchallengeably in place.
The most astonishing of these pieces is the one Phillips thinks is the latest, Maria plena virtute: lots of it is in just two voices, something that early Tudor composers did spectacularly well, but perhaps Fayrfax better than most. Here the broadly shifting textures add astonishing varieties of colour to the music; and the text, evidently written specially for the music, shows a marvellous new dimension of religious poetry in early 16th-century England.
All of this has been recorded before, of course, most notably in the discs of the superb complete Fayrfax edition of The Cardinall’s Musick under Andrew Carwood; but these are now over a quarter of a century old, and there is plenty of room for multiple versions of this glorious music. Moreover, it is great to have all four antiphons together. Phillips consistently takes broader tempos than Carwood, so the upshot is gentler and cooler. But lovers of this music will certainly want to have both interpretations. Peter Phillips contributes a characteristically informed booklet note.